Geen loflied
‘a thin cherub sang no paens’ Ellery Queen
in de riten der geboorte
wordt de smeedbaarheid beproefd
van automaten het kille
circus van de maan alleen
laat toe de onkreukbare
leeuw van de dood
met knoeiboel met harrewarrerij
raakt dus de grote dramaturg
op dreef op zijn toneel
sneuvelt menig kniesoor-hovenier
die de goden vervloekt en niet
lacht om de razende tractor in zijn
rozentuin
‘een magere cherubijn zingt geen
loflied’ en tevergeefs gezocht in het uitgedroogde
waterhoofd naar een basis voor bacchus
de novicen roept men toe: ‘aan dit altaar
zwaait men liever geen reukvat
maar een stormlantaarn’ en hier en daar
maakt men met opzet de muren te smal
om het munitiedepot
ondertussen
liggen de doordenkende machines languit
als odalisken diep in gedachten
en in luxurieus gestoffeerde kelders
en de bedienende bedienaren kibbelen
alsmaar over toetjes
kortom: hier past men toe
heuristische methoden: desnoods
bevruchten het smaadschrift
met smeekbeden
Lucebert