1 september: een nieuwe Blogger in Residence

Vanaf 1 september zal Jaap Goedegebuure op deze website twee maanden lang bijdragen plaatsen. Goedegebuure (1947) is hoogleraar Moderne Nederlandse Letterkunde aan de Universiteit Leiden en is criticus voor Trouw en Het Financieele Dagblad. Hij is al jaren een gerenommeerd criticus en essayist. Tot 1982 was hij vijfeneenhalf jaar redacteur van Tirade. Hij publiceerde onder meer de biografie van Hendrik Marsman. In oktober verschijnt van hem bij Vantilt een boek over hedendaagse Nederlandse schrijvers en religie.

In de Oorshop

Laatste stuk

LAATSTE STUK


In The New Yorker vond ik een gedicht van Catherine Bowman en dacht, toen ik m’n laatste stukje wilde tikken, zo was het schrijven voor dit blog twee maanden lang.
Als praten aan de telefoon tijdens de afwas.

She loves to talk on the phone
while washing the dinner dishes,
catching up long distance or
dealing with issues closer to home,
the reconnoitring with the long lost
or a recent so-and-so. She finds it
therapeutic, washing down
the aftermath. And that feeling
she gets in her stomach with a loved one’s

prolonged silence. And under the sink
in the dark among the L-pipes, the confederate
socket wrenches, lost twine, wire lei,

sink funk, steel-wool lemnisci, leitmotifs
of oily sacraments, a broken compass forever
pointing southeast by east, mold codices,

ring-tailed dust motes from days well served,
a fish-shaped flyswatter with blue horns,
fermented lemures, fiery spectres,
embottled spirit vapors swirling in the crude

next to the Soft Scrub, the vinegared
and leistered sealed in tins, delicious with saltines,

gleaned spikelets, used-up votives. . . .
In the back in the corner forgotten

an old coffee can of bacon fat
from a month of sinful Sundays,

a luna moth embossed, rising–a morning star.

Blijf op de hoogte, ontvang onze nieuwsbrief.

Flauberts papegaai

In zijn weergaloze boek Flauberts papegaai schrijft Julian Barnes over de eerste epileptische aanval van de schrijver: Gustave meldt dat iedere aanval was als een soort bloeding van de zenuwactiviteit.
‘De ziel werd op een gruwelijke manier van het lichaam losgescheurd’.

Een van de vragen die de filmmaker mij stelde over herinneren was: herinner je je een moment dat je van schaamte vervulde?

Ik dacht niet na:

Ik herinner me hoe mijn vader, die toen ik een kind was minstens drie keer per week een zware epileptische aanval had, een keer bijkwam en wilde doorgaan met waar hij mee bezig was, het bakken van eieren, hoe hij naar de pan keek, het metaal streelde, toen de eieren stuksloeg, er boter op gooide, en mij daarna lachend aankeek, vragend ook, hoe ik mij toen schaamde: voor hem, voor mij, voor de situatie.

De knoop

Soms, zoals net, ik zit een beetje te somberen, ondanks het mooie weer, lees je bij toeval een gedachte die werkt als een schop onder je kont.

De filosoof Henk Oosterling, lees ik, zei dat we goed moeten beseffen dat we niet in de knoop zitten maar dat we de knoop zijn.

Gemakzuchtig idee

Ik kom thuis nadat ik heb gezwommen, loop naar m’n computer, streel het toetsenbord en controleer de mail. De snelheid van de verbinding is geruststellender dan welke golfslag ook. Er daalt een grote kalmte in mij neer.

‘s Middags heb ik het tijdschrift The gentlewoman gelezen. Mooie interviews, onder anderen met Alice Rawsthorn, designcritica van de International Herald Tribune. Over communiceren zegt ze: ‘People moan about email taking up too much time, but for me it’s the opposite’.

Ik deel die mening en ik begrijp Arnon Grunberg die vertelde dat niet bij z’n mail kunnen zijn grootste angst is.

Intussen groeit gestaag de stapel boeken waarin kritiek wordt geuit op de nieuwe mens die geen dag meer zonder internet kan, die geen rust meer kent.
Susan Maitland schreef zo’n boek.
Joke Hermsen.

Ik ken mijn mystieke klassiekers. Ik weet wat stilte is. M’n vrienden zullen het beamen. Ik weet wat versterven is, opgeven… maar wel graag met een computer bij de hand, ja! En ik denk vaak aan Flaubert als er weer eens wordt geopperd dat het toch aardig zou zijn om een tijdje te leven zonder al die moderne verworvenheden. Heb ik zelf ook wel eens overwogen.

Maar dan is er gelukkig Flaubert. Hij legde tijdens zijn leven lange lijsten aan van ‘idées recues’. Gemakzuchtige ideeën over de wereld, die niet kloppen, maar door bijna iedereen voor waar worden aangenomen. Dat we door de moderne technologie, onze gejaagde levens, die andere tijd niet meer kennen is zo’n idee.

De Duitse filosoof Rudiger Safranski hield ook eens een pleidooi voor rust, voor het vinden van een plek die in ons in staat zou stellen in onszelf af te dalen. Direct na verschijnen van zijn boek doorkruiste hij de wereld om deze boodschap te verspreiden.
Vliegtuig in.
Vliegtuig uit.

Werner Herzog

Het was een prachtige avond. De zonsondergang leek niet echt, straks een volle maan… Waar – om Gerard Reve te parafraseren – hadden we het aan verdiend? Ik liep tussen de varkens. Er was ook een koe, en een jonge stier. Dieren die waren vrijgekocht uit de bio-industrie. En deze boerderij was aangekocht om ze alsnog een mooi leven te bezorgen.
Ik juich verzet tegen de bio-industrie toe.

Toch voelde ik me ook ongemakkelijk. Ik ben op het platteland opgegroeid, tussen boeren die nog geen bioboeren waren en heb gezien hoe ze met hun dieren omgingen; hoe boerenknechten met een simpele klak van de tong een paard konden bedaren, hoe ze ganzen die sissend op je afkwamen met een zwaai van de arm een andere kant op dirigeerden. Ze spraken de taal der dieren.

Op de boerderij waar ik op deze prachtige avond was, liep trouwens ook een gans. Eén gans. Dat vond ik vreemd. Waarom niet meer? Ganzen horen in gezelschap te leven. En toen zag ik dat de jonge stier een varken te lijf ging. En hoorde hoe de jonge dwaas door een medewerker van de dierenreddingsboerderij werd toegesproken. ‘Eigenlijk moet je zijn gedrag negeren,’ zei hij nog tegen me, alsof hij het over een boze mensenpuber had. Maar hij sprak de jonge stier liefdevol bestraffend toe. Inderdaad, alsof hij het tegen een mensenpuber had.

Ik zag de boerenknechten uit mijn jeugd hoofdschuddend aan de kant staan. Wie liet er nou een jonge stier tussen de varkens, vrij op het erf. En ik dacht aan de hoofdpersoon uit de film van Werner Herzog, Timothy Treadwell, die tegen beren praat alsof het zijn schoolvrienden zijn. Treadwell is helemaal niet bezig met het redden van beren. In zijn hoofd speelt zich een heel ander avontuur af.

En ik kreeg het benauwd, daar op dat erf. Geen kwaad woord over mensen die de bio-industrie bestrijden, die dieren willen redden, maar waarom gaat dat redden uiteindelijk toch zo vaak over het redden van de redders zelf?

Meer blogs

  • Afbeelding bij Het bleek familie

    Het bleek familie

    Op sociëteit Minerva in Leiden zit bij de centrale trap een plaquette in de muur. Het opschrift luidt: Ter nagedachtenis aan leden van het Leidsch Studenten Corps die door de oorlog het leven lieten. Er staan een kleine dertig namen onder. Toen ik nog lid was van Sempre Crescendo (de open muzikale subvereniging van Minerva)...
    Lees verder
  • Afbeelding bij Het geluk

    Het geluk

    Miel bestiert een charmante delicatessenwinkel die zo in een oud, Frans dorpje had kunnen staan. Zo’n dorpje waar de tijd zelfs uit vertrokken is, de straten altijd leeggelopen zijn, alle dagen traag, hitsig en doorrookt voorbijkruipen en iedere mannelijke inwoner hopeloos verliefd is op de blonde bardame die haar jonge borsten op de toog drapeert...
    Lees verder
  • Afbeelding bij Lief

    Lief

    Gil omhelsde me, alsof hij er even in slaagde om in vijf seconden zijn hele bestaan om me heen te vouwen. We stonden in zijn woonkamer en ik was de eerste, omdat ik ook als eerste weer weg moest voor een optreden, al was ik liever als laatste gebleven. Ik liep naar het grote raam,...
    Lees verder
Tirade bloggers
  • Foto van Machiel Jansen
    Machiel Jansen

    Machiel Jansen blogt voor Tirade incidenteel over zaken die ‘Big Data’ raken. Hij leidt het Scalable Data Analytics-team bij SURFsara Amsterdam. Machiel is gepromoveerd op Knowledge Engineering en heeft in 2007 bij verschillende bedrijven en universiteiten aan SURFsara gewerkt.

  • Foto van Marian van der Pluijm
    Marian van der Pluijm

    Marian van der Pluijm (1997) is historica. Momenteel woont ze in Boedapest, waar ze Hongaarse Taal en Cultuur studeert. Voor VPRO-radioprogramma OVT maakte zij een documentaire over de Hongaarse dichter Miklós Radnóti. Zondag 7 november werd de documentaire uitgezonden op NPO Radio 1.

  • Foto van Menno Hartman
    Menno Hartman

    Menno Hartman (1971) is uitgever bij Van Oorschot.