Vandaag werd ik oom

“It is the custom of every good mother after her children are asleep to rummage in their minds and put things straight for next morning, repacking into their proper places the many articles that have wandered during the day. If you could keep awake (but of course you can’t) you would see your own mother doing this, andyou would find it very interesting to watch her.

It is quite like tidying up drawers.

You would see her on her knees, I expect, lingering humorously over some of your contents, wondering where on earth you had picked this thing up, making discoveries sweet and not so sweet, pressing this to her cheek as if it were as nice as a kitten, and hurriedly stowing that out of sight.

When you wake in the morning, the naughtinesses and evil passions with which you went to bed have been folded up small and placed at the bottom of your mind; and on the top, beautifully aired, are spread out prettier thoughts, ready for you to put on.”

J.M. Barrie

_____________________________________________________________

Optie 8Gilles van der Loo (Breda, 1973) is schrijver en recensent. Hij was redacteur van Tirade en zijn fictie verscheen online en in diverse bladen. Bij Van Oorschot publiceerde hij de verhalenbundel Hier sneeuwt het nooit en de romans Het laatste kind en Het jasje van Luis Martín.

 

Foto van Gilles van der Loo
Gilles van der Loo

Gilles van der Loo (Breda, 1973) is schrijver en schrijfdocent. Tussen 2011 en 2015 was hij redacteur van Tirade. Bij Van Oorschot publiceerde hij de verhalenbundel Hier sneeuwt het nooit en de romans Het laatste kind, Het jasje van Luis Martín, Dorp en  Café Dorian. Meest recent verscheen Mens blijven aan het front bij Hollands Diep, dat hij samen met zijn Oekraïense vriend Andrii Kobaliia schreef.

In de Oorshop

Voor Eva

Eva en Maarten door Lia Laimböck

 

 

‘Daag…’

‘dahaag…’

‘daahaaag…’

 

Eva Biesheuvel had moeite met afscheid nemen aan de telefoon. Het zijn de vriendelijkste mensen die afscheid nemen moeilijk vinden. Eva wilde niet als eerste de telefoon neerleggen. Er klonk altijd nog een dahaag in de lucht als je de hoorn al van je af bewoog. Die dahaag hoor ik nog.

‘Met Maarten gaat het gelukkig beter hoor,’ zei ze altijd als je wat praktische zaken besproken had, of ‘ Maarten is nu even niet zo goed.’  ‘Snel al hè, jammer hoor.’

Bestaat er een schrijversstel dat intensiever samenleefde? De lezer van Biesheuvel kende Eva al, ook al had je haar nog nooit ontmoet. In hun huis in Leiden waar de grote boekenkast een groot goedgekozen citaat uit het verleden is, staan hun of veelal Maartens literaire helden, die de lezer ook al kent uit Biesheuvels boeken. Op een speciaal plankje de Grote Helden, Nabokov, Toergenjev, Conrad. In elk boek van Nabokov staat de opdracht ‘Voor Vera’. Maar de opdrachten ‘Voor Eva’ zijn nog veel talrijker. Ook legio gedichten droeg hij aan haar op. Toergenjev’ s Lentebeken is een van zijn lievelingsnovellen, een prachtig, prachtig verhaal over een man die de verkeerde keuze maakt, achter de verkeerde vrouw aan gaat.Is het Maartens lievelingsverhaal omdat het zover van hem af moet staan? Maarten maakte de juiste keuze en week nooit van haar zij. Of is het juist zijn meest beminde Russische novelle omdat hij zich beter dan wie ook kan voorstellen welk gevoel van wanhoop de man moet overvallen als hij zich realiseert een grote, grote fout te hebben gemaakt?

Eva is veel meer dan ‘de vrouw van’ geweest. Ze was zeer intelligent, vriendelijk en zorgzaam en humoristisch. Ze heeft met heel veel mensen een goede band opgebouwd omdat ze er vaak alleen voor stond. Het ‘Maarten komt zo hoor, hij was nog even aan het rusten’ moet ze duizenden keren hebben uitgesproken, vervolgens het gesprek weer aangaand met wie er maar was.

Maarten raadde mij van Conrad Mirror of the sea aan, een minder bekend Joseph Conrad boek. Ik las het en was betoverd, begreep waarom het voor hem ook zo’n bijzonder boek was. Over zijn lievelingsschip Tremolino schrijft Conrad: ‘Zelfs vandaag de dag nog gaat mijn hart sneller slaan bij het uitspreken of zelfs maar neerschrijven van deze naam en stokt mijn adem, met die mengeling van vrees en verrukking die een eerste hartstochtelijke liefde tekent.’

We lieten het vertalen door Lisette Graswinckel en ik vroeg Maarten om een voorwoord. ‘Daar moet je geen voorwoord voor zetten, dat is veel te goed voor een voorwoord,’ sprak Maarten met de zekerheid die hem in deze onderwerpen eigen is.

Eva was veel te goed voor een nawoord.

 

dag…

 

dahaag…

 

——-
 IMG_6285Menno Hartman (1971) is uitgever bij Van Oorschot en was redacteur bij Tirade. Schreef hier al over Conrad.

 

Foto van Menno Hartman
Menno Hartman

Menno Hartman (1971) is uitgever bij Van Oorschot.

Blijf op de hoogte, ontvang onze nieuwsbrief.

Ochtend op de rand*

De mist van vandaag is er zo een die in je badjas kruipt. Over de ijzige tegels van het pad – voordat het winter wordt moet ik echt slippers kopen – vind ik mijn weg naar het sanitair. De scheepslamp boven de deur doemt pas op als ik er bijna voor sta.

Zonder aan mijn brandwond te denken grijp ik de deurknop vast; ik gil het uit, maar zelfs nu komt er geen echo van de rotsen. Binnen is het ook al mistig, een nevel die lijkt te komen uit een van de achterste douchehokjes in de lage barak. Daar kucht, rochelt en spuugt iemand zo’n zware fluim dat ik hem door het ruisen van de waterstraal heen op de tegels hoor landen.

‘Lloyd?’ zeg ik.

Een lach als een V12 die na een winter buiten voor het eerst gestart wordt, hakkelt en afslaat. Weer spuugt hij op de grond. ‘Chef. Hoezo ben jij al op?’

Voor een van de beslagen spiegels doe ik mijn badjas uit. Een bleek torso verschijnt achter de condens. Ik kijk om naar Lloyds hokje; naar de open strook onder de deur, waar zijn dikke, schijnbaar gewrichtloze enkels in te kleine voeten eindigen. ‘Hoe laat is het dan?’

Lloyds hand komt over het deurtje heen, tast rond en vindt de haak waaraan zijn kleren hangen. Uit de zak van zijn spijkerbroek vist hij zijn horloge. ‘Kwart over acht.’

‘Die mist…’ zeg ik.

‘Gebeurt alleen maar in de herfst.’ LLoyd hangt het horloge aan het haakje bij zijn kleren. ‘Je was er van de zomer toch al?’

‘Augustus,’ zeg ik, en denk aan het huis waar ik niet meer woon. Aan juliochtenden waarop Cassie in haar joggingpak over het gras liep om de krant uit de brievenbus te halen. Sprietjes bleven aan haar blote voeten plakken, en zo volgden gras en dauw haar terug de keuken in. De vroege morgen was in haar krullen gekropen, had haar wangen roodgekust. Ze veegde haar voeten af aan Amos, die op de mat van de keukendeur sliep, en zo stuwden de geuren van gras, hond, toast en koffie tranen naar mijn ogen. In mijn borst leek extra ruimte te ontstaan, alsof die specifieke combinatie zorgde voor meer zuurstof in de lucht.

Ik hang mijn badjas op en stap in het hokje naast dat van Lloyd. Omdat het slot stuk is, valt de deur open en krijg ik het ijzige witte plaatmateriaal steeds tegen mijn rug terwijl ik op warm water wacht. Ik draai me om, zet mijn knie tegen de deur en duw tot het ding in zijn sponning klemt. Langzaam begint de temperatuur van de straal te stijgen.

‘Maak je niet druk om die deur,’ zegt Lloyd. Zijn schaduw kruipt onder het schot door tot hij mijn voeten raakt. Als vanzelf stap ik terug. ‘Er is niemand anders wakker. Zeep?’

Boven de wand van mijn hokje verschijnt een blauwe fles doucheschuim. Refreshing Ocean Wave Sports Body Conditioning, lees ik als ik hem aangenomen heb. De rest van de tekens op de flacon zijn Chinees. Terwijl ik mijn best doe om mijn rechterhand buiten de straal te houden spoel ik er een paar van Lloyds zilveren haren af en denk aan wat ik vandaag allemaal moet doen.

* Deze tekst komt uit mijn nooit uitgegeven novelle Frank.

_____________________________________________________________

Optie 8Gilles van der Loo (Breda, 1973) is schrijver en recensent. Hij was redacteur van Tirade en zijn fictie verscheen online en in diverse bladen. Bij Van Oorschot publiceerde hij de verhalenbundel Hier sneeuwt het nooit en de romans Het laatste kind en Het jasje van Luis Martín.

 

Foto van Gilles van der Loo
Gilles van der Loo

Gilles van der Loo (Breda, 1973) is schrijver en schrijfdocent. Tussen 2011 en 2015 was hij redacteur van Tirade. Bij Van Oorschot publiceerde hij de verhalenbundel Hier sneeuwt het nooit en de romans Het laatste kind, Het jasje van Luis Martín, Dorp en  Café Dorian. Meest recent verscheen Mens blijven aan het front bij Hollands Diep, dat hij samen met zijn Oekraïense vriend Andrii Kobaliia schreef.

Heaven is a place on earth

‘Je gaat niet dood omdat je bent geboren, of omdat je hebt geleefd, of van ouderdom. Je gaat aan iets dood.’, schreef Simone de Beauvoir in Een zachte dood (1964), een persoonlijk relaas over het langzame sterven van haar moeder, die aan kanker leed.

Anno 2018 spreekt een groeiende minderheid wetenschappers en denkers openlijk over het ouderdomsproces een te kraken biologische code. Wat als verouderding een aandoening is? Geen 100% dodelijke multi-systeemziekte, maar een te genezen lichaamskwaal?

Met de toenemende vergrijzing is verouderingsonderzoek in een stroomversnelling terecht gekomen. Onderzoekers, overheden en het bedrijfsleven realiseren zich dat als je de veroudering kunt vertragen, je het risico op ouderdomsziekten als hart- en vaatziekten en Alzheimer, en de bijbehorende maatschappelijke kosten, drastisch kunt verlagen. Innovatie-hotspot Sillicon Valley heeft Magere Hein de oorlog verklaard. Biotech bedrijven als Calicox en Google Ventures pompen jaarlijks miljarden in onderzoek naar levensverlenging en het herschrijven van onze biologische software.

Door een innovatieslag op het gebied van de biotechnologie zijn ingrepen op cel- en dna-niveau realiteit geworden. Met het equivalent van moleculaire pincetten is het mogelijk individuele cellen en genen te bewerken. De nieuw ontwikkelde immunotherapie, die effectief gericht is op het elimineren van kankercellen, is hiervan een voorbeeld. De breekhamer-aanpak van chemotherapie, die ook gezonde cellen beschadigt, lijkt zijn langste tijd te hebben gehad.

In laboratoria is inmiddels succesvol geëxperimenteerd met medicatie die inwerkt op het zogeheten epigenoom, de energiecentrales van de cellen, en deze verjongt. Harvard doet onderzoek naar stoffen die de lysosomen – de verbrandingsovens van onze cellen die steeds slechter functioneren naarmate we ouder worden –  een opknapbeurt geven. Verjongingskuren door gentherapie, waarbij de telomeren – de uiteinden van onze chromosomen die bij iedere celdeling korter worden tot ze niet meer kunnen delen en de cellen afsterven – verlengd worden, zijn geen science fiction maar science fact.

Als ons lichaam een nanomachine is die op moleculair niveau beïnvloedt kan worden, zijn de hersenen geen uitzondering. Het behandelen van dementie en Alzheimer is hierbij een speerpunt. Een hoopvolle ontwikkeling op dit gebied is optogenetica, een methode die met licht individuele neuronen in de hersenen aan en uitzet. Op deze manier is het mogelijk specifieke herinneringen te wissen of juist te activeren. Theoretisch gezien zijn we een paar stappen verwijderd van het kopiëren en opslaan van individuele herinneringen en deze te reproduceren in een digitale omgeving.

De Black Mirror aflevering ‘San Junipero’, bekroond met twee Emmy’s, schotelt de kijker een  toekomst utopie voor waarin mens en technologie een hemel op aarde creëren. Stel je bent oud en grijs en je leeft in een bejaardentehuis. Er is een therapeutisch systeem ontwikkelt dat helpt tegen Alzheimer. Het San Janipero systeem, een zogenaamde immersieve nostalgietherapie, die je onderdompelt in herinneringen. Je plaatst een microchip op je slaap. De software sluit aan op de microgolven in je hersenen. Je drukt op een afstandsbediening en sluit je ogen.

Je belandt in een virtuele wereld die niet van de echte te onderscheiden is. In deze wereld ben je niet gebonden aan de lichamelijke beperkingen van je oude dag. Je bent een jongere verzie van jezelf. Je woont in een stadje aan de kust waar het altijd mooi weer is. Iedere zaterdag ga je uit in de plaatselijke discotheek. Je danst op de favoriete muziek uit het favoriete jaar van je jeugd. Kies je 2002, dan draait de dj  Can’t get you out of my head van Kylie Minogue. Kies je 1984, dan dans je op Heaven is a place on earth van Belinda Carlisle met getoupeerd haar, beenwarmers en brede schoudervulling.

In de digitale wereld van San Junipero is de geuploade versie van jezelf onsterfelijk. Sla je je vuist door een spiegel dan blijft je huid heel. Bloed blijft achterwege. De barst in de spiegel verdwijnt. Niets is echt. Maar het is wel een echte ervaring. Het zand tussen je tenen voelt echt. Je gevoelens, gedachten en sensaties doen niet onder aan die van de echte wereld.

Zolang je nog leeft, mag je van de bejaardenhuisverzorgers alleen tijdelijk in San Janipero verblijven. Vijf uur lang, op zaterdagavond van 19.00 tot klokslag middernacht. Een overdosis is schadelijk voor je hersenen. Je zou gaan dissociëren. Je geest zou zich loskoppelen van je lichaam. Je zou letterlijk gek worden.

Maar als je lichaam sterft van ouderdom heb je daar geen last meer van. Dan maak je permanent de oversteek naar cyberspace. In een opslagruimte van het biotechbedrijf dat het San Junipero systeem ontwikkelde, wordt je microchip door een robot aangesloten op een supercomputer. Er is geen sprake van sterven in de oude zin, maar van voorgoed “oversteken” naar de cloud.

En mogelijk ontmoet je iemand op de dansvloer die je hart steelt. Iemand die je in het echte leven nooit hebt gekend. Iemand die in het echte leven net als jij gestorven is. Iemand met wie je in San Junipero een nieuwe toekomst opbouwt.

 

 

JulienJulien Ignacio (1969) is schrijver en blogger. Hij is redacteur van Tirade en publiceerde theaterstukken en korte verhalen. Bij Van Oorschot verscheen in september zijn debuutroman Kus.

Foto van Julien Ignacio
Julien Ignacio

De Nederlands-Arubaanse schrijver Julien Ignacio (1969) studeerde af als literatuurwetenschapper. Hij publiceerde theaterteksten, blogs en korte verhalen. In 2008 ontving hij de El Hizjraliteratuurprijs voor zijn toneelstuk Hotel Atlantis. Hij was redacteur van literair tijdschrift Tirade en is bestuurslid van de Werkgroep Caraïbische Letteren. In 2018 verscheen zijn debuutroman Kus (nominatie Bronzen Uil). Met collega-schrijvers Michiel van Kempen en Raoul de Jong stelde hij Dat wij zongen samen, een bloemlezing Caraïbische literatuur die in 2022 uitkwam bij uitgeverij Das Mag. In september 2023 verscheen zijn tweede roman Goudjakhals, een kralenketting van historische en futuristische migrantenverhalen, die zich afspelen in onder meer Amsterdam en Aruba, Beiroet en Lesbos.

Snijpunt

Je kunt de Lonely Planets van Berlijn tot Iran openslaan, ze zullen je allemaal zonder ironie vertellen dat je op vakantie bent in een ‘meeting point between East and West’. Meestal, in Wenen of Moskou, lach ik daar om – het zoveelste bewijs voor mijn bovenstaande stelling – maar in Istanbul, vorige week, dacht ik voor het eerst dat het misschien écht waar was.

De Europa-Azië grens mag dan volledig arbitrair zijn, in combinatie met de verwarrende mix van christelijke kerken en islamitisch erfgoed, soms zelfs in één gebouw, overtuigt het ongepland toch.

Het laatste zetje kwam op het vliegveld, bij vertrek. Ook op Schiphol is het al lekker om loom je nek te verrekken voor de vertrekborden in de centrale hal, te kijken naar de vluchten waar je over een uurtje hypothetisch gezien in kan stappen, hoewel je er alleen maar staat omdat je Intercity Direct net is gestrand.

In Istanbul kwamen daar allerlei bestemmingen bij die ik in West-Europa nog nooit had gezien: Asjgabad, Tasjkent, Bagdad, Riyaad, Erbil, tussen Londen, Parijs en Amsterdam. Eens een ontmoetingspunt tussen oost en west, altijd een ontmoetingspunt tussen oost en west, zou je denken. Geen wonder dat de Turkse regering tientallen kilometers ten noorden van Istanbul het grootste vliegveld ter wereld probeert te bouwen: laat die intercontinentale draaischijf maar draaien.

Enige probleem: de nieuwe luchthaven – die mogelijk genoemd wordt naar president Erdogan – is gebouwd in een natuurgebied waar trekvogels op weg naar het zuiden van oudsher graag uitrusten. Daarmee dreigt verstoring van de vluchten. Tot haar eigen afgrijzen ontdekt Istanbul plots dat het óók een noord-zuid-draaischijf is.

Hoeveel snijpuntheid kan een stad aan? Ik maak me geen illusies over de inspanningen van de regering-Erdogan om haar prestigeproject niet door vogels te laten dwarsbomen. Maar ik oefen in mijn fantasie een scenario waarin hét ontmoetingspunt tussen oost en west overmoedig haar hand overspeelde – ten gunste van de oudste trekroute ter wereld.

—-

Milo van Bokkum (Amsterdam, 1994)  is economieverslaggever bij NRC.

Foto van Milo van Bokkum
Milo van Bokkum

Milo van Bokkum (Amsterdam, 1994)  is economieverslaggever bij NRC.

Een mooie avond

IMG_8182Deze maandag was de eerste editie van De Vertellers van Helmers.

Vijf keer per jaar ontvangen Jan van Mersbergen en ik regisseurs, acteurs, uitgevers en schrijvers, die voordragen uit het werk van anderen.

We trapten af met Marian Mudder (Hermans), Julien Ignacio (Cortazar), Herman Koch (Reve), Maartje Wortel (Kafka en Lucia Berlin) en Mark Pieters (Martin M. Driessen).

Café Helmers stond vol, men luisterde aandachtig en het kleine rode bankje neigde naar het midden, waardoor onze gasten lekker dicht tegen ons aan kwamen te zitten.

David Vann, die ondanks de taalbarrière was langsgekomen, bleek tussen Jan en mij in op het velours te passen.

Volgende editie: 28 januari om 20:00 in café Helmers. Jan en ik gaan zéker.

_____________________________________________________________

Gilles van der Loo (Breda, 1973) is schrijver en recensent. Hij was redacteur van Tirade en zijn fictie verscheen online en in diverse bladen. Bij Van Oorschot publiceerde hij de verhalenbundel Hier sneeuwt het nooit en de romans Het laatste kind en Het jasje van Luis Martín.

 

Foto van Gilles van der Loo
Gilles van der Loo

Gilles van der Loo (Breda, 1973) is schrijver en schrijfdocent. Tussen 2011 en 2015 was hij redacteur van Tirade. Bij Van Oorschot publiceerde hij de verhalenbundel Hier sneeuwt het nooit en de romans Het laatste kind, Het jasje van Luis Martín, Dorp en  Café Dorian. Meest recent verscheen Mens blijven aan het front bij Hollands Diep, dat hij samen met zijn Oekraïense vriend Andrii Kobaliia schreef.

Meer blogs

  • Afbeelding bij Onderweg

    Onderweg

    Bij de verhuur op het vliegveld van Casablanca haalde ik een stoffige Dacia Duster op. Het was nacht, er was vertraging geweest, maar de meneer met het geduldige gezicht had gewacht tot iedereen door de douane was en ik mijn bestelde wagentje kwam halen. ‘Vous êtes le dernier,’ zei hij met een glimlach. ‘Het spijt...
    Lees verder
  • Afbeelding bij De mens als biopic 2. Jan Wolkers

    De mens als biopic 2. Jan Wolkers

    Jan Wolkers Een televisie-producent vroeg of ik een reeks vlogs wilde schrijven over Jan Wolkers, die honderd jaar geleden werd geboren, 26 oktober 1925. Ik wist niet wat vlogs waren en Jan Wolkers vind ik een onprettige schrijver. Vlogs zijn korte filmpjes, die gebruikt worden als buffer tussen andere tv-programma’s, of als hap-snap-spul op de...
    Lees verder
  • Afbeelding bij De kleine ster

    De kleine ster

    (beeld: Don Duyns) de kleine ster bleek één van velen te zijneen gegeven waarover ze niet verdrietig of kwaadmaar plotseling stil wasomdat geen enkel geluid door de ruimte kan jagenze besloot snel en goed en alles in één keerdrie dagen lang al het licht te zijn wat ze ooit zou zijnen dan definitief te doven...
    Lees verder
Tirade bloggers
  • Foto van Greet Kuipers
    Greet Kuipers

    Greet Kuipers (1962) is psychiater. Onder het pseudoniem Minke Douwesz publiceerde zij bij uitgeverij Van Oorschot twee romans, Strikt en Weg. Voor de laatste ontving zij de Opzij Literatuurprijs 2009 en de Anna Bijns Prijs 2012.

  • Foto van Julien Ignacio
    Julien Ignacio

    De Nederlands-Arubaanse schrijver Julien Ignacio (1969) studeerde af als literatuurwetenschapper. Hij publiceerde theaterteksten, blogs en korte verhalen. In 2008 ontving hij de El Hizjraliteratuurprijs voor zijn toneelstuk Hotel Atlantis. Hij was redacteur van literair tijdschrift Tirade en is bestuurslid van de Werkgroep Caraïbische Letteren. In 2018 verscheen zijn debuutroman Kus (nominatie Bronzen Uil). Met collega-schrijvers Michiel van Kempen en Raoul de Jong stelde hij Dat wij zongen samen, een bloemlezing Caraïbische literatuur die in 2022 uitkwam bij uitgeverij Das Mag. In september 2023 verscheen zijn tweede roman Goudjakhals, een kralenketting van historische en futuristische migrantenverhalen, die zich afspelen in onder meer Amsterdam en Aruba, Beiroet en Lesbos.

  • Foto van Marian van der Pluijm
    Marian van der Pluijm

    Marian van der Pluijm (1997) is historica. Momenteel woont ze in Boedapest, waar ze Hongaarse Taal en Cultuur studeert. Voor VPRO-radioprogramma OVT maakte zij een documentaire over de Hongaarse dichter Miklós Radnóti. Zondag 7 november werd de documentaire uitgezonden op NPO Radio 1.