Medewerkers aan dit nummer

Jan Aelberts (1985) is schrijver en dichter. Hij publiceerde eerder onder andere in Lava, De Brakke Hond en Poëziekrant en won in 2009 De Brandende Pen voor het beste Nederlandstalige korte verhaal. Zijn debuutroman verschijnt in 2010 bij uitgeverij J.M. Meulenhoff. Zie www.janaelberts.be.

 

Robert Anker (1946) schrijft proza en poëzie. Laatste publicatie: de verhalenbundel Fortuyn en Liefde.

 

Herman Pieter de Boer (1928) is schrijvend kunstenaar in de breedste zin van het woord. Hij is dichter, columnist, novellist en romancier. Hij schreef 500 korte verhalen en de teksten van bijna 1000 liedjes, waaronder Laat me, Annabel, Op een onbewoond eiland en Ik heb zo waanzinnig gedroomd. De laatste twee hits zijn vertaald in het Chinees.

 

Thijs de Boer (1981) keek tot zijn achttiende met succes veel televisie en liep enkele keren de avondvierdaagse. Daarna studeerde hij voornamelijk Bouwkunde in Delft. Hij publiceerde verhalen in de literaire tijdschriften De Tweede Ronde en Hollands Maandblad en in 2008 won hij de Hollands Maandblad Schrijfbeurs Proza. Zijn eerste boek, een verhalenbundel, zal april 2010 verschijnen bij uitgeverij Nieuw Amsterdam. Zie ook: www.thijsdeboer.com.

 

Paul Bogaert (Brussel, 1968) publiceerde eerder de bundels welcome hygiene (1996), Circulaire systemen (2002) en aub (2006). Hij schreef ook het Gedichtendagessay 2008 (Verwondingen). In september 2009 verscheen bij Meulenhoff | Manteau het lange gedicht de Slalom soft.

 

Jan Fontijn (1936) is schrijver, essayist en was neerlandicus aan de UvA. Hij schreef onder andere de boeken Kijk naar de vis en Biefstuk en benzine. Hij schreef een biografie van Frederik van Eeden, die in twee delen is verschenen: Tweespalt en Trots verbrijzeld.

Kester Freriks (Jakarta, 1954) is schrijver van vele romans, essays, verhalen, toneelstukken en gedichten. Hij publiceerde twee biografieën; een over Maria Dermoût en een biografische roman over Madelon Székely-Lulofs. Recente publicaties: De valk. Over valkerij en wilde vogels en Vogels kijken. Alle driehonderd Nederlandse vogelsoorten. In 1982 werd hij bekroond met de Van der Hoogt-prijs voor de roman Hölderlins toren.

 

Martin de Haan (1966) en Rokus Hofstede (1959) vertalen Franse literatuur, soms alleen (Milan Kundera, Pierre Michon, Michel Houellebecq, Georges Perec), soms samen (Marcel Proust, Régis Jauffret). Ook schrijven zij regelmatig over Franse literatuur en het vertalen ervan: soms samen, meestal alleen, altijd vanuit de gedachte dat vertalen een toegevoegde waarde is. Samen schreven zij het vertaalpleidooi Overigens schitterend vertaald. Gezamenlijke vertalingen in voorbereiding: Wereldje, wereldje (Régis Jauffret) en Aan de kant van Swann (Marcel Proust).

 

René Huigen (1962) schreef vijf poëziebundels waaronder Geen muziek & geen mysterie (2003) en Steven! (2005). Een keuze uit zijn dichterlijke oeuvre verscheen in 2007 onder de titel Fysica voor dichters. In Tirade 422 verscheen zijn essay ‘Dageraad der duisterlingen’.

 

Pepijn Lievens (1972) schreef een tiental toneeltukken die opgevoerd werden door professionele gezelschappen. Hij debuteerde met het autobiografische Relaas van een stofzuiger bij uitgeverij Houtekiet. In maart 2010 verschijnt zijn tweede roman, De vlucht van pluizen, bij uitgeverij Vrijdag.

 

Nop Maas (1949) schreef de biografie van Gerard Reve, waarvan het eerste deel in oktober verschijnt. Hij bezorgde verschillende briefwisselingen, waaronder die tussen Geert van Oorschot en M. Vasalis.

 

Hanny Michaelis (1922-2007) publiceerde zes dichtbundels, die zijn opgenomen in Verzamelde Gedichten. In 2005 verscheen Een keuze uit haar gedichten door J.J. Voskuil.

 

H.U. Jessurun d’Oliveira (1933) is oud-hoogleraar in allerlei juridische vakken aan de Universiteit van Amsterdam en het Europees Universitair Instituut te Florence. Hij was redacteur van Propria Cures, Tirade en Merlyn, en is oud-voorzitter van het Fonds voor de Letteren.

Kreek Daey Ouwens (1942) schrijft sinds 1986 proza, poëzie en toneel. Dit jaar verscheen haar bundel De Achterkant.

 

David Pefko (1983) debuteerde in Tirade 427. De in dit nummer opgenomen brief komt uit zijn debuutroman Levi Andreas, die in november verschijnt en gepresenteerd zal worden in een stomerij. Op zijn website www.davidpefko.nl plaatst hij stukken en verhalen.

 

Ester Naomi Perquin (1980) is dichter en redacteur van Tirade.

 

Michel Ramaker (1975) debuteerde in Tirade 427. Publiceerde daarnaast korte verhalen in ondermeer de vpro-gids, literair tijdschrift Lava en de verhalenbundel De Beste Verhalen van Duizend Woorden. Hij werkt momenteel aan zijn eerste roman.

 

Bart Slijper (1963) schreef een boek over J.C. Bloem en werkt nu aan een biografie van Willem Kloos, waarin diens intense vriendschappen en liefdes het uitgangspunt vormen.

 

Anne Vegter (1958) is dichteres, proza-, toneel- en kinderboekenschrijfster. In 2004 ontving ze de Anna Blaman Prijs voor haar hele oeuvre. In 2007 verscheen haar bundel Spamfighter, die werd genomineerd voor de vsb Poëzieprijs en bekroond met de publieksprijs.

 

André Voskuijl (1944) is ontwerper en beheerder van de website www.tranendal.nl/melle. Daar zijn de schilderijen te zien die in de brieven van Willem Wittkampf worden genoemd. Hij was de huisvriend van Marth en Clovis Cnoop Koopmans.

 

Willem Wittkampf (1925-1992) was journalist, onder meer voor Het Parool. In die krant plaatste hij van 1955 tot 1969 vrijwel wekelijks een paginagroot interview met een onbekende Nederlander. Daarnaast was hij schrijver.

 

Kira Wuck (1978) is student scenarioschrijven op de Schrijversvakschool Amsterdam en werkt als kok. Ze publiceerde niet eerder in een literair tijdschrift.