Over dit hoofdstuk/artikel

Charles B. Timmer


1.
Christian Morgenstern. Alle Galgenlieder. Leipzig, Insel-Verlag, 1940, p. 15.
2.
In het Tijdschrift voor Slavische Literatuur, no. 2, mei 1988, kondigt de slavist Frans Stapert de roman Kinderen van de Arhat van Anatoli Rybakov aan met de woorden: ?Een nieuwe wind?, hoewel de roman niet meer brengt dan een politiek andere lading, verstouwd in hetzelfde scheepsruim van vroeger. Van een literaire vernieuwingspoging is hier geen sprake.
3.
Een goed voorbeeld is de journalistische dichter Je vgenijevtoesjenko die volgens eigen zeggen (Stern, 4.7.1988) in Rusland zeven regimes heeft meegemaakt en overleefd (Stalin, Malenkov, Chroesjtsjov, Brezjnev, Andropov, Tsjernenko, Gorbatsjov) – en die onder iedere bewindvoerder trouw diens slagzinnen heeft meegezongen.
4.
Gepubliceerd in Times Literary Supplement, 15-21 July 1988; het gedicht staat in het Russisch in Brodsky’s laatste bundel Uranija, Ann Arbor, Ardis, 1987, p. 105.
5.
Gepubliceerd in Tirade, 1988, no. 2, pp. 134-135.
6.
Zie Machine van woorden, Amsterdam, Poetry International Series, 1975.
7.
Vrijwel de enige bron voor de hier verzamelde gedichten van Russische avantgardisten is de in Zwitserland verschenen bundel Svoboda jestj svohoda (Vrijheid is vrijheid). In een Russisch-Duitse uitgave verzameld door Liesl Ujvary. Z?rich, Verlag der Arche, 1975.
8.
Het eerstgenoemde boek verscheen in Nederlandse vertaling onder de afschrikwekkende titel De dichter houdt van grote negers (1983) en de laatstgenoemde roman draagt de titel Zelfportret van een bandiet (1987). De vertalers hebben de schrijver Limonov kennelijk willen associ?ren met de Franse auteur Jean Genet.
9.
In een ?Post Scriptum?, geschreven door Gennadi Ajgi bij een reportage over een op 22 februari 1988 in Moskou aan hem gewijde literaire avond, stelt de dichter vast dat hij in de Sovjetunie twee verschillende culturen aan het werk zag: een officieel toegestane en een officieel vervolgde. Als een der belangrijkste verte-genwoordigers van de laatste categorie noemt Ajgi in zijn tekst de dichter Vsevo-lod Nekrasov.
10.
Van Genrich Sapgir verschenen gedichten in diverse Russische tijdschriften en almanakken in het buitenland, o.a. in Kontinent en in de almanak Tsjastj retsji (Rededeel) 1980, No. 1.
11.
Voor mij ligt een bundel van bijna zeshonderd bladzijden gedichten van Vladimir Vysotski, een met de schrijfmachine getikte en vermenigvuldigde tekst, waarvan een groot gedeelte in de Sovjetunie alleen ondergronds circuleert maar officieel niet is verschenen. Het is een der vele ongerijmdheden in de Sovjetunie dat gedichten die iedere Rus uit het hoofd kent officieel niet bestaan.
12.
Gepubliceerd in Tirade 1988, no. 2, p. 136.
13.
Gennadi Ajgi, Geoormerkte winter. Gedichten. Keuze, vertaling en nawoord door Charles B. Timmer, Amsterdam, Meulenhoff, 1986.
14.
Toespeling op geliefde motieven van Gennadi Ajgi in zijn gedichten: het wit, de stilte, sneeuw.