- Rutger Kopland
- Elisabeth Eybers Jeugherinneringe
- Bert Schierbeek Een plek
- Charles B. Timmer Russische notities
- Eduard Limonov Heimat
- Vladimir Vysotski Maar jullie?
- Th. de Boer Het vaderland van de rede
- Willem van Toorn Het huis te klein
- Kees 't Hart
- Jan Denolf Uren met Koos Hageraats
- Tonnus Oosterhoff Het speelgoed spreekt (opgewonden)
- Rogi Wieg
- Herlezen Houtekiet̀: de vorm van een Bohemer
- Poëziekroniek
- Medewerkers aan dit nummer
[p. 98]
Daar, maar onzichtbaar, ligt het
dorp waar men heen gaat vandaag,
begin langzaam te klimmen,
volg de glooiende flank van de heuvel,
vind een eenzame boom.
Rust uit in de schaduw en ga verder
tot de kale bergen te zien zijn,
tussen hun pieken de pas
die zal worden bestegen,
put hier het laatste water.
De komende uren volgt men de dunne zig-zag
omhoog, omhoog, en in de avond
ineens een kleine vallei,
geel gras met wat magere geiten,
het dorp waar men heen ging.
[p. 99]
Verlaat het dorp in de vroege morgen,
het laatste bewoonde huis ziet uit
over een kloof, verlaat ook deze plek, ga
langs het pad naar beneden tot
waar het eindigt.
Volg dan een spoor van schapen en geiten
langs de kale helling, de diepte in,
er zal daar een rivier zijn,
een verlaten stal, een verbrokkelde brug,
waad naar de overkant.
Zoek tussen de stenen het spoor omhoog
en volg dit, het zal zwaar zijn in de zomer,
maar boven is schaduw,
in de verte zal men het dorp zien
dat men verliet.
[p. 100]
Herinneringen, ze gaan weer het spoor
dat zich verloor in de stenen,
weer de schemer en ergens
een plek.
We keken naar de bergen om ons been
tot de nacht kwam, luisterden
naar de wind tot hij ging liggen,
zaten bij het vuur tot de as
was gedoofd.
We spraken tot we sliepen.
[p. 101]
We ontwaakten en begonnen te spreken.
We keken naar de bergen om ons heen
tot de dag kwam, luisterden
tot er weer wind was,
zaten bij de as
tot het brandde.
We verlieten de plek, keken om,
ergens tussen de stenen moest het zijn,
maar het was er niet meer,
wij vonden het spoor terug.
[p. 102]
Als we het spoor niet hadden verloren,
de schemer niet was gekomen,
er ergens tussen de stenen
geen plek was geweest.
Als de bergen om ons heen niet waren
verdwenen in de nacht,
de wind niet was gaan liggen,
het vuur niet was gedoofd.
Als we geen woord hadden gesproken,
niet waren ingeslapen,
niet waren ontwaakt.
Lees de Tirade Blog
Lief
Gil omhelsde me, alsof hij er even in slaagde om in vijf seconden zijn hele bestaan om me heen te vouwen. We stonden in zijn woonkamer en ik was de eerste, omdat ik ook als eerste weer weg moest voor een optreden, al was ik liever als laatste gebleven. Ik liep naar het grote raam,...
Lees verderDat hoeft niet in je stukje
Ze liep naast me, maar leek dat soms al te zijn vergeten, alsof ze al voorbij ons afscheid was. Met elke zorgvuldige stap die ze zette leek ze verder weg. Ik bracht haar naar het station, dat ze prima wist te liggen, maar toch wilde ik haar het station in zien gaan, toekijken hoe ze...
Lees verderDansen
Er stond een bord pasta voor me klaar. Vriend J., die deze avond ook spreekstalmeester was, begroette me even warm en bemoedigend als altijd en schoof naast me aan. In de ruimte galmden de opgewekte stemmen van leden van de organisatie van de Nacht van de Literatuur tot het plafond en weer terug, weerkaatsingen die...
Lees verder
Blog archief