Gratis proza #13: Micha Meijer

Het was het einde van de middag en zo donker als de nacht. Ook voor een mager jong als Micha was het ijs te dun. Ik stond op de kant terwijl hij stampte, danste, op en neer sprong op de krakende plaat.

Nu ik hem over drie weilanden tot in de uiterste hoek van zijn vaders veld gejaagd had kon hij geen kant meer op. Achter hem hongerde het wak.

In mijn hand hield ik een ijsbal ter grootte van een kinderkopje. Iedereen zou raden wat er te gebeuren stond, maar ik was alleen met Micha en een diepzwarte hemel. De lantaarn op de dijk wierp een lange schaduw voor me uit: een spook met één skelethand, de andere een moker. Misschien verwachtte ik de stem van vader nog te horen, die van oom Gerbrand of mijn moeder die me voor het avondeten binnenriep.

Het spook hief zijn mokerhand en liet een ijsbal vliegen die op duizenden manieren het hoofd van Micha had kunnen missen, maar missen deed hij niet. Het geluid kende ik: dat van een erfpaal die de bodem in geslagen wordt. Terwijl Micha viel keek hij met grote ogen door me heen naar iemand die achter me in het veld leek te staan. Alsof Micha voordat hij in één vloeiende beweging onder het ijs gleed, zag wie ik werkelijk was.

Terwijl ik naar het wak schuifelde, op handen en voeten tot aan de rand ging en de sneeuw wegveegde om door het ijs te kunnen kijken, besefte ik dat er onder al het menselijk handelen patronen liggen waaraan we ons niet onttrekken kunnen; dat de moordenaar degene is die het wapen vastheeft, niets meer dan dat. Toen mijn vaders stem vanaf de dijk klonk en ik een jongen met lege handen werd die zijn klasgenootje onder het ijs had zien glijden, legde een ander patroon me op Micha achterna te duiken en in die zwarte wereld om me heen te maaien tot de lucht leek te ontbranden in mijn longen en ik mijn gevoelloze handen opdracht gaf om wat dan ook vast te grijpen en mee omhoog te sleuren.

Mijn vader trok me uit het gat, blauw als een smurf, mijn hand verkrampt om Micha Meijers pols, en ik werd voorgoed degene die zijn leven waagde om een klasgenoot te redden.

____________________________________________________________________

Optie 8Gilles van der Loo (Breda, 1973) was redacteur van Tirade. Sinds 2010 publiceerde hij online en in diverse bladen. Hij schreef de verhalenbundel Hier sneeuwt het nooit en de roman Het laatste kind. In 2016 verscheen zijn sterk autobiografische roman Het jasje van Luis Martín.

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Foto van Gilles van der Loo
Gilles van der Loo

Gilles van der Loo (Breda, 1973) is schrijver, schrijfdocent en journalist. Hij was redacteur van Tirade en zijn fictie verscheen online en in de bladen. Bij Van Oorschot publiceerde hij de verhalenbundel Hier sneeuwt het nooit (nominatie Academica) en de romans Het laatste kind, Het jasje van Luis Martín en Dorp (nominatie Boekenbon- en Librisprijs). Nu in de winkel: de roman Café Dorian.