[p. 103]
J. Bernlef
In de sleutel van schipbreuk
De vloedgolven van zijn beste vriend (of was het
simpelweg de tijd) sloegen een gat in zijn trotse romp
voortaan schreef hij in de sleutel van schipbreuk
Als een kapitein tussen schuivende lading
touwladders van chromatiek neerlatend
trotseerde hij de aftakeling
Vergeefs zocht hij nog een tijd
in de leeggeplukte boomgaarden tot
verdoofde pedalen hem klem zetten
Hij voorzag de beierende doodsklokken en begon
zijn noten af te zetten, een voor een –
dobberende drenkelingen, afdrijvend nagestaard.