- Leo Vroman
- De route van inkt en houtskool Katja Stam 1995
- Bas Heijne In het water
- Erik Menkveld
- Robert Anker Nijhoff en ik
- Marieke Jonkman
- René Stoute Als in een vreemd cocon
- Robert Anker
- Jan Baeke
- Toine Moerbeek Rodin II: La modernité
- Jeroen Brouwers Teirlinck, Butor, Mulisch, ik en Minne
- Herlezen Jan Hanlo ‘Zonder geluk valt niemand van het dak’
- Poëziekroniek
[p. 40]
Trek de deur achter je dicht! Ik wil
dat ze de deur achter zich sluit, zelfs
nu ze jarig is en mij haar pop heeft
getoond, het kind in heilige feestdos.
Ze legt haar kind op de trap en keert
terug naar de deur van mijn kamer
waar ik vertaalwerk verricht: geel
stro in ijs wordt dood gras in glas.
Dit water, dit riet. Kon ze maar komen,
haar kind laten zien in heilige feestdos.
Ze trok de deur achter zich dicht en
verdween met jongens in het busstation.
[p. 41]
Ik durf niet meer, ik ben te oud. Zwaan kleef
aan. De geur van badhok die mij irriteert.
Mijn lichaam dat gevangen is in vreemde ogen.
Verkennen van de grens, de glans van krachtig
rennen, de roep, de meesterlijke lach voorbij:
onder het juk van de tiran bedachtzaamheid.
Vergeten is de smash, het doelpunt, het record.
Ik wil niet weten wat ik ‘s nachts goed hoor:
jij blijft de kampioen in eieren lopen.
[p. 42]
Ik beheers me: gekleed zoals het hoort
keur en kies ik een geslepen flacon
met als kunstwerk een doosje van karton.
Ik vrees dat de kartonvouwer een snordrager
is en de glasslijper een pensdrager zal zijn.
Mijn hoop wil dat de parfumeur het hoogste scoort
maar ogottogot een amateurbokser is hij!
Ik ruik de geur van zweet en dood.
[p. 43]
In dit stiltegebied waarin een rok verplicht zou moeten zijn,
aan deze beek waakt moeder, o wat waakt de merrie.
Het veulen ligt voor dood in de wei. Het tilt zijn hoofd op,
kijkt, en legt vermoeid het zware hoofd weer neer.
Onbeweeglijk spreekt de wijze moeder dochter toe
dat het goed komt, dat er kracht vloeit. Ik fiets door.
Zelfs op de racefiets zou een rokje voorschrift moeten zijn.
Lees de Tirade Blog
Veertien jaar
Lieve Gijs, Na je overlijden in 2011 schreef ik elk jaar een stukje over je op de website van literair tijdschrift Tirade. Ik nummerde die stukjes; je was één jaar dood, toen twee, toen drie en dat ging zo door tot tien. Als laatste schreef ik: Op een ijzige februarinacht tien jaar geleden raakte je...
Lees verderVooruitkijken / De dood
Met vriendin Y spreek ik meestal af in het soort koffiezaak waar ik op eigen houtje niet kom. Ik ben klaar met specialty coffee; dat mag wel eens gezegd worden – die zure Ethiopische bonen waardeer ik niet, de honderden opties qua herkomst, branding, melk. Al het gelul. De recente verheerlijking van opgietkoffie stoort me...
Lees verderHet Grote Voordat
Ik ben altijd een minuut of vijf te vroeg op afspraken; als ik mijn best doe om te laat te komen dan ben ik exact op tijd. Dit heeft allemaal te maken met het Voordat. De omvang van zo’n Voordat is verbonden aan hoe alledaags de afspraak is, hoezeer ik er tegenop zie en hoe...
Lees verder
Blog archief