[p. 71]
Genrich Sapgir
Ivan
kocht een divanbed
voor zich zijn vrouw voor de pret
bij de schutting stond een wagen
nee ik kan
zegtIvan
zo’n vrachtje zelf best dragen
twee boeren tilden vlug
de divan
op Ivan zijn rug
en daar loopt nu Ivan
onder een divan
voort te sjokken
hitte
heuvels
hekken
hokken
ha!
de rivier!
aan de overkant
is ‘t naar zijn dorp niet verder dan
een uitgestrekte hand
maar van hier
tot aan de brug
nog een lange zucht
[p. 72]
Ivan ligt met dorst
in het oeverzand
op zijn divanledikant
wodka worst
vlak bij de hand
plotseling heeft kierewiet
zich een kieviet
op het divanbed
gezet
scheer je weg
dreigt op de divan
boze Ivan
zwaaiend met een divanpluisje
in zijn vuistje
lazer op!
de dorpsmeisjes
zagen van de heuveltop
een divan
op een Ivan
door het water waden
en wat later
– in levende lijve – een divan op het water
drijven
gegil: Ivan verzoop!
volk loopt te hoop
en redt snel – als één man –
Ivan
maar de divan
was gezonken
[p. 73]
zonder divan hebben we geen leven!
jammerde de vrouw
van Ivan
kale muren kale vloeren kou
en niks op de plank!
waarop de man
stomdronken
van zijn zelfgemaakte drank
een lied aanhief met het refrein:
‘geen divanbed geen Ivanbed
maar een bed voor Magere Hein!’