[p. 113]
Was dat nu al?
Wij zaten in de vierde klas
van het gymnasium.
Weldra zou het opengaan
het dikke boek
het grote,
de Homerus.
Ach, was dát popelen!
Je leraren, die beulenbent,
dat wist je best,
die waren een cordon sanitaire.
Daarbuiten ging de wereld door.
En zich maar ontwikkelen
ontplooien.
Je rook het al
uit het chemielokaal,
waar ook die onherstelbaar mooie jongen
knoeide met verderf.
Hij was voor mij wat Jezus was voor zullie.
[p. 114]
Ik deed er maar wat Mozart bij –
per bos dat sneuvelde
een Satz van een sonate,
alsof dat het verval beteugelde.
Maar kon je anders?
Hij had mijn tijd voltooid.
Iets beters heb ik nooit gevonden
terzijde van de stank,
nog altijd niet –
wat goud verheuging
en wat blauw verdriet.
Dan stond al op een kiertje het heelal.
En dat was al.
Lees de Tirade Blog
Warm
Hitte verbindt. Er wordt minder van je verwacht; je verwacht een stuk minder van anderen en veel minder van jezelf. Bij hitte doe ik alles langzaam en merk dan dat ik hetzelfde gedaan krijg – zelfs na vijf duiken in de gracht en anderhalf uur staren sluit ik mijn laptop in de middag met tevredenheid....
Lees verderZomerverlies
Alle ramen stonden open en toch was het warm in mijn keuken. Ik sneed knoflook in dikke plakken en liet die bruinen in de lekkerste olijfolie, hakte een paar rijpe vleestomaten en voegde die toe, dopte hulkgroene erwtjes. Als ik buiten de deur ga eten maak ik voor vertrek iets voor de thuisblijvers; je bent...
Lees verderDe bekende weg
Het Zeeuwse dijkhuisje van B’s tante is al een jaar of twintig in mijn leven. Het is er stil, er is veel licht en de zee voelt heel dichtbij, maar rond de dijk is geen toerisme. Het enige wat er verandert is de tuin: er zijn meer rozen dan voorheen. De wilg is groter, en...
Lees verder
Blog archief