[p. 176]
Gerrit Massier
Veldpracticum
Had ik een kudde op de hei ik zei
de schaapjes niet: ontgin nu
deze podzol, breek de oerbank, spreid
de mest, zaai het zaad
zoals geleerd. Nee,
ik zei ze: kijk eens om je heen, zie
de horizon zo schoon nog
van flat fabriekspijp silo, zie
de berken en jeneverbessen gindse
potstal,
ik zei ze: ga eens liggen
op de rug (ogen dicht), en snuif
de paarse hei, hoor
(koppen dicht) de negentiende eeuw
in een onzichtbaar spoor.
[p. 177]
Resonantie
Terwijl de knalrode bolide
losraakt van de aarde, zich
in een eindeloze bocht omhoog
vergeet, geraas van wind
en krachtbron juist verstorven,
de uitlaat rillend
een druppel laat –
als werd ingebouwd een bom
van tijd afgesteld
op eeuwigheid
klinkt plotsklaps, ergens
in de fonkelende nacht
een rammeltje, ongehoord –
of de hemel vergaat.