Terugkomen is niet hetzelfde als blijven.
Staat op een muur onder de brug over de Singel, vlakbij het Amsterdamse centraal station,
het is geschreven door Belle van Zuylen.
Hoe vaak heb ik daar niet gefietst?
Hoe kan het dat ik vanochtend voor het eerst die regel las?
Ik weet wel dat ik hem graag zelf had geschreven. Een regel
die somber kan stemmen maar ook vrolijk, het hangt er maar
vanaf welke kant je op rijdt.
De steen
Een man nam een steen gevangen, borg hem in een donkere kamer en zei dat hij hem de rest van zijn leven zou bewaken.
Waarom, vroeg zijn moeder.
Hij is gevangen, daarom wordt hij gevangen gehouden.
Kijk, zei ze, de steen slaapt. Hij weet niet of hij in een tuin ligt of niet. Eeuwigheid en de steen zijn moeder en dochter.
Jij bent het die oud wordt,
de steen slaapt alleen maar.
Maar ik ving hem moeder, hij is mijn verovering.
Een steen is van niemand, niet eens van zichzelf. Jíj bent het die veroverd is: je waakt over een gevangene, maar je bent het zelf, omdat je bang bent om naar buiten te gaan.
Ja, zei hij, dat is waar. Ik ben bang, omdat jij nooit van me hebt gehouden.
Het is waar, omdat jij voor mij altijd bent geweest wat de steen voor jou is, zei ze.
(vrij naar Russell Edson)
Een heen en weer gaan van blikken
Schrijver en wetenschapper Umberto Eco en scenarist Jean Claude Carrière zijn grote lezers en verzamelaars van boeken. Hun gesprekken werden gebundeld. Het boek verscheen in Nederland bij de Bezige Bij: Zo makkelijk kom je niet van boeken af.
Een mooi boek. Hun gesprekken zijn vensters op de wereld. En de heren slaan vele zijpaden in.
Vooral Carrière, die scenario’s schreef voor onder anderen Tati en Bunuel, is een gedroomde verteller. Zo zegt hij over de laatste korte film van Michelangelo Antonioni, Lo Sguardo di Michelangelo: ‘Het is een van de mooiste films ter wereld! In 2000 heeft Antonioni hem opgenomen, hij duurt niet langer dan vijftien minuten, zonder een woord, en hij regisseert zichzelf, de enige keer in zijn leven. Je ziet hem de San Pietro in Vincoli ingaan, in Rome, alleen. Hij loopt langzaam naar de graftombe van Julius II en de hele film is een dialoog zonder woorden, een heen en weer gaan van blikken tussen Antonioni en de Mozes van Michelangelo. Al die loze woorden, al dat gepraat en vertoon van ons dat deze tijd kenmerkt, al die doelloze opwinding wordt hier ter discussie gesteld door de stilte zelf en de blik van de cineast. Hij is gekomen om afscheid te nemen. Hij zal niet meer terugkomen en hij weet het. Hij die gaat is een laatste bezoek komen brengen aan het onbegrijpelijke meesterwerk dat blijft. Als om het voor de laatste keer een vraag te stellen. Als om door te dringen in een geheim waar woorden geen toegang toe hebben.’
Groet
In augustus woon ik even in een huis in Groet.
Ik verheug me daar op. De vreugde die ik
voel is beschreven door de Poolse dichter Milosz.
In zijn herinneringen vertelt hij hoe hij als jonge man
een treinreis maakt en opeens de behoefte heeft
om uit te stappen en door het landschap te
lopen, alsof hij de omgeving wil opeten.
Ik ken dat gevoel, het besluipt me als ik
aan de duinen denk die voor de eeuwigheid
zijn vastgelegd in een gedicht van Chris van Geel
die in Groet heeft gewoond:
Eenvoudig, de duinen, eenvoudig
Dobbelsteen
Dertig jaar geleden had een onverlaat mijn boeken uit mijn boekenkast gehaald en door de gang van het studentenhuis gestrooid.
De dader stond boven aan de trap en schreeuwde: ik ben de diceman, ik ben de diceman.
Op internet las ik:
‘Vanochtend werd ik wakker en trok enkel mijn tijgerprintpanty aan tot mijn oksels om vervolgens ontslagen te worden wegens het beplakken van mijn baas met inlegkruisjes.
Toen ben ik de supermarkt ingegaan om een pak vla te kopen dat ik leeg heb gedronken in een showmodel vrieskist van een electrostore.
De rest van de dag heb ik bouwvakkers helpen metselen in mijn mooiste jurk. Wie ik ben? Iedereen en niemand die je kent. Een diceperson.’
Luke Rhinehart, een Amerikaanse psychiater, was op een dag de verveling die zijn bestaan teisterde zat. Hij besloot dat de dobbelstenen zouden beslissen wat hij deed.
Huilend als een kind door Central Park?
Even ja, oneven nee.
In de boekhandel zag ik een nieuwe editie van The Dice Man liggen – koop het.
Voor K.Schippers
Marcel Duchamp
Waarom ik gestopt ben?
Ik zou u niet kunnen zeggen waarom.
Want ik heb nooit een waarom.
Schilderen kwam in mijn leven.
Ik had geen ideeën
die ik wilde uitdrukken.
Ik heb mezelf ook nooit
als professioneel kunstschilder gezien.
Dat is iemand die elke ochtend
gaat schilderen.
Hij schildert snel of langzaam,
maar hij schildert altijd.
En ik vond schilderen altijd saai.
Het kostte me altijd moeite
om ‘n schilderij af te maken.
Of er ‘n punt achter te zetten.
Soms deed ik er maanden over.
Zelfs over ‘n naakt deed ik twee maanden.
En in die tijd maakte men al
in vijf of tien minuten ‘n schilderij.
Dat vond ik niks. Ook nu ben ik
tegen het idee om snel te schilderen.
Ik geloof niet in de magie van de hand.
‘Hoe minder je nadenkt hoe beter.’
Dat vind ik niet.
Waarom ben ik gestopt? Geen idee.
Ik weet niet eens of ik wel gestopt ben.
Meer blogs
Warm
Hitte verbindt. Er wordt minder van je verwacht; je verwacht een stuk minder van anderen en veel minder van jezelf. Bij hitte doe ik alles langzaam en merk dan dat ik hetzelfde gedaan krijg – zelfs na vijf duiken in de gracht en anderhalf uur staren sluit ik mijn laptop in de middag met tevredenheid....
Lees verderZomerverlies
Alle ramen stonden open en toch was het warm in mijn keuken. Ik sneed knoflook in dikke plakken en liet die bruinen in de lekkerste olijfolie, hakte een paar rijpe vleestomaten en voegde die toe, dopte hulkgroene erwtjes. Als ik buiten de deur ga eten maak ik voor vertrek iets voor de thuisblijvers; je bent...
Lees verderDe bekende weg
Het Zeeuwse dijkhuisje van B’s tante is al een jaar of twintig in mijn leven. Het is er stil, er is veel licht en de zee voelt heel dichtbij, maar rond de dijk is geen toerisme. Het enige wat er verandert is de tuin: er zijn meer rozen dan voorheen. De wilg is groter, en...
Lees verder