[p. 75]
Henk Groeneveld
Gedichten
De nederlaag van de zeeheld
Dit werd uw nis. Hier legden ze
plechtig uw gevreesd lijf.
De mannen namen de flambards af en
lieten stilte tot u toe.
Na de lofzang liet men u achter;
beeldhouwers hielpen u overeind:
de onverwinbare held in liet praal-
graf, uw kalkstenen beeltenis
wekte nog huiver;
u werd de witmarmerman,
de man in de bladgoudtombe,
één in het rijtje Gouden Eeuw,
de pa-wie-was-die-man;
het goud is weggevreten,
uw naam bleef achter in kronieken,
uw beeld op een zegel,
nederlaag zonder vloot,
zonder vijand want u bent dood,
zonder drank,
zonder vrouw voor de nacht,
hinderlaag;
om vijven namiddags knarst het slot
als de koster de attractie sluit,
de kerk de temperatuur van uw knekels
aanneemt.
[p. 76]
Nimrod op motor
Beursplein Rotterdam. Bij de trappen
heerst Nimrod, geweldig jager met
staalbeest, kaketoejager die op
wijfjes jaagt.
‘t Nikkelen ingewand van brulpanter
weerlicht, jager bevecht de zon,
op zijn spijkerborst trommelt hij
ten hemel, want
de zon is de grote haatappel van
jager, de zon is de Caran d’Ache-fee
der nitwits, de blauwe vuursteen van
de pierrotmeisjes
die neuriën van mamma Mc Donald’s
die zoete broodjes bakt, flaneren
van oh en ah langs jagers ronkioen.