Lied
Grijp die komeet eens bij zijn staart,
Maak dat die knotwilg kind’ren krijgt,
Vertel mij wie de tijd bewaart
Of wie des duivels poten splijt,
Leer mij te luist’ren naar Sirenen
Of vrij te zijn van lange tenen,
Vind dan
De man
Die eerlijk is en leven kan.
Als al wat vreemd is u bekoort
En gij graag wonderen beleeft,
Rijd, dag en nacht, dan jaren voort
Tot de ouderdom u ondersneeuwt;
Gij zult mij, als ge terugkomt, zweren:
Ik nam, al zag ik veel gebeuren,
Een vrouw
Die trouw
En mooi was nooit in ogenschouw.
Vindt gij er een, licht mij dan in,
Zo’n pelgrimage deed mij goed;
Nee, toch maar niet, het heeft geen zin:
Al had ge mij meteen ontmoet,
Al wist gij, toen ge me in ging lichten,
Dat niemand haar nog had doen zwichten –
Eer’k die
Vrouw zie
Zal zij bezwijken, voor een man of drie.
john donne (1573-1631)
Vertaald door J. Eykelboom