- H.H. ter Balkt
- Benno Barnard Brussel, 1976-1984
- J. Bernlef
- Huub Beurskens
- Steeds zilter waait dun ratelend metaal
- Elisabeth Eybers
- Eva Gerlach Man op de muur met vuurpijl
- Peter Ghyssaert
- Elma van Haren
- Judith Herzberg Het wachten op de halte
- Marieke Jonkman
- De glazenwasser
- Rutger Kopland
- Gerrit Kouwenaar
- Jan Kuijper Albumblad voor T. van Deel
- Jan Kuijper Nijhoff, ik, Appel, Isoude en ik
- Ed Leeflang
- Leonard Nolens
- Tonnus Oosterhoff
- Kees Ouwens
- Martin Reints
- Leo Vroman
- Elly de Waard
- Rogi Wieg
- Ad Zuiderent
[p. 351]
Naar mijn hart schrijft over poëzie Herman de Coninck.
Zo moet het; ik wil zo niet, wil niet.
Ik ben op rijkdom boos, op wat iets me doen kan,
op inspiratie, woedend op moeder die me laat voor drinken komt
halen.
Want ik was op dat eiland vol wilde kannibalen;
tussen hun tanden groeide wild vlees pofpaars.
Ja tanden! Wij hadden die en kauwden
kauw kauw kauw kauw kauw kauw kauw kauw
kauw kauw kauw kauw kauw kauw kauw kauw.
Ik. Ik.
Het was vreten, mes in het rugstuk verwachten,
ijskoude nachten, vriendschap nul (gener waarde);
de melkman (zelfs) had de naam Kwaadvlieg.
Scheldend van heuvel tot heuveltop: was ik ouder geweest, was jij
eens niet geboren!
[p. 352]
De kudde grijze en grijsbruine voordieren holt,
stopt, graast.
Δ moeten er niet met ontroering tussen,
doen de betraande koemera in het ademend foedraal.
Het daverende en scherplachende waar de vlakte vol mee is.
De ruimte kophalst en slikt staart. De schaduwen vallen aan
de bewegende randen.
Wat een gehobbel onder de poten! En wat schudt de body!
Δ zijn heel al zelf op hol geslagen.
[p. 353]
Oplettendheid bracht de vogel.
Hier ligt het geluste in aftel,
het aas van de vissende bomen.
Voor vogelhoofdboothuis een kano
al omgekeerd op een plankje.
De vogel het nut van de snavel.
De snavel het nut van de vogel.
De zin van kleurige wieken
naar de tak van de vissende bomen.
Droom stranden vol notige zaden.
Het kuifje dat even omhoogkomt
om de mens in zich te onderdrukken.
Lees de Tirade Blog
Lief
Gil omhelsde me, alsof hij er even in slaagde om in vijf seconden zijn hele bestaan om me heen te vouwen. We stonden in zijn woonkamer en ik was de eerste, omdat ik ook als eerste weer weg moest voor een optreden, al was ik liever als laatste gebleven. Ik liep naar het grote raam,...
Lees verderDat hoeft niet in je stukje
Ze liep naast me, maar leek dat soms al te zijn vergeten, alsof ze al voorbij ons afscheid was. Met elke zorgvuldige stap die ze zette leek ze verder weg. Ik bracht haar naar het station, dat ze prima wist te liggen, maar toch wilde ik haar het station in zien gaan, toekijken hoe ze...
Lees verderDansen
Er stond een bord pasta voor me klaar. Vriend J., die deze avond ook spreekstalmeester was, begroette me even warm en bemoedigend als altijd en schoof naast me aan. In de ruimte galmden de opgewekte stemmen van leden van de organisatie van de Nacht van de Literatuur tot het plafond en weer terug, weerkaatsingen die...
Lees verder
Blog archief