- Leo Vroman Op zoek
- Tomas Lieske De achterste kamer
- [Foto's]
- Nicolaas Matsier I-grec
- Gerrit Massier
- J. Hendrikx Stilleven
- H.H. ter Balkt
- Ingrid Baal Er is geen gebiedende wijs in een groen veld (fragment)
- K. Schippers De trap naar het park
- Marieke Jonkman
- Herlezen Wijkend centrum Over de romans en verhalen van A. Alberts
- Herlezen De voetstappen van het geheugen
- Poëziekroniek
[p. 31]
Doodsschrik is in ogenparen
ingevroren: zwartbonte kater
in hoge wei gevonden.
Lui herkauwend kind
schuift dito rund opzij, sust
haar lieveling – verloren
ding bijna geplet.
Dooi zet in; stil glijden
druppels op het witte kussen.
[p. 32]
Nog zingen op hoge toon
de vogels in de bomen zich
een plek, graast hoorbaar
het weidevee, roetsjt
een eekhoorn langs een den
omhoog, verbleekt langzaam
de nacht,
maakt de megaster zich op
stralend over de coulissen
het licht te doven
in een handomdraai,
hangen al die stomme bekjes
op het punt van open, dood-
stil, gelijkgericht.
[p. 33]
De hemel staat strakblauw
gekromd over de avond, een bootje
krimpt in roodzwellende zon, een hete
schoot sirenen zuigt
schuimend de kust af –
de horizon een cirkel, jij
brooddronken middelpunt. Terwijl
bij hoogtij uitgespogen op het donker
strand, voor lijk te midden van
doodnuchtere meeuwen: jij.
Lees de Tirade Blog
Nadelig
‘De vorige keer heb ik bijna een uur moeten wachten, weet u dat?’ beklaagde de praatzieke vrouw zich vanuit haar rolstoel. Haar vorige antwoordapparaat, een man op krukken, was bijna opgesprongen van opluchting toen een verpleegkundige hem kwam verlossen. Ik had mijn blik nog dieper in mijn boek begraven om te voorkomen dat ik haar...
Lees verderEen goed idee
Deze week zag ik in alles een gedicht. Hoe mijn slaapkamerraam als een norse dame kraakt als ik het openzwaai om de ochtend binnen te laten, dat mijn koffiezetapparaat gromt als een valse hond uit het asiel en dat ik mijn ex ervan verdenk te lijden aan uitmaakinsomnia wanneer ze me belt en tegen me...
Lees verderHet spijt me, meneer
Conny reed mijn rolstoel opgewekt het feestgedruis in. De ruit van het etablissement weerspiegelde onze contouren: een onverwoestbare tachtiger die een immobiele twintiger voor zich uit duwt. Het had een sketch van Koot en Bie kunnen zijn. Toch was Conny niet geheel ongeschonden de zomer doorgekomen en bleken we zelfs solidair in de medische mallemolen:...
Lees verder
Blog archief