[p. 265]
Jevgeni Vinokoerov
De gothen werden christen.
Tot de baard
verzwonden zij in ‘t vont, ten doop gepresten.
Maar bovenshoofds verhieven zij hun zwaard
opdat de vuist niet mede werd gekerstend.
Een grens behoeft ook zachtheid van gemoed,
wat ook het testament der ootmoed preekt als juist.
Ook ik had voor de doop mijn hand behoed.
Goed zal ik zijn. Maar met een harde vuist.
(1961)
(‘Het woord’, 1962)
Vert.: Marko Fondse.