In Tirade 480 sprankelende nieuwe poëzie van Tonnus Oosterhoff en van schrijfster en beeldend kunstenares Maria Barnas, en van Twan Schenkels, Merlijn Huntjens en Hanz Mirck. De kersverse Libris-winnaar Sander Kollaard schreef een essay over Onderdak, de tweede roman van Elisabeth van Nimwegen. Andere essays zijn er van Guido van Hengel, over straathonden in voormalig Joegslavië, en van Johan Kuiper, over het late werk van Harry Mulisch. Caspar Wijers vertaalde ‘Een doodgewone vrijdag’, een verhaal van Langston Hughes, een voorname exponent van de Harlem Renaissance, een literaire stroming onder zwarte Amerikaanse schrijvers in de jaren twintig vorige eeuw (en op het moment des te actueler). Samira Elomari schreef het prachtige verhaal ‘Waar de lucht eindigt’. Als eerste vrucht van de samenwerking tussen De Nieuwe Garde en Tirade verdient het essay ‘Tsarinakapsels en metershoge grafstenen’ van Julia Khusainova, een Russin die in het Nederlands schrijft, bijzondere aandacht. De illustraties, geïnspireerd op Guernica van Picasso, en het omslag, geïnspireerd op het werk van fotograaf Berthil Leonard Reymound, zijn van de hand van Ylja Band.
Nr. 480, 2020 |
Lees de Tirade Blog
Nadelig
‘De vorige keer heb ik bijna een uur moeten wachten, weet u dat?’ beklaagde de praatzieke vrouw zich vanuit haar rolstoel. Haar vorige antwoordapparaat, een man op krukken, was bijna opgesprongen van opluchting toen een verpleegkundige hem kwam verlossen. Ik had mijn blik nog dieper in mijn boek begraven om te voorkomen dat ik haar...
Lees verderEen goed idee
Deze week zag ik in alles een gedicht. Hoe mijn slaapkamerraam als een norse dame kraakt als ik het openzwaai om de ochtend binnen te laten, dat mijn koffiezetapparaat gromt als een valse hond uit het asiel en dat ik mijn ex ervan verdenk te lijden aan uitmaakinsomnia wanneer ze me belt en tegen me...
Lees verderHet spijt me, meneer
Conny reed mijn rolstoel opgewekt het feestgedruis in. De ruit van het etablissement weerspiegelde onze contouren: een onverwoestbare tachtiger die een immobiele twintiger voor zich uit duwt. Het had een sketch van Koot en Bie kunnen zijn. Toch was Conny niet geheel ongeschonden de zomer doorgekomen en bleken we zelfs solidair in de medische mallemolen:...
Lees verder
Blog archief