Let’s call it a year‘ – afhameren die handel

Opeens zat ik mijn enige principe te verloochenen. Het formaat van de flatscreen waarnaar ik zat te staren mocht dat van een bioscoopdoek dan wel verre overtreffen, feit bleef dat ik een speelfilm zat te kijken op een andere plek dan in de Heilige Tempel der Cinema. Het was me, eerlijk gezegd, een beetje overkomen. Ik verbleef in een huis met een omvangrijke DVD collectie waartussen ik Florian Henckel von Donnersmarcks The Tourist (2010) ontdekte, een romantische thrillerkomedie met Johnny Depp en Angelina Jolie in de hi, ha, hoofdrollen. In de vrolijke zekerheid dat ik de flutfilm binnen een minuut wenend/ hoofdschuddend/ schaterlachend zou afzetten, legde ik de zilveren Blue Ray in de dvd-speler – en keek m’ uit. The Tourist is een Heel Erg Slechte Film waarvan je je niet kunt losmaken omdat het ambivalente optreden van protagonist Frank – gespeeld door Johnny Depp – zo intrigeert. Tot een moment voor de Grote Ontknoping dacht ik: Depp gebruikt deze film gewoon om een cursus acteren te geven. Het dénouement leert dat Depp een personage speelt dat spéélt dat hij Frank is (facelift, identiteitsfraude). Dat is dus het geheim dat Depps spel onder hoogspanning zet. Met terugwerkende kracht begrijp je de heerlijke dialoog tussen de ‘Amerikaanse’ Frank en de Britse Elise nadat de twee elkaar hebben ontmoet in de TGV van Parijs naar Venetië.
      ‘I’m Frank.’
      ‘That’s a terrible name.’
      ‘It’s the only one I’ve got.’
      ‘Maybe we can find you another.’
Het is opmerkelijk dat zelfs in een uitgesproken nulsterrenfilm als The Tourist mooie thema’s als Echte Liefde, trouw, uiterlijk/innerlijk, identiteit, authenticiteit en

Nice Poes 2‘Tyn! Hé, hahaha! Nee, hier… hierboven, joehoe, haha!’

‘Hé, lieve Poes… wat ben je aan ’t doen?’

‘Ik zit vandalisme te plegen. Zie je die barst onder de vensterbank? Die heb ik erin gesprongen, hahaha!’

‘Je zit toch geen grapjes te maken, Poes? Want dan krijgen we problemen met Daan Droogstoffelsen van het tegenwoordig door de Weekblad Pers Groep uitgegeven tijdschrift halfjaarboek De Televisor en dan – ’

‘Daan Droogstoffel? Nooit van gehoord. Maakt ie problemen? Moet ik in z’n tuin poepen?’

‘Nee, doe dat nou maar niet. Daan is een hartstikke goeie gast – hij hoort zelfs tot het zeer selecte gezelschap van NED-LIT intellectuelen die ooit stage hebben gelopen bij Uitgeverij Wereldbibliotheek – maar je moet hem niet in de war maken met grapjes, daar is de literatuur trouwens ook veel te belangrijk voor! Begrepen, Poes?’

‘Oké. Nou. Sorry hoor. Dat van dat springen was inderdaad een grapje. Die barst zit er al jaren.’

‘Nou, kijk es aan… Ik ben blij dat je er gewoon eerlijk voor uitkomt. Zie je dat een stukje meteen veel leuker wordt als je gewoon serieus bent? Serieus is het nieuwe grappig, Poes.’

‘…’

‘Wat was je eigenlijk echt aan ’t doen?’

‘Ik zit te genieten van ’t uitzicht. Vanaf hier kan ik helemaal tot halverwege 2015 kijken… Op heldere dagen zie ik zelfs een stukje van 2016!’

‘En wat zie je dan precies?’

‘O. Gewoon. Poezendingen.’

‘Hahaha! Ik denk dat jij Tijd en Ruimte een beetje door elkaar haalt, Poes.’

‘O, ja? Ik denk dat jij Fantasie en Werkelijkheid niet helemaal uit elkaar kan houden, eikel. Met je blote gezicht en je staart op je achterhoofd in plaats van netjes boven je anus. Waarom zou een Poes wel kunnen praten, maar niet in de toekomst kunnen kijken, mmm?’

‘Zo had ik ’t nog niet bekeken.’

‘Nee. Eerst denken, dan je grote bek opentrekken, zeikerd.’

‘…’

‘Als ik jou was zou ik gewoon op vier poten gaan lopen, dan stroomt er tenminste weer een beetje bloed naar je hersenen.’

‘…’

‘En wat ben jíj eigenlijk aan ’t doen? Moet je niet bloggen?’

‘Jazeker. Ik wilde vandaag nog uitgebreid terugkijken op 2014 en een paar lijstjes maken van de beste stukken uit de afgelopen jaargang van Tirade en – ’

‘Goed zo… stukken uit je eigen blaadje opwarmen en opnieuw serveren… Het verleden is zo passé, man. Zit niemand op te wachten. Hou op. De toekomst… dáár zijn we in geïnteresseerd… Als ik jou was zou ik ff op dat bankje gaan zitten en es een flink potje in de toekomst kijken… Zonder snorharen is de ontvangst vast belabberd. Maar je weet maar nooit.’

Martijn Nice‘Momentje… Ja. Ik zit, Poes.’

‘Nou… turen maar.’

‘…’

‘En? Zie je al wat?’

‘Zeker weten… dank voor de tip, Poes… ik kan heel 2015 overzien!’

‘O, ja? Echt? Wat zie je dan allemaal?’

‘…’

‘Wat zie je dan?’

‘O. Gewoon. Mensendingen.’

Tirade – met één voet in de toekomst.

Soundtrack: Le printemps, Michel Fugain.

——–

 futurVolgende week: Tijd voor een lief boek. L’Arabe du futur. Van Riad Sattouf.

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *