- George Moormann Spaarne 108
- Maria Barnas Twee gedichten bij twee foto's van Sylling Lo
- George Moormann Op ieders lippen
- Hans Lauwerier en Toine Moerbeek Een twee drie
- Peer van Meer
- Guus Middag Een goddelijk godvergeten Eden
- Ron Elshout Zolang ik vertel is het waar (naar aanleiding van het werk van Tonnus Oosterhoff)
- Tonnus Oosterhoff
- Luuk Gruwez Louise
- P. Zimmerman Over de balans tussen scheppingskracht en vernielzucht
- Cees Willemsen Charles B. Timmer (1907-1991), de verholen romanticus
- Rogi Wieg De man met de blanco geest
- Michaël Spaan Nooit meer samen
- Hans Kloos
[p. 216]
Naar het zuiden
Bij Rostock was de kade blauw. In Fulda stond de wind.
De Neckar zwol tot aan de zandzakken.
In Heidelberg, geloof ik, de kantoorboekhandel heet Pech,
heb ik een nietmachientje achterovergedrukt; de autokaart
rekende ik netjes af.
Om een vergelijking te maken
heel Duitsland door
alleen om niet
Ik sta aan een koud meer,
groene pantsers verdronkenemansbewegen.
De kaart gevouwen op de rug in mijn kleinige, vrouwige handen.
Dorp en weg aan de overkant, een steiger daar,
een wit bootje in streperig zonlicht.
‘Wie bent u? Mijn naam is Harp!’
Dat verstond ik niet zeker, ik
hoopte denk ik maar dat ik geroepen werd.
Ik wil leven! Dus door naar het zuiden.
Dat mijn neus groot wordt, mijn wangen slinken.
Roos en meidoorn. Kastanjebloesem. Ik wil
als een Calabrische ezel balken,
van vreugde en angst en begeerte krampen.
Lees de Tirade Blog
Het geluk
Miel bestiert een charmante delicatessenwinkel die zo in een oud, Frans dorpje had kunnen staan. Zo’n dorpje waar de tijd zelfs uit vertrokken is, de straten altijd leeggelopen zijn, alle dagen traag, hitsig en doorrookt voorbijkruipen en iedere mannelijke inwoner hopeloos verliefd is op de blonde bardame die haar jonge borsten op de toog drapeert...
Lees verderLief
Gil omhelsde me, alsof hij er even in slaagde om in vijf seconden zijn hele bestaan om me heen te vouwen. We stonden in zijn woonkamer en ik was de eerste, omdat ik ook als eerste weer weg moest voor een optreden, al was ik liever als laatste gebleven. Ik liep naar het grote raam,...
Lees verderDat hoeft niet in je stukje
Ze liep naast me, maar leek dat soms al te zijn vergeten, alsof ze al voorbij ons afscheid was. Met elke zorgvuldige stap die ze zette leek ze verder weg. Ik bracht haar naar het station, dat ze prima wist te liggen, maar toch wilde ik haar het station in zien gaan, toekijken hoe ze...
Lees verder
Blog archief