In Tirade 487 een veelheid aan poëtische stemmen, van gelauwerde dichters als Ad Zuiderent en Delphine Lecompte, tot Tirade-bekenden als Rogier de Jong en Lars Ruben. En natuurlijk ook veel beginnende dichters: Joshua Snijders, Sasha Popowycz, Ka(a)te Dejonckheere en Senna Felius. Verder een verhaal van Omar Ghaly over een ontmoeting met een fabeldier bijvoorbeeld. En in het verhaal van Liesbeth Immink treffen we een iets alledaagser beest aan: de mol. In de kantoortuin waar Pieter Kranenborgs verhaal zich afspeelt, leven weer andere wezens. Kees Verheul geeft een rondleiding door een roman in aanbouw, Sander Kollaard schreef een essay over De jaren van Virginia Woolf, en onze eigen Lodewijk Verduin brengt een saluut aan de betreurde Jan Fontijn. De illustraties zijn van de hand van Iris Lam.
Nr. 487, 2022 |
Lees de Tirade Blog
Warm
Hitte verbindt. Er wordt minder van je verwacht; je verwacht een stuk minder van anderen en veel minder van jezelf. Bij hitte doe ik alles langzaam en merk dan dat ik hetzelfde gedaan krijg – zelfs na vijf duiken in de gracht en anderhalf uur staren sluit ik mijn laptop in de middag met tevredenheid....
Lees verderZomerverlies
Alle ramen stonden open en toch was het warm in mijn keuken. Ik sneed knoflook in dikke plakken en liet die bruinen in de lekkerste olijfolie, hakte een paar rijpe vleestomaten en voegde die toe, dopte hulkgroene erwtjes. Als ik buiten de deur ga eten maak ik voor vertrek iets voor de thuisblijvers; je bent...
Lees verderDe bekende weg
Het Zeeuwse dijkhuisje van B’s tante is al een jaar of twintig in mijn leven. Het is er stil, er is veel licht en de zee voelt heel dichtbij, maar rond de dijk is geen toerisme. Het enige wat er verandert is de tuin: er zijn meer rozen dan voorheen. De wilg is groter, en...
Lees verder
Blog archief