- Herman Reitsma Zalig de eenvoudigen van geest
- Gerard Kornelis van het Reve Oompje beer en zijn vriendjes
- C. Winkler / Vier gedichten
- H.L. Leffelaar Het evangelie naar Mulisch Een poging tot inzicht in de post-psychologische mythische literatuur
- Maartje Luccioni / Vier gedichten
- Josine W.L. Meyer Broederschap contra vrijheid De politieke filosofie van Hannah Arendt
- J.F. Vogelaar - Drie gedichten
- H. Drion Tussen massamens en kunstenaar Mulisch over Eichmann
- A. Roland Holst Aan de Christenen overgeleverd
- Huug Kaleis Het Ikaros-complex
[p. 594]
Zo werd het huis voor haar geschikt
haar boeltje werd erin gemikt
het gaat veel meer prozaisch nu
het vlees begeert een andere jus
De gele stoelen zijn gebleven
als horigen van vroeger leven
het nieuwe kussen staat in bloei
naast onbeperkte plantengroei
Vegetatief werd ons bestaan
geen edelvrouw die bedelt aan
het koningschap van mijn geslacht
Wij hebben samen alle macht
geen enkel kind wordt voortgebracht
alleen haar sokjes blijven aan
[p. 595]
Temidden der talloze naamlozen
draagt soms 1 grassprietje 1 halm
en is bang
voor de grote maaimachine
De halm is de hoop van het gras
het gazon het vermaak van de huisheer
af en toe maait hij lichaamsbeweging
met verende tred
Het grote en het kleine zijn samen
1 onbegrijpelijke symbiose
want gras dient gemaaid
Zo ben ik in het leven
1 grassprietje met halm
gelukkig aan de zelfkant
[p. 596]
Vierkanten
uit vierkanten blokken
op blokken ellipsoiden
gestapeld tot een fijn beeld
dat Nederland voorstelt of daaromtrent
Nederland met zijn vierkante mensen
en een enkele ellipsoid
Het beeld zal niet worden geplaatst
enkele vierkante volksgroepen zijn tegen
nu komen de ellipsoiden in actie
en stellen een maquette ten toon
van het beeld
dat Nederland voorstelt
en niet geplaatst mocht worden
[p. 597]
Een tuinman snoeit de rozen
ik rook een sigaret
en kijk naar het eindeloze
wolkensilhouet
Mijn wilde loten snoei ik
al kijkend naar de lucht
uiterst zelden bloei ik
zonder vloek of zucht
Meestal zijn de wegen
lopende naar het gedicht
dadelijk doodgezwegen
al vóór de lucht gezwicht
Op eenmaal zal ik bloeien
zonder slag of stoot
plots uit mijn vingers groeien
op eenmaal bloei ik dood
Lees de Tirade Blog
Het bleek familie
Op sociëteit Minerva in Leiden zit bij de centrale trap een plaquette in de muur. Het opschrift luidt: Ter nagedachtenis aan leden van het Leidsch Studenten Corps die door de oorlog het leven lieten. Er staan een kleine dertig namen onder. Toen ik nog lid was van Sempre Crescendo (de open muzikale subvereniging van Minerva)...
Lees verderHet geluk
Miel bestiert een charmante delicatessenwinkel die zo in een oud, Frans dorpje had kunnen staan. Zo’n dorpje waar de tijd zelfs uit vertrokken is, de straten altijd leeggelopen zijn, alle dagen traag, hitsig en doorrookt voorbijkruipen en iedere mannelijke inwoner hopeloos verliefd is op de blonde bardame die haar jonge borsten op de toog drapeert...
Lees verderLief
Gil omhelsde me, alsof hij er even in slaagde om in vijf seconden zijn hele bestaan om me heen te vouwen. We stonden in zijn woonkamer en ik was de eerste, omdat ik ook als eerste weer weg moest voor een optreden, al was ik liever als laatste gebleven. Ik liep naar het grote raam,...
Lees verder
Blog archief