Medewerkers aan dit nummer
Paul Beers is de vertaler van o.a. het werk van Witold Gombrowicz, Ingeborg Bachmann, ‘the amazing family’ Mann en Robert Menasse. Hij was redacteur van De Revisor en criticus bij De Volkskrant en Vrij Nederland.
Daan Bronkhorst (1953) is sinoloog en werkt bij Amnesty International. Hij publiceerde tien bundels vertaalde poëzie, waaronder Chinese dichtkunst. Hij werkt mee aan een bloemlezing van Liu Xiaobo, die begin 2012 verschijnt bij uitgeverij De Geus.
Eva Gerlach (1948) publiceerde sinds haar debuut in 1979 zeventien bundels poëzie. Vorig jaar verscheen Het gedicht gebeurt nu. Gedichten 1979-2009. In november verschijnt haar nieuwe bundel Kluwen.
Ledjaar van Houten (1979) schrijft sinds een jaar korte verhalen. In 2006 verscheen van hem De Spiegel en het Raadsel over Dionysius de Areopagiet en Augustinus.
M.G. Jansen is wiskundige en publiceerde een artikel over Karel van het Reve in Hollands Maandblad.
Oek de Jong (1952) is schrijver, recent verscheen onder meer Hokwerda’s kind (2002) en De wonderen van de heilbot (dagboek 1997-2002) (2006). Zijn nieuwe roman verschijnt in het najaar van 2012.
Marsha Keja (1966) werkt voor het Letterkundig Museum en publiceert over literair-historische onderwerpen. Recentelijk bezorgde zij Willem Frederik Hermans en F. Bordewijk. Een onmiskenbare verwantschap. Brieven 1944-1965. Volgend jaar verschijnt bij Van Oorschot de correspondentie van Chr. J. van Geel die zij bezorgt samen met Jabik Veenbaas.
Murat Kɪlɪçarslan (1985) is arts-onderzoeker in het amc. In 2004 won hij de Write Now! Publieksprijs. Hij is redacteur geweest bij Spunk. Eerder publiceerde hij in onder meer Passionate Magazine, De Brakke Hond en De Gids.
Robert Menasse publiceerde vijf romans, waaronder De verdrijving uit de hel (2002) en Don Juan de la Mancha (2007/8). In 2009 verscheen zijn verhalenbundel Ich kann jeder sagen, waaruit eerder in Tirade verschenen ‘De geur van geluk’ (nr. 412) en ‘Lang niet gezien’ (nr. 427). Voor zijn essays, gebundeld in Das war Österreich, ontving hij in 1999 de Oostenrijkse Staatsprijs.
Jan H. Mysjkin (1955) is dichter en vertaler. Dit voorjaar verscheen Rekenkunde van de tastzin, zijn zevende bundel.
Carel Peeters (1944) is als criticus en essayist verbonden aan Vrij Nederland. In september verscheen zijn nieuwe essaybundel Genieten voor miljoenen. Over populaire cultuur. Op www.republiekderletteren.nl plaatst hij om de paar dagen een nieuwe bijdrage.
Leo van der Sterren (1959) uit Venray publiceerde gedichten, verhalen en opstellen in De Gids, Hollands Maandblad, Gierik&NVT, Maatstaf, Circumplaudo, Kladblok en De Optimist.
Martinette Susijn (1965) is vertaalster en volgde de Vertalersvakschool.
Nyk de Vries (1971) schreef twee romans en een bundel met prozagedichten waarmee hij regelmatig optreedt, veelal ondersteund door muziek. Eind 2011 verschijnt bij De Arbeiderspers De dingen gebeuren omdat ze rijmen, de opvolger van zijn debuutbundel Motorman.
Thomas Wolfe (1900-1938) was een van de grootste Amerikaanse romanciers in het begin van de 20ste eeuw. Hij debuteerde in 1929 met Look Homeward, Angel, een autobiografische Amerikaanse Bildungsroman.
Liu Xiaobo (1955) is een Chinese filosoof en essayist die vanaf 1989 geregeld gevangen zat en in 2009 tot elf jaar gevangenisstraf werd veroordeeld. Dat was naar aanleiding van zijn werk voor Charta 08 uit 2008, een manifest voor democratische hervorming in China.