[p. 449]
Het was weer eens zo ver dat er
na hunkering gevallen moest. Het
hoefde niet maar moest dat er
niet uit dat diepe oog omhoog
geklommen kon, verdronken moest,
waarna werd weggedaan.
Ik ben in jou voortaan.
[p. 450]
Als we elkaar nog eens ontmoeten, je
komt op me af, stralend en mooier dan ooit –
dat het dan je verwachting is
die wat ik nooit meer weten mocht
uitschreeuwt in mij: hoe heb ik je gezocht.
Jij bent het, jij die ik nooit heb gekend.
Lees de Tirade Blog
Het bleek familie
Op sociëteit Minerva in Leiden zit bij de centrale trap een plaquette in de muur. Het opschrift luidt: Ter nagedachtenis aan leden van het Leidsch Studenten Corps die door de oorlog het leven lieten. Er staan een kleine dertig namen onder. Toen ik nog lid was van Sempre Crescendo (de open muzikale subvereniging van Minerva)...
Lees verderHet geluk
Miel bestiert een charmante delicatessenwinkel die zo in een oud, Frans dorpje had kunnen staan. Zo’n dorpje waar de tijd zelfs uit vertrokken is, de straten altijd leeggelopen zijn, alle dagen traag, hitsig en doorrookt voorbijkruipen en iedere mannelijke inwoner hopeloos verliefd is op de blonde bardame die haar jonge borsten op de toog drapeert...
Lees verderLief
Gil omhelsde me, alsof hij er even in slaagde om in vijf seconden zijn hele bestaan om me heen te vouwen. We stonden in zijn woonkamer en ik was de eerste, omdat ik ook als eerste weer weg moest voor een optreden, al was ik liever als laatste gebleven. Ik liep naar het grote raam,...
Lees verder
Blog archief