Contemporain (1)

Als Nederland inderdaad vooral aan het terugdeinzen is voor de begroting van Prinsjesdag en als het eindelijk bereikte akkoord over Brussel-Halle-Vilvoorde in België tegenstemmen in en rond de partijen doet opgaan, als het ene deel van de wereld een nieuwe kredietcrisis vreest en als het andere, iets grotere deel wederom een hongersnood, dan moet de conclusie haast wel zijn dat het vroeger beter was. Maar waar hebben we het in dat geval over?

Aan het begin van het elegante boekje Naaktheden stelt Giorgio Agamben: ‘Wie “mijn tijd’’ kan zeggen, deelt de tijd, schrijft er een cesuur in en een discontinuïteit; en juist door deze cesuur, deze interpolatie van het heden in de inerte homogeniteit van lineaire tijd, zet de contemporain een bijzondere relatie in werking tussen de tijden.’ Om vervolgens het bewijs te leveren met gave analyses van onze actualiteit langs historische fenomenen. Meer bijzonder dan voorspelbaar vind ik dat hij daarvoor ook dat gedicht van Osip Mandelstam inzet, met het onvergetelijke beeld van de wervels van twee eeuwen die aan elkaar moeten worden geplakt. Alsof eraan herinnerd dient dat contemporainiteit ontspringt uit een heden, gebruikte Alain Badiou in De twintigste eeuw hetzelfde gedicht voor een doorlichting van de tijd. Maar dat was op basis van een seminar dat in 1998 van acquit ging, terwijl Agambens bundel stamt uit 2009 – er zit een millenniumwisseling tussen.

En nog iets.

In de Oorshop

Achterkant van het gelijk

‘The words I speak I cannot revise’, schreef Timothy Liu.

Zou Edgar Davids inmiddels, nu hij raad van commissaris is, snappen waarom, als kameleon tussen de blanke en de zwarte spelers van het Nederlands Elftal, toenmalig bondscoach Hiddink zijn head in player’s asses stak? Vervolgens had Hiddink ingecalculeerd dat, ter verbroedering, de betreffende ani zouden zingen (Augustinus, De Civitate Dei, XIV, 24).

Blijf op de hoogte, ontvang onze nieuwsbrief.

Wa?

 babytaal

Is babyspeak universeel? In het gedicht ‘Bevindingen’ uit de bundel Nu je het vraagt (2010) somt Micha Hamel per regel één in spreektaal gestelde positieve kwalificatie op, die hij laat voorafgaan door een jaar. Dit loopt van 1970 tot en met 2009, zodat de in het openingsjaar geboren dichter geschiedenis & ontwikkeling van zijn idiolect geeft. Uiteraard is dat door de omgeving beïnvloed. Het voorlopige eindoordeel ‘mooi’ klinkt droogjes tegenover vele efemere kwalificaties uit de jaren ervoor. En het maakt de cirkel rond, omdat Hamel 1970 koppelt aan ‘mo’.

Zelf heb ik een Nederlandstalige nuljarige nooit een andere klinker dan een ‘a’ horen uitslaan en sporadisch een ‘i’. In Arabische talen zou hetzelfde voorvallen. Elke mond moet klanken leren vormen, samen met de tong. Dit verklaart de trefzekerheid van een benaming als dada, maar ook waarom Herman Brood in euforische buien cha cha riep: de uitstoot van als puur gepercipieerde klanken, linea recta uit de keel. Aan een ‘o’ komt al heel wat lippenwerk te pas (Broods andere tussenwerpsel pop markeert een volgende fase en daarna stopt het gebabbel en geoordeel nooit meer).

Bij babytweeklanken lijken versvoettechnisch de spondee en de trochee te domineren. En dus geen jambe, diep ingebakken in de westerse poëzie – die tegen haar intuïtie in ging?

Diana

 diana_actaeon

Hoe is het mogelijk: verdwenen! Zolang ik woon waar ik woon, een jaar of vier, hing er op een uitvalsweg een groot reclamebord met een foto van het bovenlijf ener volslanke dame, ‘afslag Wernhout’. Dat ligt zeker zestig kilometer verderop. Dus ofwel zijn Belgen, nochtans uitvinders van de broek vol goesting, virtuoze stoïcijnen ofwel had het adverterende bedrijf vertrouwen in der dames aura. En in de eigen naam: Club Diana. Wielerliefhebbers verwijlen dan onmiddellijk in de Tour de France, toen de Club zijn eigen volgwagen had bij de ploeg PDM, waar zoonlief Jan Siemons voor reed. Het was een bus eigenlijk, van alle gemakken voorzien. Dit heeft in ieder geval ook indruk gemaakt op een Nederlandse singer-songwriter, die zijn band herdoopte onder die naam. Wel was hij heel begaafd en altijd doende en, alweer tweeënhalf jaar geleden, bleek hij een voorloper van Mohamed Bouazizi.

(Alvorens dit postzegeltje te plakken ging ik het web op om het geheugen te confronteren. Nu beweer ik allerminst dat internet onberispelijk is in zijn waarheidsvinding, maar voor de goede orde:

-Wernhout > Zundert

-Club Diana > Sauna Diana

-PDM > TVM

-Bandnaam geïnspireerd op een uitspanning te Mook

Helaas vindt de staat van de singer-songwriter geen correctie. Hij had een vrouw en drie kinderen, Beth, Maan en Kid.)

Wonder

Het zomernummer van Poetry Review had een dossier met de vraag waar de nieuwe politieke poëzie uithangt. Mijn aandacht ging naar Ian Duhig die een verschil schetst tussen lokale en academische percepties. Dat laatste is altijd obligaat, vind ik, maar de dichter betoogt met veel bravoure en werkelijkheidszin over nieuwe sociale kloven die in Amerika en Engels ontstaan zijn. En over de aandrift serieuze narigheid immer elders waar te nemen. Zijn zoon, vertelt Duhig, zal zwaar moeten betalen voor een opleiding die zwakker is dan vader ooit in de avonduren gratis kreeg. ‘If poetry begins in wonder, such stupefying political changes could not fail to influence mine, as they do many other poets now, writing in many different ways.’ Ian Duhigs eigen ouders komen trouwens uit de veelsproken EU-natie Ierland, waar investeringsbanken vrolijk voortdoen terwijl een groot ziekenhuis wegens bezuinigingsronden zijn patiënten niet meer kan behandelen. Maar dat laatste schijnt geen principieel probleem met al dan niet privé-gesponsorde buren. Moet je dichterlijk of gezond zijn om dat ongerijmd te vinden?

Historisch

Vandaag is het, zoals inmiddels bekend, 38 jaar geleden dat Salvador Allende stierf. Het mag ook gezegd dat 108 jaar geleden Theodor Wiesengrund Adorno geboren werd. Hebben ze iets gemeen? Gevoelsmatig wel, maar Adorno zou zich tegen dat soort argumentatie gekant hebben (Allende had domweg vermoedelijk minder tijd). Evengoed is er verschil: dat Allende harstochtelijk verlangde naar een gemeenschap terwijl Adorno afstand leek te willen houden, vreemd en vervreemd te zijn, om te kunnen formuleren en denken. In Minima Moralia: ‘Waar zijn slechts die gedachten die zichzelf niet begrijpen.’ Dan maar morgen verder.

Meer blogs

  • Afbeelding bij Zo alleen… Zo alleen 

    Zo alleen… Zo alleen 

    (beeld: Don Duyns) Uit de hengstebron gedronken hebben.   Ik schrijf over gegeven paarden en ogen van naalden.  Over brood op de keukenplank muizen die op tafel dansen en   klokjes die tikken.  Had het meisje geantwoord.  Hij had haar rode kapje gevolgd en zijn besluit genomen.  Ik ben een poëet, had ze piepend gezegd.  Aan de...
    Lees verder
  • Afbeelding bij Geen weer

    Geen weer

    Omdat onze vriendengroep door aanvullende kinderen en huisdieren bijna alle vakantiehuizen ontgroeid is en de resterende vakantiehuizen hatelijk duur zijn geworden, bedacht ik een alternatief. We zouden een tentenkamp opslaan bij S en L, die sinds kort een boerderij met flink wat grond in Wardoe bewonen. Fikkie stoken, buiten koken, disco met de kinderen, sterrenstaren...
    Lees verder
  • Afbeelding bij Tenta

    Tenta

    (beeld: Don Duyns – naar Hokusai) Het Spaanse strand is leeg, op wat lege flessen, de resten van een kampvuur, omgevallen plastic stoelen en Cleo na. Haar vingers prutsen met het wieltje van een aansteker terwijl ze haar 3e sigaret van de ochtend probeert op te steken. Blote voeten half begraven in het zand, gehaakte...
    Lees verder
Tirade bloggers
  • Foto van Menno van der Veen
    Menno van der Veen

    Menno van der Veen studeerde filosofie en wijsbegeerte. In 2019 publiceerde hij zijn tweede roman Ontweten bij Van Oorschot. Menno werkt ook als onderzoeker, consultant en trainer op het gebied van democratie, participatie en mensenrechten. Momenteel werkt hij aan zijn derde roman (werktitel Het profetenverbod). Die is naar verwachting klaar in 2022.

  • Foto van Julien Ignacio
    Julien Ignacio

    De Nederlands-Arubaanse schrijver Julien Ignacio (1969) studeerde af als literatuurwetenschapper. Hij publiceerde theaterteksten, blogs en korte verhalen. In 2008 ontving hij de El Hizjraliteratuurprijs voor zijn toneelstuk Hotel Atlantis. Hij was redacteur van literair tijdschrift Tirade en is bestuurslid van de Werkgroep Caraïbische Letteren. In 2018 verscheen zijn debuutroman Kus (nominatie Bronzen Uil). Met collega-schrijvers Michiel van Kempen en Raoul de Jong stelde hij Dat wij zongen samen, een bloemlezing Caraïbische literatuur die in 2022 uitkwam bij uitgeverij Das Mag. In september 2023 verscheen zijn tweede roman Goudjakhals, een kralenketting van historische en futuristische migrantenverhalen, die zich afspelen in onder meer Amsterdam en Aruba, Beiroet en Lesbos.

  • Foto van Tim Veeter
    Tim Veeter

    Tim Veeter

    Tim Veeter (1991) is acteur en schrijver. Hij studeerde af als Theaterwetenschapper aan de UvA en genoot diverse acteeropleidingen. In zijn schrijfwerk speelt hij met taal en legt de nadruk op het perspectief en de ontwikkeling van de personages. Zijn verhalen zijn vaak licht absurdistisch, maar toch herkenbaar. Tim is woonachtig in Amsterdam.