[p. 53]
Gerard van Hameren
Gedichten
Bo I
De avond brandt
rondom de schemerlamp
pianoman Brendel
(zeg maar Alfred)
is gekomen
om hoogstpersoonlijk
voor Bo
iets van Mozart te spelen
onder haar wimpers
wiegt ze zacht
heen en weer
haar zilveren lovertjesjurk
moet uit
vindt zij zelf
ze zit in iets onschuldigs
op de bank
en wiegt onder
haar wimpers heen
en weer
[p. 54]
Bo II
Ik heb voor Bo
een zeldzaam mooi avondrood besteld
en een limousine met chauffeur
Bo mag zeggen waar naartoe
ze mag zingen
alles zeggen wat ze wil
ze mag bijten
ze mag schreeuwen
ze mag fluisteren
we suizen onder platanen en
kastanjes door
over de laan
van noord naar zuid
ze heeft haar hand op
m’n been gelegd en zegt:
‘naar een hotel dat ergens in de bergen ligt’