[p. 47]
J.C. van Schagen
Introspectie
Soms denk ik – je bent net een dominee, je hebt je roeping gemist
Toch is het maar goed, dat het zo niet is gelopen
want ieder moment is alles anders
en een dominee moet natuurlijk altijd hetzelfde zeggen
– net als een dichter, anders vindt hij geen uitgever
want dan raken de mensen in de war en dan kom je bij de Slegte –
of je daar tòch niet komt! –
en Belangrijk moeten ze allebei óók nog wezen
maar daar kan ik werkelijk niet aan beginnen
Nu ja, ik vind soms ook wel altijd hetzelfde, maar het ene soms is niet
altijd het andere
en waarom hoe wat is, daar ben ik ook nog niet achter
ik zou middenin de preek – of in het Gedicht – weglopen misschien
omdat de wind zo in de bosjes waait
ik zou nooit thuis wezen en je zou geen afspraak met me kunnen
maken
want ik heb eigenlijk geen huis en ik vergeet mijn beloften als het
regent
of als de Teunisbloem op openspringen staat
of de merel wil rozijnen voor zijn jongen
Soms wil een lieveheersbeestje de start van zijn leven maken – zou
dat eigenlijk wel Belangrijk zijn?
overigens, dat gezanik altijd over de Vrouw – of het meisje dan –
dat gaat toch ook wel eens vervelen –
en de padde heeft geen agenda
daar heb ik ook rekening mee te houden
[p. 48]
vanochtend, heel in de vroegte, begon de morgenster, er was geeneens
een journalist bij
en de kritikus, die het zou komen opmeten, kwam eerst tegen twaalven
toen het feest afgelopen was
die is toen maar in de manufacturen gegaan – lijkt ook wel beter –
er is nergens vastigheid, als U begrijpt wat ik bedoel
maar goddank kwam toen Debbie met haar nieuwste jong, een schatje,
en het bibberde nog zo met zijn vleugeltjes
het dak van het kippekot was lekker warm in de zon en ze vonden het
zalig!
Oudjaar 1975