- Leonard Nolens
- Leo Vroman Scherpe herinneringen aan verloren foto's
- Tonnus Oosterhoff Hun vrienden en zijzelf
- H.H. ter Balkt
- Robert Anker Opgeheven
- K. Schippers Ook bruikbaar voor andere doeleinden
- Kees van Domselaar
- Jaap Goedegebuure Van orde naar chaos en weer terug
- Rogi Wieg
- Nico Dros Een Liefde in Oud Batavia
- Antoine Uitdehaag
- Herlezen Een linkshandige dwarskop
- Poëziekroniek
[p. 354]
Zo gek nog niet, wie zegt dat hij gek wordt.
Iemand spoelt een huisje af, de stof van tientallen
jaren gaat verdwijnen, iemand koopt een laatste
half-brood.
Ik belde je van een klein postkantoor in geel licht
met zweet op mijn voorhoofd, ik stamelde, want
de duivel kwam mij al tot het middenrif.
Met lange tanden, met messen, het doet
er niet toe met wat, als ik maar eindelijk
een klassiek kunstwerk zou kunnen maken
en anders een klassiek leven met om
te beginnen jij in een lichte jurk.
Door het draad dat over de wereld
loopt heb ik niets onthouden; dat het niet
goed aankwam, krakend en ruisend
tenslotte blijft jouw hoofd het jouwe
en kan men een mond van buitenaf nog
minder liefhebben dan een brandend maisveld
met daarin de oogst van een zomer.
[p. 355]
Voor de beginners zijn er nog zacht waaiende
lampions, wandelingen aan de hand van de ander.
Maar van de gevorderden
wordt gevraagd om over die ene liefste die
je soms vindt heen te stappen; asfalt smelt
onder je voetzool, hijgend haal je nog net
het einde van je ouders. En dan word je vanzelf
een betweter tegenover schoonheid,
want schoonheid bestaat wel.
Aan de hemel zag ik vandaag niets bijzonders,
je kwam thuis en kuste me nauwelijks,
ik spoelde kersen af. Je haren krulden
en ondanks jouw aanwezigheid waren er
verbanden op komst van een grote treurigheid.
Wie het lukt om een zondagsblad te maken
op een zaterdag moet maar opstaan
en mij omhelzen. Die kan de liefde ontdoen
van weefsel, de spek uit de zijde
van het varken halen met een toverstaf, symbolen
laten verzoenen met elkaar en toch
werkelijkheid blijven.
[p. 356]
Maak er maar van wat je wilt,
het laat mij los, en warm word
ik er niet van. Misschien zou ook het kleine
hondje los moeten, spelen, loslaten van de lijn en niet
slepen over de stoffige straten, tram in, tram
uit. En wat te doen met wanhoop, met de grootmoeder
die haar kleinkinderen hoort peuteren aan de deur,
als ze niet komen.
In de buitenwijken met wit-gele flatgebouwen
worden dagelijks honderden meloenen verkocht,
zo gaat dat, altijd maar weer de aankomst
van een kind, of het verdwijnen van
een dame of een heer. Ik trek mijn hemd uit
en loop in de zon, jij ook doet hetzelfde,
hetzelfde ongeluk dat naar je knipoogt.
Hebben wij nog meer gelijktijdigheid
dan waarop wij hopen.
Ik gooi de stok weg naar de verte
voor de mens die hem ophaalt
tussen de mensen vandaan
en ermee zijn slag slaat.
[p. 357]
Hoe moet ik mezelf verdedigen
tegen, mijn borstharen worden grijs,
de muggen in de nacht willen geen bloed, staken
vlak boven mijn huid; ik zal linkshandig
moeten worden, en de kopjes thee
laten rinkelen op de grond, zoals sterren
kletteren, stukvallen, zoals met links een das
niet meer te strikken is.
Was de dood een worm, was de dood een kerkhof
bij nacht, was de dood bezoekuur en rangschikken
van vluchtige bloemen, was de dood
ooit romantiek. Nee, hij is hardgrondige
eeuwigheid waaruit niet meer valt
op te staan en daarom hangt mijn buik
naar de aarde, daarom is overal dat niet te kappen
haar zo nadrukkelijk en ruimschoots wit.
Wie zijn voeten ziet van boven
heeft lengte, wie lengte heeft is nog niet
opgerold, maar een vissoort opgediend met
sieraden is helaas geen kwestie
van beter kijken.
Lees de Tirade Blog
Lief
Gil omhelsde me, alsof hij er even in slaagde om in vijf seconden zijn hele bestaan om me heen te vouwen. We stonden in zijn woonkamer en ik was de eerste, omdat ik ook als eerste weer weg moest voor een optreden, al was ik liever als laatste gebleven. Ik liep naar het grote raam,...
Lees verderDat hoeft niet in je stukje
Ze liep naast me, maar leek dat soms al te zijn vergeten, alsof ze al voorbij ons afscheid was. Met elke zorgvuldige stap die ze zette leek ze verder weg. Ik bracht haar naar het station, dat ze prima wist te liggen, maar toch wilde ik haar het station in zien gaan, toekijken hoe ze...
Lees verderDansen
Er stond een bord pasta voor me klaar. Vriend J., die deze avond ook spreekstalmeester was, begroette me even warm en bemoedigend als altijd en schoof naast me aan. In de ruimte galmden de opgewekte stemmen van leden van de organisatie van de Nacht van de Literatuur tot het plafond en weer terug, weerkaatsingen die...
Lees verder
Blog archief