- Wouter van Oorschot Saluut bij aankomst
- Toine Moerbeek Het beeldgedicht
- Wim Brands
- Kester Freriks Als door een storm
- Jan Baeke
- Frans Deschoemaeker
- De reus in mijn hoofd Rogi Wieg De ontroerende buitenkant van A. Alberts
- Hanny Michaelis Dankwoord bij de aanvaarding van de Anna Bijns Prijs 1995
- George Moormann Uitzicht op scheiding
- Harry Mesterom
- Jan Stavinoha Aan de oever
- P. Zimmerman Over het beoordelen van beeldende kunst
- Adriaan Morriën
- Teunis van der Zwart
- Maria Barnas De reis
- Remco Ekkers
- Guus Middag Psalmen en algen
- J.J. Voskuil De moeder van Nicolien
[p. 53]
Tabula rasa
Niets zo gevreesd als het gekrijs
van een griffel op een schone lei.
En toch vrees je de leegte meer.
Neem dus je zachtste penselen,
in gedachten de gloeiende tuinen
op de grijze plavuizen van een kerkinterieur.
Tabula Rasa of Fata Morgana,
het liefst had je er je liefde
voor het witte doek op losgelaten.
[p. 54]
De onzichtbare baai
De onzichtbare baai aan de andere kant
van de oceaan. Je hoefde de telefoon
maar over te laten gaan om de schepen
voorbij te kunnen horen varen.
De rozen diep over het balkon gebogen.
Alle onuitgesproken woorden in dat ruisen
nog hoorbaar voordat ze de golven raken.
Sterke rozen
Aan wie wij denken wanneer wij
op een wandeling door de stad
ergens lezen dat deze dagen
de sterke rozen in de aanbieding zijn.
Aan wie en aan wie niet.
Lees de Tirade Blog
Nadelig
‘De vorige keer heb ik bijna een uur moeten wachten, weet u dat?’ beklaagde de praatzieke vrouw zich vanuit haar rolstoel. Haar vorige antwoordapparaat, een man op krukken, was bijna opgesprongen van opluchting toen een verpleegkundige hem kwam verlossen. Ik had mijn blik nog dieper in mijn boek begraven om te voorkomen dat ik haar...
Lees verderEen goed idee
Deze week zag ik in alles een gedicht. Hoe mijn slaapkamerraam als een norse dame kraakt als ik het openzwaai om de ochtend binnen te laten, dat mijn koffiezetapparaat gromt als een valse hond uit het asiel en dat ik mijn ex ervan verdenk te lijden aan uitmaakinsomnia wanneer ze me belt en tegen me...
Lees verderHet spijt me, meneer
Conny reed mijn rolstoel opgewekt het feestgedruis in. De ruit van het etablissement weerspiegelde onze contouren: een onverwoestbare tachtiger die een immobiele twintiger voor zich uit duwt. Het had een sketch van Koot en Bie kunnen zijn. Toch was Conny niet geheel ongeschonden de zomer doorgekomen en bleken we zelfs solidair in de medische mallemolen:...
Lees verder
Blog archief