[p. 72]
Hans R. Vlek
Gedichten
Gaf Thales taalles?
aan Cees Verhoeven
Beste Thalesianen, uit chaos water en vuur
ontstond de mens en schepping, uit rho gamma en chi –
Zo gaat de man van de periode der geometrische amphoor eufoor
en dronken teloor en tenonder aan zijn nazaat S. die de beker
nièt voorbij liet gaan, stierf in die trage dood der koude benen, de beste
en meest heroïeke enthousiast-filosophische euthanasia libertinensis!
Zijn nazaat S. dus, (Plato’s makker, Aristotle’s meester) is ons
altijd symphatieker dan d’alverlossende hongerkunstenaar en wijnwater-
drinkebroeder J.C. die z’n hemelse Daddy bad die beker hem voorbij
te laten gaan en ons terecht adviseerde hem tot aan kruis, de griekse x,
te volgen totterdood. Heroïek daarom; –
heroïek voor rijensluitende euthanasiasten zonder spirit, blijft
het advies van Thales, vader van Origines en al ori-
ginaliteit en gekastreerde bron van al demokratisch Zen.
Maar blijft de onontkoombare dichtervraag:
gaf Thales taalles?
[p. 73]
Het antwoord luidt, o alphaïntellect, o bêtise mijner lippen
wier boog een gotisch-grieks dianabogenpaar vormt in de glim-
lach mijner praktische kennis, luidt en zegt: mens,
denk, denk, denk over de oorsprong van het licht en
de Materie en weet dat Thales het hield op water en vuur-
Mist en vuur en water &
een borrel dus geboden blijft:
Want née niet Theo was de naam van Thales
en taalles gaf hij nooit, maar kraste de sigma
archaïsch in zijn zilv’ren narcisloze spiegel van hemel-
water ter wet- en wetensbron meanderende alwaar zijn onsterfelijk
gelaat de bron der mist vormde die
zijn prachtige mystiek behelsde –
[p. 74]
De dronken boot
Steeds als ik aan ‘Le bateau iure’ denk,
dat rijmpoeem van Arthur Rimbaud, zie ik het
narrenschip van Jeroen Bosch in volle glorie varen
en de verdwaalde beschonken schuit van Arthur
er als ‘n reddingssloepje schuimend achteraan.
Aan boord dier schepen narren en bezopen
epigonen in koersonvast en klein konvooi.
Zelfs scheepsarts Slau kan dan het roer niet keren.
De narren bulken van het bier en de wijn
die ze niet kunnen genieten, boerende
door hun benepen strot. De epigonen liggen
lazarus knock-out in het vooronder.
Ach Arthur, ik weet wel dat ik
een ander is en jouw ziel groot als
een kasteel en ruimbemeten als de mijne.
Onze kastelen staan ver weg aan een einder
vér van deze schijnbaar ronde wereld, deze kleine –