Tirade 474-475

Gucci lanceerde onlangs een zwarte trui met in de col een gat en daaromheen een rode mond. Een verwijzing naar de kunstenaar Leigh Bowery, zo stelde het modemerk. Een onversneden hedendaagse blackface, volgens social media.

Bowery was – hij stierf aan aids in 1995 – een kunstenaar die het nachtleven van Londen opschudde met zijn uitdagende shows. Zijn performances hielden het midden tussen rock-’n-roll horror en drag. Bij vele van zijn vermommingen hoorde een met veiligheidsspelden vastgespeld (!) plastic mondje – zonder zwart geschminkt gezicht. Maar hij werd misschien nog wel bekender door de portretten die Lucian Freud van hem schilderde.

Gucci en de social media keken naar dezelfde trui, en zagen iets totaal anders. Iets soortgelijks kan er gebeuren wanneer het recht zich uitspreekt over literatuur die mogelijk aanstootgevend of zelfs strafbaar is. Zie het artikel van Ulli d’Oliveira, ‘Het literaire werk tussen feit en fictie’, dat het hart van deze dubbeldikke Tirade vormt (eromheen staat een boeket van diverse prachtige bijdragen).* Hij laat aan de hand van verschillende geruchtmakende straf? en civiele zaken zien hoe juristen op de stoel van literatuurwetenschappers gaan zitten. Dat leidt bijna altijd tot ver uiteen liggende interpretaties, terwijl er toch maar één tekst aan de orde komt. Om met d’Oliveira te spreken: ‘de drieslag bedoeling van de auteur, bedoeling van het werk, interpretatie door de lezer kent tegenstellingen en spanningen.’

De interpretatie van de lezer/consument zegevierde in het geval van de blackfacetrui. Gucci had niet beseft hoe aanstootgevend de creatie was doordat het zich, als wit bolwerk, niet kon verplaatsen in pijn en leed van mensen van kleur, en daardoor roekeloos te werk ging. Tot een gang naar de rechter kwam het niet: Gucci haalde het overprijsde stuk wol zo snel mogelijk uit de handel – en terecht.

* Behalve het artikel van Ulli d’Oliveira bevat Tirade 474-475 gedichten van Christopher Levenson, ingeleid en vertaald door Ad Zuiderent, en gedichten van Myrte Leffring. Voorts verhalen van Willemijn Kranendonk, Rino Gouw, Pieter Kranenborg, Gilles van der Loo, Lia Tilon en Nathanael West (vertaling Caspar Wijers). De tirade achterin het nummer is van Daan Doesborgh en de illustraties zijn van Cheerted Keo.

Nr. 474, 2019 | 

Lees meer

Historisch
  • Omslag Tirade nr. 71
    Nr. 71, 1962
  • Omslag Tirade nr. 360
    Nr. 360, 1995
  • Omslag Tirade nr. 128
    Nr. 128, 1967
  • Omslag Tirade nr. 348
    Nr. 348, 1993
  • Omslag Tirade nr. 322
    Nr. 322, 1989
  • Omslag Tirade nr. 305
    Nr. 305, 1986
  • Omslag Tirade nr. 352
    Nr. 352, 1994
  • Omslag Tirade nr. 123
    Nr. 123, 1967
  • Omslag Tirade nr. 213
    Nr. 213, 1976
  • Omslag Tirade nr. 102
    Nr. 102, 1965
  • Omslag Tirade nr. 485
    Nr. 485, 2021
  • Omslag Tirade nr. 424
    Nr. 424, 2008
  • Omslag Tirade nr. 425
    Nr. 425, 2008
  • Omslag Tirade nr. 444
    Nr. 444, 2012
  • Omslag Tirade nr. 65
    Nr. 65, 1962
  • Omslag Tirade nr. 423
    Nr. 423, 2008
  • Omslag Tirade nr. 461
    Nr. 461, 2015
  • Omslag Tirade nr. 442
    Nr. 442, 2012
  • Omslag Tirade nr. 399
    Nr. 399, 2003
  • Omslag Tirade nr. 54
    Nr. 54, 1961
  • Omslag Tirade nr. 306
    Nr. 306, 1986
  • Omslag Tirade nr. 406
    Nr. 406, 2004
  • Omslag Tirade nr. 426
    Nr. 426, 2008
  • Omslag Tirade nr. 40
    Nr. 40, 1960
  • Omslag Tirade nr. 177
    Nr. 177, 1972

Lees de Tirade Blog

  • Afbeelding bij Lief

    Lief

    Gil omhelsde me, alsof hij er even in slaagde om in vijf seconden zijn hele bestaan om me heen te vouwen. We stonden in zijn woonkamer en ik was de eerste, omdat ik ook als eerste weer weg moest voor een optreden, al was ik liever als laatste gebleven. Ik liep naar het grote raam,...
    Lees verder
  • Afbeelding bij Dat hoeft niet in je stukje

    Dat hoeft niet in je stukje

    Ze liep naast me, maar leek dat soms al te zijn vergeten, alsof ze al voorbij ons afscheid was. Met elke zorgvuldige stap die ze zette leek ze verder weg. Ik bracht haar naar het station, dat ze prima wist te liggen, maar toch wilde ik haar het station in zien gaan, toekijken hoe ze...
    Lees verder
  • Afbeelding bij Dansen

    Dansen

    Er stond een bord pasta voor me klaar. Vriend J., die deze avond ook spreekstalmeester was, begroette me even warm en bemoedigend als altijd en schoof naast me aan. In de ruimte galmden de opgewekte stemmen van leden van de organisatie van de Nacht van de Literatuur tot het plafond en weer terug, weerkaatsingen die...
    Lees verder
Tirade bloggers