[p. 113]
Was dat nu al?
Wij zaten in de vierde klas
van het gymnasium.
Weldra zou het opengaan
het dikke boek
het grote,
de Homerus.
Ach, was dát popelen!
Je leraren, die beulenbent,
dat wist je best,
die waren een cordon sanitaire.
Daarbuiten ging de wereld door.
En zich maar ontwikkelen
ontplooien.
Je rook het al
uit het chemielokaal,
waar ook die onherstelbaar mooie jongen
knoeide met verderf.
Hij was voor mij wat Jezus was voor zullie.
[p. 114]
Ik deed er maar wat Mozart bij –
per bos dat sneuvelde
een Satz van een sonate,
alsof dat het verval beteugelde.
Maar kon je anders?
Hij had mijn tijd voltooid.
Iets beters heb ik nooit gevonden
terzijde van de stank,
nog altijd niet –
wat goud verheuging
en wat blauw verdriet.
Dan stond al op een kiertje het heelal.
En dat was al.
Lees de Tirade Blog
Lief
Gil omhelsde me, alsof hij er even in slaagde om in vijf seconden zijn hele bestaan om me heen te vouwen. We stonden in zijn woonkamer en ik was de eerste, omdat ik ook als eerste weer weg moest voor een optreden, al was ik liever als laatste gebleven. Ik liep naar het grote raam,...
Lees verderDat hoeft niet in je stukje
Ze liep naast me, maar leek dat soms al te zijn vergeten, alsof ze al voorbij ons afscheid was. Met elke zorgvuldige stap die ze zette leek ze verder weg. Ik bracht haar naar het station, dat ze prima wist te liggen, maar toch wilde ik haar het station in zien gaan, toekijken hoe ze...
Lees verderDansen
Er stond een bord pasta voor me klaar. Vriend J., die deze avond ook spreekstalmeester was, begroette me even warm en bemoedigend als altijd en schoof naast me aan. In de ruimte galmden de opgewekte stemmen van leden van de organisatie van de Nacht van de Literatuur tot het plafond en weer terug, weerkaatsingen die...
Lees verder
Blog archief