Enige notities bij de dood van Joost Zwagerman

– Jessica Durlacher zei op tv naar aanleiding van de dood van Joost Zwagerman dat ze er eigenlijk niets over wilde zeggen en vervolgens vertelde ze, want wat kan je anders doen…

– Het nieuws is nog niet volledig ingedaald of de discussie over zelfmoord(preventie) komt weer van stal. Aan de ene kant vinden we hen die menen dat suïcide per definitie ongewild is, aan de andere kant het kamp dat de nadruk legt op de daad als ultieme vorm van zelfbeschikking. Het verschil tussen die twee standpunten laat zich samenvatten als: krankzinnig of niet krankzinnig?

– De waarheid zal wel ergens in het midden liggen. Los van gelijk of ongelijk staat de vraag waarom iemand het een of het ander vindt. Het antwoord is in beide gevallen hetzelfde: geruststelling. Zieken kunnen veelal worden behandeld dús ook iemand die lijdt aan zelfmoordneigingen is mogelijk te genezen en daarmee van zelfmoord te weerhouden. Of: de zelfverkozen dood is een móedige daad die met het volle verstand wordt uitgevoerd, waardoor nabestaanden zijn vrijgepleit van schuld en onschuld.

– Zwagerman thematiseerde zelfmoord in zijn werk, en kwam uit bij de stelling dat het de allerlaatste uitweg is. Het liefst had hij deze optie voorgoed uitgebannen, begrijp ik uit interviews en portretten.

– Ik val stil bij de beschrijving die Zwagerman geeft van de poging die zijn vader ooit deed: ‘vijftien verguisde / oxazepam, tien dito rivotril, / voor de bruis nog losse paracetamol. / Het kwartglas water lengde hij aan / met dikbleek van een sterk merk.’ (Tirade 453). En ik vraag me af of ik het naadje van de kous wel wil weten van de maas in het leven.

 

Marko van der Wal (1989) is opgeleid als classicus, redacteur van Tirade en werkt bij Uitgeverij Van Oorschot. Sinds twee jaar blogt hij wekelijks voor tirade.nu. Hij ziet er overigens anders uit dan hij eruitziet.

Marko van der Wal

Marko van der Wal (1989) is opgeleid als classicus, redacteur van Tirade en werkt bij Uitgeverij Van Oorschot. Sinds enkele jaren blogt hij (onregelmatig) voor tirade.nu.

In de Oorshop

Tekenen

DrawingHandsRecentelijk leerde ik twee goede trucs om wat beter te tekenen: de eerste is éen oog dichtknijpen en een potlood met gestrekte arm voor je houden. Je kunt nu de afstanden van je object goed meten en zo op papier overbrengen. De tweede is belangrijker voor me. Het is het bewustzijn dat je ogen je bedriegen. Dat je kennis over het oppervlak van de stoel op drie meter afstand die je aan het tekenen bent, ervoor zorgt dat je dat oppervlak steeds te groot tekent, hoewel het perspectief gebiedt dat dat veel kleiner wordt. Ik ben heel verbaasd over de hardnekkigheid van je eigen geest om niet dat op papier te brengen wat je ziet: maar dat hoe je denkt dat het is. En heel gelukkig over hoe kennis van dit fenomeen uitpakt, als het je met moeite lukt dat element echt zo klein te tekenen als je het ziet, heb je een veel betere tekening gemaakt dan je ooit eerder deed.

Ik hang de theorie aan dat veel mensen een verhaal van hun leven maken. Dat narratieve technieken een filosofisch grondbeginsel zijn voor acceptatie van hoe ons leven is. Dat iedereen dus aan zijn eigen leven schrijft. En bij uitbreiding, dat wie besluit uit het leven te stappen zijn verhaal niet rond krijgt. Maar als onze zintuigen al gewend zijn ons zo te bedriegen bij het tekenen van een stoel, hoe vertrouwenwekkend zijn ze dan in het waarnemen van je eigen bestaan? We zitten opgesloten in een apparaat dat geprogrammeerd is te overleven, maar dat niet noodzakelijkerwijs de wereld waarin we leven goed weergeeft.

Als we ons leven als een verhaal opbouwen, dan moet lezen helpen dat vaardiger te kunnen. En dan moet afwijkende boeken lezen helpen te accepteren dat de gebeurtenissen die je overkomen en waarvan je dacht dat ze niet zouden passen toch een goede rol kunnen spelen in je eigen verhaal.

En zo niet dan is het lezen van zo’n niet passend boek tenminste een witregel, een moment van vertelrust in het verhaal dat je leven aan het worden is.

Foto van Menno Hartman
Menno Hartman

Menno Hartman (1971) is uitgever bij Van Oorschot.

Blijf op de hoogte, ontvang onze nieuwsbrief.

Joost Zwagerman

images

Vandaag op deze plek geen column. Wat een vreselijk nieuws. De redactie wenst de nabestaanden van Joost alle sterkte toe.

 

Foto van Gilles van der Loo
Gilles van der Loo

Gilles van der Loo (Breda, 1973) is schrijver en schrijfdocent. Tussen 2011 en 2015 was hij redacteur van Tirade. Bij Van Oorschot publiceerde hij de verhalenbundel Hier sneeuwt het nooit en de romans Het laatste kind, Het jasje van Luis Martín, Dorp en  Café Dorian. Meest recent verscheen Mens blijven aan het front bij Hollands Diep, dat hij samen met zijn Oekraïense vriend Andrii Kobaliia schreef.

Nabijheid

OLYMPUS DIGITAL CAMERA“In the last years of his life, Soviet film director Andrei Tarkovsky lived in Stockholm, working on The Sacrifice. He was given an office in the same building in which Ingmar Bergmann, who at that time still lived in Stockholm, had his. Although the two directors had deep respect and supreme mutual admiration, they never met, but carefully avoided each other, as if their direct encounter would have been too painful and doomed to fail on account of the very proximity of their universes.”

Slavoj Zizek (2009), Violence. London: Profile Books. 

Wytske Versteeg schreef Dit is geen dakloze, De Wezenlozen en Boy. Haar nieuwe roman, Quarantaine, verschijnt deze herfst.

Stof op zeep

In het toilet van mijn oma staan twee beeldjes van twee beertjes, één in meisjesroze en één in grasgroen. In haar vorige huis stonden deze beeldjes ook in het toilet, maar toen naast een fles eau de Cologne op een plankje aan de muur. Nu staan ze op het witte kastje waar mijn oma haar handdoeken in bewaart. Op zich niets vreemds aan, ware het niet dat deze twee beeldjes van zeep zijn.

Op het dressoir in de woonkamer staan ook twee kandelaars met ieder een kaars. De kaars past bij de kandelaar, in dezelfde kleur goud en met hetzelfde barokpatroon in het oppervlakte gegutst. Toch zie je aan de witte lonten dat het kaarsen zijn. Ze staan er al 12 jaar, maar mijn oma zal ze nooit ontsteken, net als dat ze nooit de zepen beeldjes zal gebruiken om haar handen mee te wassen.

Deze zomer las ik De onschuld van voorwerpen, de “museumcatalogus” van Het Museum van de Onschuld in Istanbul. Het museum is opgericht door schrijver Orhan Pamuk en gebaseerd op zijn gelijknamige boek Het Museum van de onschuld. Ik schrijf museumcatalogus tussen aanhalingstekens, omdat het geen gewone museumcatalogus is. Natuurlijk, het was te koop bij het museum en er staan foto’s van het museum en de collectie in, maar het boek is meer een reconstructie van de totstandkoming van het museum als mede een hevig pleidooi voor de oprichting en uiteindelijke inrichting daarvan. Voor degenen die het boek Het Museum van de onschuld niet hebben gelezen; heel kort gezegd is het een tragisch liefdesverhaal tussen een man en zijn verre familielid waar de man gedurende de loop van het verhaal persoonlijke, maar vooral alledaagse objecten van de vrouw steelt om zijn liefdeswee te stelpen. Het daadwerkelijke museum in Istanbul fungeert als een display van deze objecten, maar probeert ook een weergave te zijn van Istanbul in de jaren ’70.

4213 uitgedrukte sigaretten in het Museum van de Onschuld. Bron: http://en.people.cn/mediafile/201209/13/ F201209131638003128818005.jpg

 

De grens tussen roman en realiteit, tussen hoofdpersoon en schrijver is vaag en wordt steeds vager hoe langer je het verhaal leest. Die steeds vager wordende grens bereikt zijn hoogtepunt wanneer je de ‘werkelijke’ objecten eenmaal in het museum ziet. Toen ik het museum twee jaar geleden bezocht, zag ik vitrines met half opgegeten ijshoorntjes, massaal geproduceerde asbakken voor reclamedoeleindes en 4213 uitgedrukte sigaretten, allemaal aangeraakt door of geassocieerd met de vrouwelijke geliefde Füsun. Voorwerpen die zijn gebruikt en die hun bedoeling hebben gediend.

Voor mijn gevoel is een connectie tussen de gebruikte voorwerpen in de museumvitrines en mijn oma en de spullen in haar huis die ze nooit zal gebruiken zoals ze zijn geproduceerd, maar misschien is het een tegengestelde parallelle beweging. Waar het museum en zijn catalogus zijn dierbaarheid jegens een bepaalde tijd aan wil geven, en die onherroepelijkheid lijkt te vieren als een schrijnend genot, hebben de kaarsen en de zeep voor zowel mijn oma als voor mij een tijdloosheid bereikt. Natuurlijk hebben zij uiterlijke of materiële kenmerken die je weer zou kunnen terugplaatsen in een tijdvak met bijbehorende sociale status, maar door hun onbruik en vaste plek in het huishouden, zijn ze daar los van komen te staan, en zullen dus daarom nooit gebruikt worden.
Twee voorwerpen -een uit het Museum van de onschuld en een afkomstig uit het huishouden van mijn oma- kunnen elkaar vinden in dezelfde status die zij bereikt hebben, dat van een museaal object dat enigszins misplaatst aanvoelt, bijna-museaal. Aan de ene kant staat de kweeperenrasp van Füsuns moeder waarvan het metaal verkleurd is en deuken heeft door het veelvuldig gebruik, geplaatst in een eigen glazen vitrine (nr. 66 van in totaal 74 vitrines), en aan de andere kant staan de twee beeldjes van zeep in het toilet van mijn oma, onbeschermd maar toch onaanraakbaar omdat ze al te lang wachten om gebruikt te worden.

257789_351428901605513_26271548_o

Zondagblogger Mira Aluç (Schiedam, 1993) doorliep de Akademie van Beeldende Kunsten in Den Haag en debuteerde in Tirade 459 met het kortverhaal Eila.

 

Foto van Mira Aluç
Mira Aluç

Mira Aluç (1993) schrijft korte verhalen en beschouwingen. Haar werk is sinds 2015 onder andere verschenen op Mister Motley, in Streven, De Revisor en De Gids en werd meermaals gepubliceerd op DIG (De Internet Gids) en in Tirade. In 2020 werd haar verhaal Backspace opgenomen in Rebel, Rebel, de bundel van Uitgeverij Prometheus ter gelegenheid van de Boekenweek. Ook maakte zij de podcast Balkon voor Sprekende Letteren.

De schermen van Windows

Posted by Windows on Tuesday, 1 September 2015

 

Op Facebook werd mij deze reclame van Windows in het gezicht geduwd. Te zien is hoe een meisje haar volle rugzak uitpakt, alle boeken eruit haalt en er dan een tablet in stopt. Vervolgens verschijnt in beeld de kreet: ‘Zeg papier vaarwel.’

Ik heb het korte filmpje gedeeld met de woorden: ‘Misselijkmakend, kwalijk, driewerf schande!’ Ik hoop dat Microsoft dat ziet en zich eens achter het oor krabt. Wat zou die jongen in vredesnaam bedoelen? Wat een ouderwetse prietpraat met z’n ‘driewerf schande’. Dit is de vooruitgang!

Nou nee. Afscheid nemen van het papier is een vorm van verloedering. Lezen vanaf een scherm is misschien wel deel van nieuwe technische mogelijkheden en innovatie, maar geen algehele vooruitgang. Natuurlijk gebruikt iedereen dagelijks digitale vormen van tekst, alleen zal bijvoorbeeld een tablet nooit een vervanging van het boek kunnen betekenen. Uitgever Theo Sontrop zei het al midden jaren tachtig: de twee vormen zullen naast elkaar blijven bestaan en dat moet dan maar.

Windows, Microsoft, ik heb een enorme hekel aan dat bedrijf en de producten die ze afscheiden (maar dat is een ander verhaal). Als ik zeg dat hun reclame niet deugt dan is dat hartgrondig en oprecht, helemaal gemeend en doodeerlijk. Zeker wanneer die duidelijk gericht is op de meest vatbare groep. Sorry Bill, vast heel leuk om eens een Budweiser met je te drinken, maar verder kun je regelrecht de hoogste boom in.

Er gaat geen platgeslagen flutcomputertje boven de voordelen van het boek. Al was het maar vanwege het feit dat er geen pagina’s meer bestaan in het digitale. De karakteristieke geur ontbreekt, net als de letterlijke gevoelswaarde van een boek, een omslag of band. Ezelsoren zijn verdwenen, en nooit meer kom je een stukgelezen exemplaar tegen, want stuklezen kan niet meer. Digitaal gaat namelijk nooit kapot (zeggen ze, maar hoor ze piepen al de boel crasht). Nooit meer een beklad, door een ander volgeschreven boek tegenkomen, nooit meer een opdracht van oprechte trouw of innige vriendschap op de eerste bladzijde.

Op zichzelf is dat allemaal al gruwelijk genoeg, ware het niet dat het in feite nog erger is. De generatie die van kinds af in aanraking komt met verhalen en teksten, zelfs leerboeken, die digitaal zijn zal een domme generatie zijn. De invloed die lezen vanaf een scherm heeft op het brein is negatief. Het algemene concentratieniveau daalt onder invloed daarvan en door andere digitale afleidingsbronnen. Het samenwerken tussen de hersenhelften verslechtert doordat het scherm plat is. Verder is bewezen geacht dat het geheugen zich minder goed ontwikkelt dan wanneer papier het medium is. Windows doet de vensters op de wereld systematisch dicht.

Uiteindelijk zal er groep zijn die niet vanzelfsprekend met het boek in aanraking is gekomen. Ik ben daar uitermate pessimistisch over en vrees dat die groep in een verdomhoekje zal terechtkomen, zonder vaardigheden, half-hersendood en tot weinig in staat. Gelukkig zal hun hulp en verzorging worden geboden door middel van nieuwe apparaten en nieuwe schermen – van Microsoft natuurlijk.
 

Marko van der Wal (1989) is opgeleid als classicus, redacteur van Tirade en werkt bij Uitgeverij Van Oorschot. Sinds twee jaar blogt hij wekelijks voor tirade.nu. Hij ziet er overigens anders uit dan hij eruitziet.

Marko van der Wal

Marko van der Wal (1989) is opgeleid als classicus, redacteur van Tirade en werkt bij Uitgeverij Van Oorschot. Sinds enkele jaren blogt hij (onregelmatig) voor tirade.nu.

Meer blogs

  • Afbeelding bij Warm

    Warm

    Hitte verbindt. Er wordt minder van je verwacht; je verwacht een stuk minder van anderen en veel minder van jezelf. Bij hitte doe ik alles langzaam en merk dan dat ik hetzelfde gedaan krijg – zelfs na vijf duiken in de gracht en anderhalf uur staren sluit ik mijn laptop in de middag met tevredenheid....
    Lees verder
  • Afbeelding bij Zomerverlies

    Zomerverlies

    Alle ramen stonden open en toch was het warm in mijn keuken. Ik sneed knoflook in dikke plakken en liet die bruinen in de lekkerste olijfolie, hakte een paar rijpe vleestomaten en voegde die toe, dopte hulkgroene erwtjes. Als ik buiten de deur ga eten maak ik voor vertrek iets voor de thuisblijvers; je bent...
    Lees verder
  • Afbeelding bij De bekende weg

    De bekende weg

    Het Zeeuwse dijkhuisje van B’s tante is al een jaar of twintig in mijn leven. Het is er stil, er is veel licht en de zee voelt heel dichtbij, maar rond de dijk is geen toerisme. Het enige wat er verandert is de tuin: er zijn meer rozen dan voorheen. De wilg is groter, en...
    Lees verder
Tirade bloggers
  • Foto van Kevin Headley
    Kevin Headley

    Kevin Headley (1983) is een Surinaamse documentairemaker, journalist en schrijver. Sinds een aantal jaar schrijft hij ook korte verhalen, welke onder andere gepubliceerd zijn in de Surinaamse krant de Ware Tijd, het opinieblad Parbode, het online literair tijdschrift Papieren Helden, het tijdschrift Wobby en Tirade. Kevin heeft ook de speciale uitgave van Tirade PRAKSERI met alleen Surinaamse verhalen samengesteld. Tweewekelijks leren we door zijn ogen verschillende aspecten kennen van Suriname.

  • Foto van Sybren Sybesma
    Sybren Sybesma

    Sybren Sybesma (2001) werd in Leiden geboren. Na de middelbare school deed hij een jaar vooropleiding klassiek piano aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag. Daarna studeerde hij Biomedische Wetenschappen in Leiden.  Hij volgde een cursus korte verhalenschrijven aan de Schrijversvakschool in Amsterdam bij Nico Dros. Bij de Mare kerstverhalenwedstrijd won hij twee keer de derde prijs. Ander werk verscheen op De optimistOp ruwe planken en in het Friese literaire tijdschrift Ensafh. Hij zit in de redactie van Babel en studeert in Amsterdam. Hij speelt nog veel piano.

  • Foto van Lia Tilon
    Lia Tilon

    Lia Tilon (1965) debuteerde in 2002 met de roman Huizen van papier bij Uitgeverij De Arbeiderspers. In 2012 publiceerde Uitgeverij Cossee haar roman Zielhond, in 2017 gevolgd door Archivaris van de wereld. Tilon schrijft romans en korte verhalen. Zij blogt over emigratie en de vraag wat heimwee is. Is heimwee wel verbonden met een plek in je leven, of aan het gevoel dat je had toen je je op die plek bevond? En maakt het wat uit?