Tijgers blijven

Een mens zou haast vergeten dat hij schrijver is, dus een beetje actieve literatuur mag ook. Of waarom zelfs niet de combinatie, literatuur over literatuur, dolce e utile etc. In concreto: straks is Hugo vijf jaar dood, en sommige verslaafden raken hem echt niet kwijt.

 

Tijgers blijven

 

Tijgers blijven, krekels spitten

in onze spieren. Niemand slaapt

je uit.

 

Want in ons vel laaien nog je lianen,

het oerwoud dat in de jongen speelt

met vuur.

 

Wij hebben nodig: een vonk,

een wijf,

een tijd

die een touw aan ons kan vastknopen.

 

Maar we hangen alleen

in je taal van boekweit

en klaroenen, van zinnen

vol apinnen, zoekend als blinden

naar het braille van onze navels.

 

Tijgers blijven, krekels spitten.

De vroege moeders huilen ons

wakker vannacht.

In de Oorshop

Elle est morte

Elle est morte. Qui? Emmanuelle… Sinds twee dagen vertoef je niet meer onder ons, d.w.z. dat je, in mediatermen, al oud nieuws bent. Ik ga dan ook geen in memoriam aan je wijden, dat deden de kranten, televisiejournaals en een hoop publicisten al voldoende. Een gedichtje wil ik wel maken, later, als je dood een beetje uitgeregend is in mijn hoofd.

Nu houd ik het bij een bedenking. We zullen je herinneren als Emmanuelle, d.w.z. als Sylvia in de iconische rieten stoel, met je masker van naaktheid. En daarbij denken we alleen aan jou. De mannen in je leven zijn je nooit gaan overheersen, je bent geen Marilyn Monroe, bij wie altijd meteen de schimmen van Joe DiMaggio, Arthur Miller en JFK opduiken, of, om het even literair te houden, een Kristien Hemmerechts bij wie we altijd de rokershoest van Herman in de nek voelen.

Ondanks je relaties met Hugo Claus, Freddy de Vree en de Amerikaanse acteur Ian McShane, blijf je onze puberfantasie Emmanuelle. Je bent geen aanhangsel geworden van bekende mannen. Wij zijn het aanhangsel geworden van jouw tweeëntwintigjarige lijf.

Je was onze artistiek niet altijd verantwoorde poëzie, ons biertje voor het slapengaan, onze vermoorde onschuld, onze Borsten des Vaderlands. Wij blijven aan je denken. Rust zacht, heb vrede, drink een neut met God. En hopelijk voelen die rieten stoelen in de hemel fijn aan je kont.

Blijf op de hoogte, ontvang onze nieuwsbrief.

Losers

Lezend in een voor de AKO genomineerde roman, valt het me weer op: wat houden we toch van losers. Of het nu gaat om een schlemiel die in de penarie raakt, een onhandige, lichtjes emotioneel gehandicapte vader die het contact met dochter en realiteit verliest, of gewoon een berooide klootzak die zichzelf nog meer de vernieling in gokt, we love them. Op papier welteverstaan. De exemplaren van vlees en bloed moeten niet in onze vuilnisbak komen rommelen, laat staan hun geldtekort aanvullen met de inhoud van onze portemonnee. Zo ver gaat onze liefde voor kunst nou ook weer niet.

Maar op papier is het bingo. Menig literatuurvorser beweert dat er dan een soort van identificatie met de protagonist optreedt, de lezer zoekt immers ‘herkenning’. Hoewel dat zeker ten dele waar is, geloof ik nog sterker in het feit dat mensen een houvast wensen. Een ijkpunt om hun eigen verwachtingen te kunnen plaatsen en, bij voorkeur, naar beneden bij te stellen.

De loser geeft de lezer daarbij een handig mikpunt. Doet hem, wanneer hij zijn eigen leven in ogenschouw neemt, denken: het kan nog veel erger. Niet dat de lezer zich per se beter hoeft te voelen dan het hoofdpersonage, het draait meer om de idee: als dit – te weten de situatie van de loser – de norm is, dan kan ik daaraan beantwoorden. Meer nog, dan hoef ik eigenlijk niet zo veel te doen om een tikkeltje beter te zijn. Papieren losers verantwoorden de eigen gemakzucht. Zeker omdat wanneer we, in het slechtste geval, zelf zo’n loser zouden worden, we dan eigenlijk, zoals uit al die boeken blijkt, best nog wel een toffe peer kunnen zijn.

Het enige probleem daarbij is: die papieren losers hebben lezers. Onze levens niet. Wij zijn maar afkooksels van losers. De echte loser leeft in permanente staat van literaire genade.

Alleen maar Bijlmermensen

Tijd voor wat literatuur. Die mag dan wel op sterven na dood zijn, enkele heethoofden willen de zaak nog wat bespoedigen. Eerste doelwit is Robert Vuisje, auteur van de prijswinnende en zonet verfilmde roman Alleen maar nette mensen (Jood die er uitziet als een Marokkaan en samen met zijn pik op zoek gaat naar ‘de intellectuele negerin’, u kent als ervaringsdeskundige het verhaal wel.)

Wat daar allemaal fout of leuk aan is, kunt u ongetwijfeld zelf bedenken, maar de kans dat het spontaan moordgedachten bij u naar boven spit, lijkt me klein. Niet zo voor een paar luisteraars van de illustere Amsterdamse zender ‘Radio Mart’, die het plan hadden opgevat om Robert Vuisje om zeep te helpen. Ze spraken daarbij zelfs expliciet van ‘vuurwapens’ en ‘doodschieten’.

Wat de reden daarvoor was? In de gelijknamige film zou een verkeerd en stereotyperend beeld worden gegeven van de Bijlmer en zijn bewoners. Wat het ‘juiste’ beeld van de Bijlmer is, blijft daarbij in mist gehuld, maar het punt is natuurlijk dat boek noch film ooit pretendeerden van een realistische weergave aan te bieden van de betrokken wijk. Het is fictie, een verzonnen verhaaltje dat zo grappig en artistiek mogelijk op het papier of het beeldscherm wordt gebracht. En wat is er grappiger of meer literair verantwoord dan liegen? Liegen (vooral tegen hun partner) is trouwens ook wat al de bewoners van de Bijlmer doen in Alleen maar nette mensen.

Tijd om dat tegen te spreken dus, want wat denkt die joodse Marokkaan wel, die lustig op zijn boekomslagen poseert met een uit de kluiten gewassen vrouwenkont naast zich? Als tegenoffensief werd dan ook het waarheidsgetrouwe statement uitgebracht dat niet nader genoemde mensen Robert Vuisje zouden omleggen. Resultaat was dat het radio-interview alvast niet in de studio werd opgenomen vanavond, al willen de programmamakers het wel laten doorgaan. Indien Robert Vuisje vanavond nog leeft natuurlijk. Of zouden mensen uit de Bijlmer toch liegen?

O zo nobel (bis)

Mo Yan won de Nobelprijs voor de literatuur. De eerste echte Chinees, aangezien de eerste (Gao Xingjian in 2000) door de Communistische Partij liever weggezet wordt als een tot fransoos ontaarde pseudoscribent. Een salonfähige Chinees dus zowaar (naar verluidt zelfs met partijkaart), geheel tegen de Nobelprijstraditie in. Al waren vele commentatoren er als de kippen bij om te benadrukken dat kameraad Mo toch ook wel sociaal kritische lagen in zijn geschriften steekt, kwestie van toch niet al te veel te pluimstrijken bij de trotse apparatsjiks in Peking. Vriend Mo moest wel een beetje rebels blijven.

Dat leek hij zelf ook aan te voelen, want gisteren kreeg hij plots de behoefte om een goed woordje te doen voor de iets dissidenter dan hemzelf schrijvende Liu Xiaobo. Die laatste kreeg twee jaar geleden de Nobelprijs voor de vrede, iets wat in de hoge kringen in Peking niet meteen op eenstemmig gejuich werd onthaald.

Nu is er gelukkig Mo die oproept om Liu vrij te laten. Dergelijke oproep rolt natuurlijk vlotter van de tong wanneer de hele wereldpers over je schouder meekijkt en het toch een beetje zou opvallen als er drie dagen later plots vreemde bloeduitstortingen op Mo’s lichaam zouden verschijnen. De Chinese overheid blijft dus ook na de oproep lachen (zij het een beetje als een boer met kiespijn) en onze laureaat poetst meteen zijn rebelse imago een tikje op, zodat ook het weldenkend deel van het journaille tevreden naar huis gaat. En Liu natuurlijk, die kirt van plezier in zijn cel om deze nobele oproep. Iedereen tevreden en Mo is de koning te rijk.

Angela’s petticoat

Gisteren meldden enkele kranten een diplomatieke blunder of zelfs provocatie van onze geliefde Frau Merkel. De olijke Duitse dame had immers hetzelfde schreeuwlelijke jasje aan als tijdens de kwartfinale Duitsland-Griekenland op het afgelopen EK. De wedstrijd eindigde toen op 4-2, m.a.w. de boodschap van Merkel zou dezelfde zijn als die van Gary Lineker: aan het eind winnen de Duitsers.

Op basis van dat EK weten wij echter beter dan wie dan ook dat voetbal en realiteit weinig met elkaar te maken hebben, zodat deze journalistieke interpretatie me toch wat ver lijkt te gaan. Meer nog, ik zou zelfs een tegengestelde opinie aanhangen: Merkels jasje was een daad van mededogen. Kijk eens, zei Angela, ook wij Duitsers lopen er lelijk gekleed bij, ook wij zijn maar arme sloebers. Na vier maanden zit ik immers reeds door mijn kleerkast heen en moet alweer in hetzelfde outfitje opdraven. Ook dat is besparen. En zoals u ziet is er voor die facelift ook geen geld. Nee, Angela kwam duidelijk in vrede.

Ondertussen deden de Grieken ook hun best en verwelkomden Frau Merkel volstrekt niet provocatief met vlaggen vol hakenkruisen. Spontaan, warm en ludiek volksprotest, toch? Misschien kunnen beide partijen volgende keer op voorhand wat afspreken om de boel nog gezelliger te maken. Dan doen de Grieken hun lelijkste groene jasjes aan en komt Angela met swastika-armband en potloodsnorretje. Ze vallen elkaar dan ongetwijfeld onmiddellijk in de gestrekte armen.

Meer blogs

  • Afbeelding bij Zomerverlies

    Zomerverlies

    Alle ramen stonden open en toch was het warm in mijn keuken. Ik sneed knoflook in dikke plakken en liet die bruinen in de lekkerste olijfolie, hakte een paar rijpe vleestomaten en voegde die toe, dopte hulkgroene erwtjes. Als ik buiten de deur ga eten maak ik voor vertrek iets voor de thuisblijvers; je bent...
    Lees verder
  • Afbeelding bij De bekende weg

    De bekende weg

    Het Zeeuwse dijkhuisje van B’s tante is al een jaar of twintig in mijn leven. Het is er stil, er is veel licht en de zee voelt heel dichtbij, maar rond de dijk is geen toerisme. Het enige wat er verandert is de tuin: er zijn meer rozen dan voorheen. De wilg is groter, en...
    Lees verder
  • Afbeelding bij Zo alleen… Zo alleen 

    Zo alleen… Zo alleen 

    (beeld: Don Duyns) Uit de hengstebron gedronken hebben.   Ik schrijf over gegeven paarden en ogen van naalden.  Over brood op de keukenplank muizen die op tafel dansen en   klokjes die tikken.  Had het meisje geantwoord.  Hij had haar rode kapje gevolgd en zijn besluit genomen.  Ik ben een poëet, had ze piepend gezegd.  Aan de...
    Lees verder
Tirade bloggers
  • Foto van Ida Hondelink
    Ida Hondelink

    Ida Hondelink is schrijver en performer. Ze studeert momenteel af aan de studie Writing For Performance aan de HKU. Reeds is ze actief als dichter en essayist op verschillende platforms en podia, waaronder Notulen van het Onzichtbare, Hard//hoofd, Dichters in de Prinsentuin, de U-Slam en de Nacht van de Literatuur. Haar werk is fantasierijk, maatschappijkritisch en heeft doorgaans een poëtische ondertoon.
    (portret: Lin Woldendorp)

  • Foto van Anna op de Weegh
    Anna op de Weegh

    Anna op de Weegh schrijft experimenteel theater over honger, onhoudbare transformatie en de (her)ontdekking van een lichaam. Haar teksten zijn vlezig, tactiel en poëtisch. In de afgelopen vier jaar werkte ze o.a. als dramaturg, liep ze stage bij Theater Utrecht als regieassistent voor de voorstelling Panic Room en zette ze samen met Maggie Thedinga het tweekoppige collectief Disgusted & Horny op.

  • Foto van Femke Lucia
    Femke Lucia

    Femke Lucia (Bogota, 1998) is een eerlijke schrijver, die realistische, menselijke verhalen in een magisch daglicht zet. Ze schrijft omdat ze gelooft in de kracht van verhalen en hecht veel waarde aan gemeenschappelijkheid, haar voorouders en Latijns Amerikaanse muziek. Ze bevindt zich in een zoektocht naar de vorm en betekenis van het schrijverschap, en laat zich daarbij leiden door haar eigen ritme en intuïtie.