Dans

De film Amadeus bevat een scène waarin keizer Jozef II de repetitie van Mozarts nieuwste opera, Le nozze di Figaro, bekijkt. Als ze op het toneel aan de bruiloftsdans beginnen zonder dat er muziek klinkt vraagt hij een hoveling wat dat te betekenen heeft. Maar sire, luidt het antwoord, u heeft balletten in opera’s zelf verboden. De Habsburgse keizer gaf net als ik de voorkeur aan muziek boven dans.

Hoe een dans zonder muziek eruitziet zag ik in de filminstallatie Manifesto van Julian Rosefeldt. Cate Blanchett speelt daarin dertien verschillende rollen, die op dertien verschillende schermen gelijktijdig te zien zijn. In de scènes spreekt ze teksten uit van beroemde kunstmanifesten uit de twintigste eeuw. Een van haar rollen is die van choreograaf bij een soort showballet. Ze geeft met een oostblokaccent aanwijzingen aan een groep vrouwen gehuld in glimmend zilveren pakjes. Zelf ziet ze eruit als de helse reïncarnatie van Pina Bausch, inclusief sigaret.

Een van de bijbehorende teksten is het Fluxusmanifest. Kunst kan volgens die tekst ook amusement zijn: eenvoudig, onderhoudend en vol onbenulligheden. Het is makkelijk dat te betrekken op de scène in de film, een repeterende dansgroep, maar interessanter is het de twee los te koppelen en te zien in their own right. Het ballet bestaat ondanks het Fluxusmanifest en andere kunstmanifesten (en omgekeerd). Het levert een visueel ijzersterke film op.

Gisteren nam een goede vriend mij mee naar een optreden in het Bostheater: Self-Accusation door Club Guy & Roni’s Poetic Disasters Club. Het was een dansvoorstelling die zich met recht theatraal mag noemen. De tekst van de Oostenrijkse schrijver Peter Handke heeft als hoofdpersoon iemand die zichzelf beschuldigt en zo ondervraagt over het bestaan van vrije wil. De dansers verbeeldden terwijl deze tekst klonk het tegenovergestelde van vrijheid. Ontluisterende bewegingen, geschreeuw, keiharde muziek.

Mijn beeld van moderne dans (en bij uitbreiding ballet) stond plotseling op losse schroeven. Er hoeft niet (altijd) een verhaal verteld te worden. Sterker nog, daar gaat het in Self-Accusation strikt genomen juist niet om. Net als bij de scènes van Manifesto hebben vorm en inhoud, woord en beeld, dans en tekst elkaar niet nodig. Kijken naar het lichaam in beweging – dat is waar het uiteindelijk om draait.

 

Marko van der Wal (1989) is opgeleid als classicus, redacteur van Tirade en werkt bij Uitgeverij Van Oorschot. Sinds vier jaar blogt hij voor tirade.nu.

Marko van der Wal

Marko van der Wal (1989) is opgeleid als classicus, redacteur van Tirade en werkt bij Uitgeverij Van Oorschot. Sinds enkele jaren blogt hij (onregelmatig) voor tirade.nu.

In de Oorshop

Open handen

Het was zijn dag van sluiting, maar Milan (Lux, Rotterdam) was om tien uur ‘s ochtends naar zijn restaurant gegaan om brood voor ons te bakken. Toen we in het begin van de middag op de deur klopten smeulden er nog kooltjes in de houtoven.

Iedereen had ingrediënten meegenomen en samen kookten we een aantal gangen. Zelden at ik beter. Echte koks ervaren een vorm van liefde wanneer ze eten maken. Zonder de druk van een service ontstaan gerechten doordat je kunt volgen wat je producten je vertellen. Je legt ze niet zozeer je wil op, maar luistert en doet alleen wat nodig is.

Iets moois maak je door je kwetsbaar op te stellen, door een mogelijk falen te aanvaarden. Je maakt ruimte voor wat er komt, stuurt bij op gevoel en ervaring.

Zo is het met schrijven ook. Tekst ontstaat onder je handen en het werk is een ontdekkingsreis, als een boek dat tijdens het lezen ervan ontstaat.

In de avond – terug uit Rotterdam – fietste ik over de Haarlemmerdijk: bijna thuis. Bijna thuis zijn is vaak nog mooier dan er aankomen. Idealiter wordt een geliefd eindpunt genaderd zonder het ooit te bereiken, als bij een asymptoot.

De zon ging onder aan het einde van de straat en de lucht zelf leek te gloeien. Ik dacht aan wat James Salter in Light Years schreef:

“There is no complete life. There are only fragments. We are born to have nothing, to have it pour through our hands. And yet, this pouring, this flood of encounters, struggles, dreams…”

Een voortdurend naderen maar nooit omvatten. De open hand voelt zoveel meer nog, dan de vuist.

_________________________________

Optie 8Gilles van der Loo (Breda, 1973) was redacteur van Tirade. Sinds 2010 publiceerde hij online en in diverse bladen. Hij schreef de verhalenbundel Hier sneeuwt het nooit en de roman Het laatste kind. Op 23 oktober van dit jaar verscheen zijn nieuwe en sterk autobiografische roman Het jasje van Luis Martín.

 

Foto van Gilles van der Loo
Gilles van der Loo

Gilles van der Loo (Breda, 1973) is schrijver en schrijfdocent. Tussen 2011 en 2015 was hij redacteur van Tirade. Bij Van Oorschot publiceerde hij de verhalenbundel Hier sneeuwt het nooit en de romans Het laatste kind, Het jasje van Luis Martín, Dorp en  Café Dorian. Meest recent verscheen Mens blijven aan het front bij Hollands Diep, dat hij samen met zijn Oekraïense vriend Andrii Kobaliia schreef.

Blijf op de hoogte, ontvang onze nieuwsbrief.

Nummer 467 verschenen

Achter ieder nummer van Tirade dat verschijnt, gaat de mogelijkheid van een veel omvangrijker nummer schuil, dat niet verschenen is:  het is het topje van de ijsberg. Onze keuze. Tiemen Hiemstra – zijn werk is nog niet uitgegeven of bekroond – schreef een origineel essay over terrorisme. De succesvolle debutant Marijn Sikken leverde een bijdrage waarin zij reageert op een tekst van K. Schippers, uit de jaargangen 1967–1976. We kozen voor nieuw werk van Dorien Dijkhuis, Ineke Holzhaus en Estelle Boelsma. Harm Hendrik ten Napel reageert onder de naam ‘Klecks leest Tirade’ associatief op gedichten van laatstgenoemde. Ilona Barsony, die ook niet eerder publiceerde, schreef een bijzonder sfeervol verhaal over een Hongaarse familie. Rob van Essen leverde een nieuw kort en humorvol verhaal. Verder zijn verhalen van Virgilio Piñera en Niels Landstra, een beschouwing van Carel Peeters en een tirade van Roos van Rijswijk. Ineke Holzhaus schreef twee gedichten voor Robert Anker en Argibald verzorgde de illustraties.

Tirade 467 is te koop in de webshop van Van Oorschot.

Hoe ik een bos begon in mijn badkamer of het eco-engagement

© Uitgeverij De Harmonie

Zou ze echt een bos zijn begonnen, vroeg ik mij af, door de planten die ergens anders niet gedijen in de badkamer te zetten? Ze eindigt het titelgedicht, als ze haar planten onder de douche heeft gezet, nogal kordaat: ‘daarna droeg ik het overige / kamergroen naar boven’. Als ik dat zelf zou doen ben ik snel klaar en is het afgelopen met douchen. Desalniettemin, het is een manier om íets te doen nu natuur en klimaat om ons heen (buiten!) steeds verder onder druk komt te staan. We moeten hoe dan ook compenseren voor zulk verlies.

Maartje Smits schrijft in Hoe ik een bos begon in mijn badkamer gedichten met een agenda die we niet vaak – maar steeds meer – tegenkomen. Het eco-engagement dat zij toont verwacht ik vaker terug te zullen zien nu ecologie, duurzaamheid en klimaat eindelijk de thema’s van deze tijd worden (en die van onze kinderen). De verkiezingsoverwinning van Groenlinks zou indicatief kunnen zijn voor de mate van bewustwording waar het gaat om veranderingen in ecosysteem en klimaat, die door eigen toedoen zijn onstaan. Recente gebeurtenissen dragen aan dat besef bij. Onlangs is op een van de polen een ijsberg ter grootte van Gelderland losgescheurd door dooi. Trump zegde de steun aan het klimaatverdrag van Parijs op, een actie waarvan de gevolgen (negatief of positief) voor de klimaatverandering nog niet te overzien zijn.

Er waren al een paar romans met zo’n thema, op voor- of achtergrond. Onlangs verscheen Waterjager van Chris Polanen, dat zich afspeelt in een dystopisch Paramaribo, nadat de stad vanwege een dijkdoorbrak onder water is komen te staan en goeddeels verlaten. Een dijkdoorbraak is in de nabije toekomst niet ondenkbaar, ook niet in Nederland, zoals dat gebeurt in Noodweer van Marijke Schermer. In bredere zin denk ik ook aan het, wederom dystopische, werk van Hanna Bervoets: steevast staat daarin een groep mensen centraal die door nijpende omstandigheden op zichzelf is teruggeworpen.

Zoals bij sciencefiction het vooroordeel bestaat dat uit een focus op techniek geen literatuur wordt geboren, zou je bij ecobewuste fictie kunnen denken aan persiflage en joligheid. Maartje Smits ontkracht zulke reserves met de uitstekende gedichten in Hoe ik een bos begon in mijn badkamer. Ze wijst ons de weg en geeft een richting aan, op een positieve manier en zonder een dystopisch beeld te schetsen. Dat klimaatverandering een langverwachte verandering in de literatuur kan betekenen, lees ik bijvoorbeeld in het programmatische gedicht ‘Alles stroomopwaarts’:

wanneer moet je een dijkje opspuiten?
(…)
jonge dichters: vochtige vulling
we duikelen in onbestemd migratieverlangen
omdat de taart te dik is afgesmeerd
omdat we uit de fondant smelten
jachtige twintigers en route
wie voerde deeg aan het navigatiesysteem
waarom smaakt onze taal opeens zo vals
(…)

 

Marko van der Wal (1989) is opgeleid als classicus, redacteur van Tirade en werkt bij Uitgeverij Van Oorschot. Sinds vier jaar blogt hij voor tirade.nu.

Marko van der Wal

Marko van der Wal (1989) is opgeleid als classicus, redacteur van Tirade en werkt bij Uitgeverij Van Oorschot. Sinds enkele jaren blogt hij (onregelmatig) voor tirade.nu.

Churchill – Haffner – Hitler

‘We can always count on the Americans to do the right thing, after they have exhausted all the other possibilities.’

–Winston Churchill

Het is een van de vele citaten van Churchill waaruit zijn geestigheid goed blijkt*. Gisteren in de trein was het lot me goedgezind en ging er een brandalarm af in de Schipholtunnel, zodat ik Sebastian Haffners Churchill 1874-1965 in zijn geheel kon lezen. Dat is niet zoveel hoor, 200 pagina’s. Haffner zou zelf niet gewild hebben dat het een biografie genoemd zou worden, het is een schets. Maar wel een hele fraaie. Haffner, pseudoniem van Raimund Pretzel is een van de grote namen van de Duitse geschiedschrijving. In 1977 werd hij op slag wereldberoemd met zijn Anmerkungen zu Hitler, volgens velen een van de beste boeken die ooit over Hitler geschreven zijn. Het is in elk geval het beste dat ik ooit over Hitler las.

Churchill is echt een boeiend geval: Haffner benadrukt zijn lotsbestemming als de man die het tegen Hitler moest opnemen. Churchill deugde niet op school, begon op zijn 20ste als een gek te lezen, had kort daarna al een bewonderenswaardig palmares als soldaat, avonturen in de Boerenoorlog en op de Soedan die hem veel roem brachten. Hij was een briljant militair strateeg die later inzag dat je ook politicus moet zijn om je plannen ook echt te kunnen uitvoeren.

Hier is hij bezig met een charme-offensief dat het kunststukje van zijn leven zou worden:

De Amerikanen ervan overtuigen dat ze zich in de strijd tegen Hitler moesten storten. (Voor wie Downton Abbey kent: Churchills moeder was een hele mooie Amerikaanse dame die met haar geld het verarmd adellijk geslacht van Churchills vader overeind hield.) Het mooie van Haffners schets is dat het zo goed geschreven is,  nadrukkelijk de hoofdlijnen in het leven zoekt, en Churchills eigen bijna bijgelovige lotsdenken toont.

De Nobelprijswinnaar voor de Literatuur ging in 1953 naar Winston Churchill for his mastery of historical and biographical description as well as for brilliant oratory in defending exalted human values.

Haffners schets leert je veel over Churchill, en beweegt je tot nadenken over de geopolitieke inzichten die deze man had, en of er tijdgenoten van ons zijn die daar op dezelfde wijze over nadenken, en waar ze dan op uit komen.

*Hier veel meer aardige citaten.

——-

img_2482Menno Hartman (1971) is uitgever bij Van Oorschot en was redacteur bij Tirade.
Schreef hier eerder een stukje over Haffner.

 

 

 

Foto van Menno Hartman
Menno Hartman

Menno Hartman (1971) is uitgever bij Van Oorschot.

Het belang van een eiland

IMG_4014Ik geloof bij het schrijven sterk in het vinden van de juiste plek voordat personages zich aandienen. Voordat er een iemand is, moet er een ergens zijn.

Idealiter dicteert een plek isolement, als een stolp waaronder de gebeurtenissen plaatsvinden. Zo krijgt die plek gewicht, een zwaartekracht die licht verhindert te ontsnappen.*

Afgelopen weekend bevond ik me op een eiland. Met vrienden logeerden we in het ouderlijk huis van een van ons. Op tien minuten rijden in alle richtingen lag water. Het licht was anders. Overdag stond de maan helder zichtbaar aan de hemel.

Omdat we oesters wilden rapen verdiepten we ons in de getijdenkalender. Getijden ontstaan doordat de maan de zee naar zich toe trekt. Een gigantische watermassa wordt opgetild en het is eb. Vloed is wanneer de maan op grotere afstand staat.

In de tuin van het huisje stond een boom. We zaten in de schaduw. Otis de Hond had voor het eerst in tijden een erf en werd een stoere versie van zichzelf. Zijn poten zakten diep weg in het wad terwijl we oesters raapten, hij rook naar zout en rotte vis en straalde van oor tot oor. Niemand stak zich met het oestermes.

Nadim leek twee meter lang toen we samen een hut bouwden in het bos, waarnaar hij daarna elke dag terug wilde. Iedereen moest komen kijken, even naast hem zitten in zijn hut.

Met mijn dochter op mijn arm kroop ik naar binnen. Zonlicht viel door de takken en bladeren op haar gezicht.

Ik vertelde Ada dat ik van haar hield en vroeg me af waarom ik fluisterde. De wind nam toe en verzwaarde de fietstocht naar huis, alsof ik teruggetrokken werd naar die specifieke plek binnen het decor, naar het brandpunt van een mogelijk verhaal.

Aan vliegvelden, dacht ik. Aan de laatste dag van elke hartverscheurende vakantie. Aan wie we zijn als een plek ons tijdelijk heeft afgesloten van alles wat niet telt. Heimwee naar vakanties is een terugverlangen naar de beste versie van jezelf.

Ik geloof niet in een waar ik, in een kernversie van onszelf waarnaar we allemaal op zoek moeten. De strijd, de stress, het ongemak: dat zijn we ook. Probeer maar eens drie maanden op je droomplek te wonen. De strijd, de stress, het ongemak: je neemt ze mee.

Na een aantal valse starten in andere romans begon ik in Alleen met de godenIk heb Alex Boogers’ boek alleen nog neergelegd om te douchen en slapen. Er is een niveau waarop het niet meer uitmaakt dat iemand beter in iets is dan jij, dan telt alleen nog het werk.

Boogers’ hoofdpersoon sluit vriendschap met een hond die Otis heet. Toeval is alles.

In Alleen met de goden is plek heel bepalend. Het brandpunt is het ouderlijk huis van de hoofdpersoon. Ik maakte uit het boek op dat Boogers van Hemingway houdt. Over gevoel voor plek gesproken.

 

* Lees ook ‘aandacht’ waar ‘licht’ staat. 

_________________________________

Gilles van der Loo (Breda, 1973) was redacteur van Tirade. Sinds 2010 publiceerde hij online en in diverse bladen. Hij schreef de verhalenbundel Hier sneeuwt het nooit en de roman Het laatste kind. Op 23 oktober van dit jaar verscheen zijn nieuwe en sterk autobiografische roman Het jasje van Luis Martín.

 

Foto van Gilles van der Loo
Gilles van der Loo

Gilles van der Loo (Breda, 1973) is schrijver en schrijfdocent. Tussen 2011 en 2015 was hij redacteur van Tirade. Bij Van Oorschot publiceerde hij de verhalenbundel Hier sneeuwt het nooit en de romans Het laatste kind, Het jasje van Luis Martín, Dorp en  Café Dorian. Meest recent verscheen Mens blijven aan het front bij Hollands Diep, dat hij samen met zijn Oekraïense vriend Andrii Kobaliia schreef.

Meer blogs

  • Afbeelding bij Warm

    Warm

    Hitte verbindt. Er wordt minder van je verwacht; je verwacht een stuk minder van anderen en veel minder van jezelf. Bij hitte doe ik alles langzaam en merk dan dat ik hetzelfde gedaan krijg – zelfs na vijf duiken in de gracht en anderhalf uur staren sluit ik mijn laptop in de middag met tevredenheid....
    Lees verder
  • Afbeelding bij Zomerverlies

    Zomerverlies

    Alle ramen stonden open en toch was het warm in mijn keuken. Ik sneed knoflook in dikke plakken en liet die bruinen in de lekkerste olijfolie, hakte een paar rijpe vleestomaten en voegde die toe, dopte hulkgroene erwtjes. Als ik buiten de deur ga eten maak ik voor vertrek iets voor de thuisblijvers; je bent...
    Lees verder
  • Afbeelding bij De bekende weg

    De bekende weg

    Het Zeeuwse dijkhuisje van B’s tante is al een jaar of twintig in mijn leven. Het is er stil, er is veel licht en de zee voelt heel dichtbij, maar rond de dijk is geen toerisme. Het enige wat er verandert is de tuin: er zijn meer rozen dan voorheen. De wilg is groter, en...
    Lees verder
Tirade bloggers
  • Foto van Ida Hondelink
    Ida Hondelink

    Ida Hondelink is schrijver en performer. Ze studeert momenteel af aan de studie Writing For Performance aan de HKU. Reeds is ze actief als dichter en essayist op verschillende platforms en podia, waaronder Notulen van het Onzichtbare, Hard//hoofd, Dichters in de Prinsentuin, de U-Slam en de Nacht van de Literatuur. Haar werk is fantasierijk, maatschappijkritisch en heeft doorgaans een poëtische ondertoon.
    (portret: Lin Woldendorp)

  • Foto van Tim Veeter
    Tim Veeter

    Tim Veeter

    Tim Veeter (1991) is acteur en schrijver. Hij studeerde af als Theaterwetenschapper aan de UvA en genoot diverse acteeropleidingen. In zijn schrijfwerk speelt hij met taal en legt de nadruk op het perspectief en de ontwikkeling van de personages. Zijn verhalen zijn vaak licht absurdistisch, maar toch herkenbaar. Tim is woonachtig in Amsterdam.

  • Foto van Julien Ignacio
    Julien Ignacio

    De Nederlands-Arubaanse schrijver Julien Ignacio (1969) studeerde af als literatuurwetenschapper. Hij publiceerde theaterteksten, blogs en korte verhalen. In 2008 ontving hij de El Hizjraliteratuurprijs voor zijn toneelstuk Hotel Atlantis. Hij was redacteur van literair tijdschrift Tirade en is bestuurslid van de Werkgroep Caraïbische Letteren. In 2018 verscheen zijn debuutroman Kus (nominatie Bronzen Uil). Met collega-schrijvers Michiel van Kempen en Raoul de Jong stelde hij Dat wij zongen samen, een bloemlezing Caraïbische literatuur die in 2022 uitkwam bij uitgeverij Das Mag. In september 2023 verscheen zijn tweede roman Goudjakhals, een kralenketting van historische en futuristische migrantenverhalen, die zich afspelen in onder meer Amsterdam en Aruba, Beiroet en Lesbos.