Q&A op de Polytechnische Universiteit van Sint-Petersburg

illustratie van Nikita Klimov

‘Wat verstaat u onder ‘de nabije toekomst?’

De professor begint een verhaal over modellen en prognoses, maar wordt onderbroken door de directeur.

‘Hoeveel jaar? Noem gewoon een nummer! Hoe moeilijk kan het zijn zeg…’

De professor begint weer te stamelen over modellen.

‘Een num-mer!’ buldert de directeur.

‘Twintig tot dertig jaar,’ mompelt de spreker snel.

‘Kijk! Zie je nou wel dat je het kan.’

De tweede vraag: ‘Denk je dat de Arctische regio een belangrijke rol zal spelen in de overgang naar duurzame energie?’

De professor opent zijn mond voor een lekker lang antwoord, maar kijkt dan huiverig naar de directeur. Deze heeft zijn blik al strak op de professor gericht en schreeuwt meteen:

‘Zeg ja of nee! Je bent toch een professor? JA OF NEE?’

 

Eline Helmer (1993) begon na een BA Antropologie (University College Utrecht) en MSc Russische en Oost-Europese Studies (University of Oxford) in 2017 aan een PhD (University College Londen). Ze woont en werkt sinds 2015 in Rusland; eerst één jaar in Pskov, daarna in Sint-Petersburg en portretteert voor Tirade mensen die ze ontmoet

Foto van Eline Helmer
Eline Helmer

Eline Helmer (1993) begon na een BA Antropologie (University College Utrecht) en MSc Russische en Oost-Europese Studies (University of Oxford) in 2017 aan een PhD (University College Londen). Ze woont en werkt sinds 2015 in Rusland; eerst één jaar in Pskov, daarna in Sint-Petersburg en ze portretteerde voor Tirade mensen die ze ontmoet.

In de Oorshop

Liegen tegen kinderen

Wat zijn de gevolgen van liegen tegen je kinderen?

Al is het een beetje off season: is Sinterklaas opvoedkundig gezien van belang? Is het waardevol als onze kinderen op jonge leeftijd ontdekken dat ze met hun hele hebben en houden in een leugen zijn getrapt?

Niet liegen leert hen dat volwassenen betrouwbaar zijn, dat de wereld zoals kinderen die van ons aannemen klopt.

In mijn jeugd waren geesten (Brabant, don’t ask) even aannemelijk als algebra en weersvoorspellingen. Verloor ik iets toen ik besloot dat het hiernamaals niet bestaat?

Mensen die zijn opgevoed met god en atheïst worden, blijven zitten met de realiteit en het gat dat god daarin achterliet. Dat vacuüm vulde zich in de jaren ’60 met het paranormale.

Babyboomers zijn in mijn ervaring dol op alternatieve geneeswijzen.

Nadim, nu zeven, wil met me naar een winkel in geneeskrachtige stenen. Hij wil een ketting met een bergkristal eraan, en heeft de inhoud van zijn spaarpot ingezet op zo’n toverhanger. De afgelopen dagen gingen we meermaals langs, en steeds was die winkel dicht: alsof ze me aan voelden komen.

Op de fiets, na school, hadden we het erover.

‘Zo’n steen,’ zei mijn jongen, ‘is miljoenen jaren oud, en ik vind ze zo mooi.’

Ik nam een bocht, zeilde een brug over en hield Nadim stabiel op de stang met de binnenkant van mijn armen.

‘Sommige stenen,’ zei hij, ‘zijn goed voor je ogen en andere tegen hoofdpijn en zo.’

‘Dat is niet waar.’

‘Mensen zeggen dat.’

‘De verhalen zijn prima, als je maar weet dat ze niet waar zijn.’

‘Heb jij dan vroeger geneeskrachtige stenen gehad die niet werkten?’

‘Ik had stenen en die deden niks.’

‘Maar het had dus wel gekúnd, dat ze geneeskrachtig waren. Alleen je merkte het niet.’

Ik dacht aan hoe ik niet geloof in een werkelijkheid buiten de zichtbare, en aan zo’n beetje al mijn verhalen, waarin een magisch-realistische component zit. Dat gat waarmee de generatie van mijn ouders kampte heb ik ook, en ik vul het net als zij met fictie.

________________________________________________

Optie 8Gilles van der Loo (Breda, 1973) is schrijver en recensent. Hij was redacteur van Tirade en zijn fictie verscheen online en in diverse bladen. Bij Van Oorschot publiceerde hij de verhalenbundel Hier sneeuwt het nooit en de romans Het laatste kind en Het jasje van Luis Martín.

 

Foto van Gilles van der Loo
Gilles van der Loo

Gilles van der Loo (Breda, 1973) is schrijver en schrijfdocent. Tussen 2011 en 2015 was hij redacteur van Tirade. Bij Van Oorschot publiceerde hij de verhalenbundel Hier sneeuwt het nooit en de romans Het laatste kind, Het jasje van Luis Martín, Dorp en  Café Dorian. Meest recent verscheen Mens blijven aan het front bij Hollands Diep, dat hij samen met zijn Oekraïense vriend Andrii Kobaliia schreef.

Blijf op de hoogte, ontvang onze nieuwsbrief.

Literair huppelen (moveor et cogito ergo sum)

 

Dialogue Lucinda foto Anja Beutler

Maxim Februari zei in Zomergasten (25 augustus 2019) dat de literatuur in Nederland heel ‘plotgericht’ is. Ik ging thee zetten en mompelde dat hij eraan zou kunnen toevoegen: en de kunst in het algemeen is in de eerste plaats emotiegericht.

Toen de thee klaar was keek ik verder. “Tekst heeft het nadeel dat er ook altijd inhoud in zit die ontzettend afleidt van de vorm,” zei Februari. “Dus als je die vorm zelfstandig iets wil laten doen, zijn er altijd lezers die denken ‘Ja dat interesseert me helemaal niks die stijl, ik wil gewoon een verhaal en dan niet te ingewikkeld’. Literatuur, als het kunst is, probeert niet gewoon die plot te vertellen maar sprongetjes te maken.”

Hier had hij eigenlijk een fragment van Dialogue with Lucinda van choreograaf Nicole Beutler (uit 2010) moeten laten zien. Dat zijn nog eens huppeltjes! Juist omdat ze zowel vorm als inhoud zijn.

Maar Februari huppelde zelf ook mooi. Zo zei hij te streven naar dansante gewichtloosheid in woorden. Zo’n gedachte is dan alweer genoeg voor een hele avond. Ik zette de tv uit. (De rest van de fragmenten kijk ik later terug. Vaak lukt het me net niet om alle fragmenten op tijd te zien voor ze offline gaan, maar de podcast is ook fijn.)

Ik dacht, literatuur en theater zijn inderdaad vaak ‘plotgericht’ en daardoor ‘emotiegericht’. Veel verhalen fungeren als etalage voor uitvergrote emoties. Via verhalen kopen we als het ware emoties, we herkennen onszelf en voelen ons bevestigd, als in een moderne variant op de uitspraak van Descartes: moveor ergo sum. Ik voel, dus ik besta.

‘Movere’ betekent letterlijk: ‘bewegen’. In het Latijn zijn emoties als vreugde of verdriet vertaalbaar, maar ‘voelen’ in het algemeen niet. In Vergilius’ Aeneis (Boek IV) verwijt Dido Aeneas geen gevoel te hebben en stelt dat hij ‘immotus’ – onbewogen – is. Wellicht geldt volgens moderne begrippen dat wie ‘bewogen wordt’, gevoel heeft.

Natuurlijk is er niks mis met plot en emoties. Ze vormen de belangrijkste ingrediënten van drama. Complete genres bestaan uitsluitend uit plot en emotie. Maar zonder vorm worden die emoties als zeepbellen de wereld ingeblazen. Ze zweven los door de ruimte en spatten uit elkaar nadat je hun schoonheid (of lelijkheid) hebt bewonderd (of verafschuwd). Dan is het niet meer dan feelgood en zit er niks tussen ‘herkenbaar’ en ‘het doet me niks’.

Liefst bestaan literatuur en theater uit emotie die dicht op de huid zit – en zicht biedt op de context waaruit deze gevoelstoestand voortkomt – maar bieden zij ook een vormexperiment. Als ik Februari goed begrijp is emotie in literatuur voor hem zowel fysiek als mentaal bewegen. Letterlijk ‘moveor et cogito, ergo sum’.

 

Berthe Spoelstra (1969) is dramaturg van Frascati Theater. Recent kwam haar debuutroman Schemerland uit (Van Oorschot 2019). Voor Tirade schrijft ze over theater en literatuur.

foto Bas de Brouwer

 

Foto van Berthe Spoelstra
Berthe Spoelstra

Berthe Spoelstra (1969) is dramaturg van Frascati Theater. Haar debuutroman Schemerland kwam in 2009 uit bij Van Oorschot. In augustus 2021 volgt Zwerm. Voor Tirade schrijft ze over o.m. theater en literatuur.

En de groeten van Loekasjenko

illustratie Anna Borisova

‘Wat een broodje! Toe maar hoor! Alsof het allemaal niks kost! Zo, die jongen heeft geld genoeg zo te zien, wat een broodje zeg!’

Een rimpelig omaatje roept dwars door de overvolle bus.

‘Zeker zo’n verwend kind, daar zijn er tegenwoordig veel van. Vroeger, toen waren er niet van zulke broodjes. We zijn hier wel in de stad van de blokkade hoor, heb je daar wel eens aan gedacht?’

Er draaien nu steeds meer gezichten in de bus onze kant op. De Nederlandse student, die geen Russisch verstaat, hapt al met wat minder enthousiasme in zijn broodje gezond. Ik zeg tegen de vrouw dat we met een groep Nederlandse studenten naar het Russisch Museum gaan.

‘Oh.’

Ze krabbelt wat aan de uitgedroogde wrat naast haar neus.

‘Ik ben ook vaak met studenten op stap geweest, ik ben eigenlijk docent Russisch,’ mompelt ze een beetje verdwaasd. Ik vraag of ze zelf uit Sint-Petersburg komt.

‘Nee, uit Wit-Rusland.’

Ik zeg gauw dat mijn vriend Vitalii daar ook vandaan komt, uit Mahiljow. Een brede glimlach verschijnt op haar gezicht.

‘Mijn landgenoot! En ook nog eens uit Mahiljow, nou zeg, wat een toeval! Mijn zoon woont daar nu, hij is getrouwd met een Russische, ze spreekt wel vier talen. De kleinkinderen spreken ook al twee talen thuis, en Engels op school.’

Ze glimlacht.

‘Het zijn zulke kanjers! Mijn man leeft niet meer, maar dat was ook al zo’n talentvol figuur. Hij verloor zijn beide ouders in de oorlog en groeide op in een weeshuis. Zo leerde hij dus al vroeg voor zichzelf op te komen. Weet je, ik was dan vroeger wel docent Russisch, maar mijn hart ligt eigenlijk bij de Wit-Russische poëzie. Wat Poesjkin voor de Russen is, is dit gedicht voor ons. Luister, deze kent Vitalii zeker!’

Gevaarlijk zwaaiend met haar wandelstok in de volle bus begint ze te citeren. Ik ben blij dat we in de file staan. Dan valt ze stil.

‘Heb je dat nieuwe hoge gebouw gezien dat ze aan het bouwen zijn aan de andere kant van de rivier? Het is toch niet te geloven. Zo hoog. Vijf verdiepingen, meer heeft een mens toch niet nodig? Dat is niet natuurlijk. Waarom willen mensen zo ver weg van de aarde?’

Ze schrikt op.

‘Is dit al de Nevskii prospekt? Dan moet ik eruit. Nou, alle goeds hoor. Ik wens jou en Vitalii het allerbeste, en dat jullie maar veel gezonde kinderen mogen krijgen.’

Ze knijpt in mijn hand en vraagt me toch vooral de hartelijke groeten te doen aan haar landgenoot.

‘Ik weet niet eens hoe u heet, van wie moet ik de groeten doen?’ vraag ik.

Een guitige grijns verschijnt op haar gezicht.

‘Doe maar van Loekasjenko, dat wordt grappig,’ gniffelt ze, terwijl ze tastend met haar wandelstok de bus uitstapt.

 

 

Eline Helmer (1993) begon na een BA Antropologie (University College Utrecht) en MSc Russische en Oost-Europese Studies (University of Oxford) in 2017 aan een PhD (University College Londen). Ze woont en werkt sinds 2015 in Rusland; eerst één jaar in Pskov, daarna in Sint-Petersburg en portretteert voor Tirade mensen die ze ontmoet.

Foto van Eline Helmer
Eline Helmer

Eline Helmer (1993) begon na een BA Antropologie (University College Utrecht) en MSc Russische en Oost-Europese Studies (University of Oxford) in 2017 aan een PhD (University College Londen). Ze woont en werkt sinds 2015 in Rusland; eerst één jaar in Pskov, daarna in Sint-Petersburg en ze portretteerde voor Tirade mensen die ze ontmoet.

Velden vol nee

Twee is de beste leeftijd. Iemand die het altijd met je eens is kun je niet leren kennen.

Deze zomer zal ik me herinneren als één zonovergoten veld, maar we hebben door zoveel velden gelopen, samen.

Je zei voortdurend nee, en ik leerde je steeds een beetje beter kennen.

Toen je moe werd vroeg ik of je op mijn schouders wilde, en jij zei nee.

Ik tilde je op en je schreeuwde het.

Je kiest je eigen kleren. Verplaatst hemel en aarde voor een nieuwe rode zonnebril, ook al is die voor volwassenen en blijft hij van je dopneus glijden.

Wat ga ik twee missen.

________________________________________________

Optie 8Gilles van der Loo (Breda, 1973) is schrijver en recensent. Hij was redacteur van Tirade en zijn fictie verscheen online en in diverse bladen. Bij Van Oorschot publiceerde hij de verhalenbundel Hier sneeuwt het nooit en de romans Het laatste kind en Het jasje van Luis Martín.

Foto van Gilles van der Loo
Gilles van der Loo

Gilles van der Loo (Breda, 1973) is schrijver en schrijfdocent. Tussen 2011 en 2015 was hij redacteur van Tirade. Bij Van Oorschot publiceerde hij de verhalenbundel Hier sneeuwt het nooit en de romans Het laatste kind, Het jasje van Luis Martín, Dorp en  Café Dorian. Meest recent verscheen Mens blijven aan het front bij Hollands Diep, dat hij samen met zijn Oekraïense vriend Andrii Kobaliia schreef.

Kevin Spacey is een bokser – communiceren in metaforen

 

pugile a riposo

Op 8 augustus 2019 kopt The Daily Beast: “Kevin Spacey Uses Poem to Tell World: The More You’re Wounded the Greater You Are, and the More Empty”. Nieuwsfeit is dat de acteur voor het eerst in het openbaar optreedt sinds de rechtszaak wegens seksueel wangedrag is geseponeerd. Spacey leest op 2 augustus een gedicht voor in Palazzo Massimo alle Terme, Rome, staand naast het standbeeld Bokser in rust (300-200 v.Chr.). De Italiaanse dichter Gabriele Tinti, die vaker gedichten in musea door acteurs laat voordragen, heeft Spacey zelf uitgenodigd en plaatst ook eigenhandig een ’official video’ op YouTube.

In het filmpje is te zien hoe Spacey The Boxer voordraagt: “I shook the country, made the arenas vibrate (…). I lit up the darkness, collected insults, compelled applause. Not everyone knew how to do this. None of you.” Hij kijkt zijn publiek doordringend aan. Spottend, uitdagend; het is die typerende Frank Underwood-blik. Gaat dit optreden over manipulatie en wraak, het centrale thema in House of Cards? Spacey wijst op het standbeeld naast hem. We zouden eens denken dat het gedicht over hemzelf gaat.

De boodschap is glashelder: zowel bokser als acteur zijn entertainers die hun geld verdienen in de publieke arena. Ze genieten roem, kunnen hoog vliegen  maar ook hard vallen. Verwondingen, bloed en pijn horen erbij, daar zijn ze niet bang voor want ze zijn vechters. En denk nooit dat hun rol is uitgespeeld, voor je het weet komt de fatale klap.

Het is niet de eerste keer dat Spacey zich via fictie uitspreekt over de werkelijkheid. Kerstavond 2018 zette hij de inmiddels beruchte video Let me be Frank online. In de rol van Frank Underwood uit House of Cards richt hij zich rechtstreeks tot zijn publiek: “Natuurlijk willen sommigen maar al te graag dat ik toegeef dat alles waar is en ik mijn verdiende loon kreeg. Maar jij en ik weten dat het niet zo simpel is, niet in de politiek en niet in het leven.”

Reputatie-expert Paul Stamsnijder reageerde: “Het is niet gepast dat een personage zich uitspreekt over het privégedrag van de acteur.” Hij bedoelde vermoedelijk het omgekeerde: het is laf dat een acteur zich verschuilt achter een personage, maar Spacey gebruikt simpelweg zijn gereedschapskist. Zeur niet, lijkt hij te zeggen, want jullie maken mij tot wie ik ben: de acteur, politicus, bokser die koste wat kost moet schitteren, al weet iedereen dat het vuil spel is.

Het is de metafoor die alles communiceert.

Berthe Spoelstra (1969) is dramaturg van Frascati Theater. Recent kwam haar debuutroman Schemerland uit (Van Oorschot 2019). Voor Tirade schrijft ze over theater en literatuur.

foto Bas de Brouwer

 

Foto van Berthe Spoelstra
Berthe Spoelstra

Berthe Spoelstra (1969) is dramaturg van Frascati Theater. Haar debuutroman Schemerland kwam in 2009 uit bij Van Oorschot. In augustus 2021 volgt Zwerm. Voor Tirade schrijft ze over o.m. theater en literatuur.

Meer blogs

  • Afbeelding bij De mens als biopic

    De mens als biopic

    Aflevering 1 Samuel Sarphati Amsterdam zou een andere stad zijn als daar niet op 31 januari 1813 Samuel Sarphati was geboren. Niet alleen moest de stad het dan stellen zonder Amstel Hotel, De Pijp en sociale woningbouw, de arts Sarphati zorgde ook voor de eerste vuilophaal, gezondheid in arme wijken, schone grachten, nijverheidsonderwijs én tippelzones....
    Lees verder
  • Afbeelding bij Eerste zwaluw

    Eerste zwaluw

    Vanuit het ruim kijk ik op. Door een van de dekramen zie ik de mast in de avondzon; het zonlicht schijnt op de nog ingepakte witte zeilen. Het is voorjaarslicht dat ik zie. ‘Voorjaarslicht’, zeg ik, ‘maatje’. We zijn weer thuis op de klipper in Middelburg, ons andere schip. We schilderen het dek dat het...
    Lees verder
  • Afbeelding bij Leven en laten leven – wat we kunnen leren van de BaMbuti

    Leven en laten leven – wat we kunnen leren van de BaMbuti

    Larousse 18 Er zijn veel wonderlijke zaken die Colin Turnbull beschrijft in zijn prachtige boek over de pygmeeën in de Congo. Door algemene depressie aangaande de toestand in de wereld merk ik een vergaande neiging tot escapisme in mijzelf op. Het werkelijk naar-binnen-drinken van antropologische studies als The Forest People van voornoemde Turnbull is er...
    Lees verder
Tirade bloggers
  • Foto van Roos van Rijswijk
    Roos van Rijswijk

    Roos van Rijswijk is redacteur van Tirade. Ze publiceerde proza in diverse tijdschriften en de roman Onheilig (Querido, 2016).

  • Foto van Thom Wijenberg
    Thom Wijenberg

    Thom Wijenberg (1996) schrijft poëzie en proza. Hij werkt als redacteur en programmamaker en studeert aan de Schrijversvakschool. Zijn werk verscheen onder andere op Notulen van het Onzichtbare, Tijdschrift Ei en in de Seizoenszine.

    Auteursfoto: Gaby Jongenelen

  • Foto van Jack de Boer
    Jack de Boer

    Jack de Boer (1966) is leerkracht in het speciaal basisonderwijs. Zijn meer dan vijfentwintig jaar aan onderwijservaring heeft hij opgedaan in Amsterdam en Franeker, en vormt een belangrijke bron voor zijn schrijverschap.

    Zijn fraaie, essayistische  De gelukkigste klas toont wat het betekent basischoolkinderen door een jaar heen te begeleiden, op weg naar een betere toekomst.