Mannenweekend

Nadim en ik zijn in Zeeuws-Vlaanderen. De laatste dagen van de zomervakantie zijn we mannen onder elkaar in het huisje van B’s tante.

B en Ada waren hier ook, maar vertrokken zondagmiddag naar Amsterdam. We zwaaiden ze uit bij de pont naar Vlissingen, vanwaar ze per trein zouden doorreizen naar huis.

Het zwaaien duurde kort, daarna zaten we getwee in de auto, met drie als je Otis de Hond meetelt.

‘Zo,’ zei ik, en klopte op een van Nadims knieën, die erg bruin geworden zijn en vol blonde haartjes blijken te zitten. ‘Het mannenweekend is geopend.’

Op mannenweekend is er meer snoep en chips dan normaal, er worden meer scheten gelaten en niemand hoeft naar bed voor hij daar zin in heeft.

Ik geloof dat ik me nog meer op mannenweekend verheugde dan mijn zoon, maar dat had weinig met chips te maken.

Voordat Nadim vier werd en naar school moest, gingen we vaak met zijn tweeën. De rit naar Zuidzande is lang genoeg: de Amsterdamse wereld bestaat nog wel, maar echt raken kan hij je niet meer. Zonlicht heeft hier een veel grotere invloed dan in de stad. Al na een paar dagen ga je rond een uur of tien naar bed, om tegen zevenen volledig uitgerust op te staan.

We lopen langs het strand, spelen met Lego in de tuin en werken wat aan onze boeken. Otis de hond ving een haas, die nu onderin de koelkast ligt.

Mijn jongen wordt te oud om lang aan mijn hand te lopen. Alsof hij voelt dat ik dat jammer vind, komt hij me regelmatig knuffelen, waarin ook iets lijkt te veranderen. Onze lichamen registreren dat hij ouder wordt, dat er een moment komt waarop we allebei écht mannen zijn en een knuffel aan een bepaalde lengte gebonden is.

Gisterenavond koos Nadim ervoor om vroeg naar bed te gaan. Ik keek in mijn eentje naar de zonsondergang en werkte aan dit blog, zoals ik vaak op deze plek gedaan heb. Laatst schreef Sarah Sluimer dat alle afscheid met veel herrie en gebrul moet gaan. “Niet dat gedweep met vervlogen tijden, nee.”

Een prachtige column, maar ik ben er de man niet naar.

________________________________________________

Optie 8Gilles van der Loo (Breda, 1973) is schrijver en recensent. Hij was redacteur van Tirade en zijn fictie verscheen online en in diverse bladen. Bij Van Oorschot publiceerde hij de verhalenbundel Hier sneeuwt het nooit en de romans Het laatste kind en Het jasje van Luis Martín.

Foto van Gilles van der Loo
Gilles van der Loo

Gilles van der Loo (Breda, 1973) is schrijver en schrijfdocent. Tussen 2011 en 2015 was hij redacteur van Tirade. Bij Van Oorschot publiceerde hij de verhalenbundel Hier sneeuwt het nooit en de romans Het laatste kind, Het jasje van Luis Martín, Dorp en  Café Dorian. Meest recent verscheen Mens blijven aan het front bij Hollands Diep, dat hij samen met zijn Oekraïense vriend Andrii Kobaliia schreef.

In de Oorshop

Applausje voor mijn benen

Illustratie Anna Borisova

Met mijn panty al aan maar nog steeds in mijn zomerschoenen slof ik half oktober door de bladeren, er dwarrelt er net eentje in mijn kraag. Op het moment dat ik rechts af wil slaan, een klein paadje in, komt een ouder echtpaar me tegemoet. Misschien beter omlopen, het paadje is smal, denk ik, maar ik ben al afgeslagen. Het echtpaar loopt trots rechtop, arm in arm. Ik probeer in te schatten of ik ze het best links of rechts kan passeren. Ze haken elkaars armen los, in eerste instantie denk ik dat dat is om mij er makkelijker langs te laten. Dan stopt de vrouw abrupt en begint fanatiek in haar handen te klappen.

‘Bravo meisje! Bravo!’ roept ze uit. ‘Wat een benen! Moet je nou toch eens kijken!’

Tegelijkertijd roept de man, terwijl hij met twee handen omstebeurt kushandjes mijn kant op werpt en een halve buiging maakt, ‘Gegroet prinses! Je lijkt wel uit een sprookje wegge…’

Hij begint aan een soort huppeltje mijn kant op, maar de oude dame verspert hem de weg. Met een blik alsof ze een wilde tijger in bedwang houdt grijpt ze de opa vast en roept:

‘Loop door meisje! Als je leven je lief is!’

Ik wil me omdraaien, maar ze speelt de rol van jaloerse feeks zo goed dat ik maar gauw doorloop, de worstelende oudjes lachend achter me latend.

 

 

Eline Helmer (1993) begon na een BA Antropologie (University College Utrecht) en MSc Russische en Oost-Europese Studies (University of Oxford) in 2017 aan een PhD (University College Londen). Ze woont en werkt sinds 2015 in Rusland; eerst één jaar in Pskov, daarna in Sint-Petersburg en portretteert voor Tirade mensen die ze ontmoet.

Foto van Eline Helmer
Eline Helmer

Eline Helmer (1993) begon na een BA Antropologie (University College Utrecht) en MSc Russische en Oost-Europese Studies (University of Oxford) in 2017 aan een PhD (University College Londen). Ze woont en werkt sinds 2015 in Rusland; eerst één jaar in Pskov, daarna in Sint-Petersburg en ze portretteerde voor Tirade mensen die ze ontmoet.

Blijf op de hoogte, ontvang onze nieuwsbrief.

Rozen

illustratie Anna Borisova

Een meisje met een enorme bos rozen stapt de bus in en leunt tegen het raam net naast de deur. De omaatjes om mij heen stoten elkaar aan, wijzend naar de bos. Eentje staat zelfs meteen haar stoel af. Druk beginnen ze fluisterend te speculeren:

‘Van wie zou ze die bos gekregen hebben?’

‘Vast van een hele rijke man. Wat zou zo’n bos wel niet kosten?’

‘Maar ze zijn het waard hoor, dat zie je zo’

‘Ik heb laatst van die rozen gehad, nou, die hebben zeker twee weken gestaan’

De omaatjes giechelen, mompelen wat onderling. Eentje buigt voorover.

‘Zeg meisje, van wie heb jij die mooie rozen gekregen?’

Geen reactie. Het omaatje kijkt vragend om naar haar nieuwe vriendinnen.

‘Watteh?’ roept het meisje dan, veel te hard, terwijl ze het oortje van haar koptelefoon uit haar oor trekt.

‘Van wie heb je die mooie rozen?’

‘Bestelling’ zegt ze nors, en stopt het oortje weer terug.

 

 

Eline Helmer (1993) begon na een BA Antropologie (University College Utrecht) en MSc Russische en Oost-Europese Studies (University of Oxford) in 2017 aan een PhD (University College Londen). Ze woont en werkt sinds 2015 in Rusland; eerst één jaar in Pskov, daarna in Sint-Petersburg en portretteert voor Tirade mensen die ze ontmoet.

Foto van Eline Helmer
Eline Helmer

Eline Helmer (1993) begon na een BA Antropologie (University College Utrecht) en MSc Russische en Oost-Europese Studies (University of Oxford) in 2017 aan een PhD (University College Londen). Ze woont en werkt sinds 2015 in Rusland; eerst één jaar in Pskov, daarna in Sint-Petersburg en ze portretteerde voor Tirade mensen die ze ontmoet.

Irina

illustratie Nikita Klimov

Een oud vrouwtje met oranje haar schuifelt mij in een wolk van duiven over de stoep tegemoet. Ik glimlach, mijn armen vol rode tulpen die ik net ter ere van internationale vrouwendag op het Nederlandse Consulaat heb gekregen. Ze kijkt me recht aan, roept iets. Leuk, die is duidelijk in voor een praatje.

‘De duiven kennen me, ik geef ze te eten, kijk dan toch naar die hongerige kopjes, met hen moet je toch delen? Net als vroeger, toen deelden we ook, al hadden we bijna niks. Ten tijde van de blokkade heb ik zelfs gras gegeten. Schoon gras, dat wel, alles was toen schoner, vooral de lucht. Dat vieze gras dat daarzo groeit bijvoorbeeld zou ik echt nooit eten. Al heb ik toen zelfs aarde geproefd, gewoon, voor de smaak.’

Ik vertel dat ik pas een documentaire over de blokkade heb gezien, gemaakt door de BBC. De dame, die zich voorsteld als Irina, steekt meteen van wal.

‘Mij hebben ze ook een keer geïnterviewd, in 2001. Ik was postbode in oorlogstijd, bracht brieven van de soldaten aan het front naar hun geliefden in de stad. Dat interview kun je vinden op het internet, kun jij op het internet?’

Ze vraagt om een papiertje. Met trillende hand schrijft ze haar naam op, met daarbij ‘op de computer’. De documentaire ging over de zevende symfonie van Sjostakovitsj in de Filharmonie, vertel ik.

‘Daar was ik bij!’ roept Irina uit.

‘Kijk eens aan, levende geschiedenis’ zeg ik.

‘Levende geschiedenis, precies!’ herhaalt een enthousiaste voorbijganger.

Irina vervolgt haar verhaal.

‘Ik ben 91 jaar. Mijn moeder was pianiste. Thuis hadden we een vleugel. In de oorlog heeft mijn moeder die zelf in stukken gezaagd, we hadden het brandhout nodig. Mijn vader sneuvelde aan het front. Mijn oma verdween in een massagraf. Dat had ze voorzien, oma. Vlak voor de oorlog aanbrak had ze een droom dat ze anoniem in een groot graf zou liggen. Die nachtmerrie werd werkelijkheid, we hebben nooit een plek gehad om te rouwen.’

Ik zeg dat ze de tulpen, die ik zo lang even in haar boodschappenwagentje had gelegd toen ik een pen en papier voor haar zocht, mag houden. Ik heb tenslotte zelf sinds mijn verjaardag al zoveel bloemen, ik kom vazen tekort. Een traan van ontroering verschijnt, of misschien komt het door de kou of zijn haar ogen gewoon waterig van ouderdom. Ik moet beslist de groeten doen aan mijn ouders. En complimenten. Wat een fantastische dochter hebben die zeg. Ze heeft zelf twee zonen, prachtige jongens. Roken en drinken allebei niet. De een is laatst nog op bezoek geweest, die is ook alweer zestig geworden. Ze woont hier vlakbij en loopt iedere dag haar rondje: duifjes voeren, naar de winkel en weer terug. Met haar wandelstok wijst ze naar de chique nieuwe appartementen die achter het Nederlands Instituut verrijzen.

‘Kijk, die lui worden dus nooit 91, neem dat maar van mij aan. Zij delen niet.’

Met haar rimpelige koude handje grijpt ze mij vast, uit balans gebracht door het korte gebrek aan steun van de wandelstok. Ik zeg dat we maar weer eens moeten gaan bewegen, het vriest ten slotte, zo lang stilstaan is niet gezond. Irina schuifelt verder.

‘Wie weet treffen we elkaar nog eens, ik loop hier toch iedere dag. De mensen hier kennen me: duifjes en de winkel, iedere dag hetzelfde rondje. En ik maak graag een praatje. 91 jaar, vertel dat maar aan je ouders, levende geschiedenis ben ik!’

 

Eline Helmer (1993) begon na een BA Antropologie (University College Utrecht) en MSc Russische en Oost-Europese Studies (University of Oxford) in 2017 aan een PhD (University College Londen). Ze woont en werkt sinds 2015 in Rusland; eerst één jaar in Pskov, daarna in Sint-Petersburg en portretteert voor Tirade mensen die ze ontmoet.

Foto van Eline Helmer
Eline Helmer

Eline Helmer (1993) begon na een BA Antropologie (University College Utrecht) en MSc Russische en Oost-Europese Studies (University of Oxford) in 2017 aan een PhD (University College Londen). Ze woont en werkt sinds 2015 in Rusland; eerst één jaar in Pskov, daarna in Sint-Petersburg en ze portretteerde voor Tirade mensen die ze ontmoet.

Sasja

Illustratie Anna Borisova

04:50. Met Sasja, taxichauffeur in Okoelovka. We rijden naar het station.

‘Heb je echt geen Russische familie? Het is zo bijzonder, je bent de eerste buitenlander die ik ontmoet en het is voor mij gewoon mooi om te zien hoe jij je hier op je gemak voelt. Ik bedoel, de hele wereld heeft een hekel aan ons, aan de Russen, hoe komt dat toch? Mijn zoon vaart op zee, zijn schip moet altijd het langste wachten. Hier zag mijn vriend gisteren trouwens een eland, ik zal speciaal langzaam rijden, let goed op, misschien krijgen we hem te zien.’

De minuten vliegen voorbij op het display van het autoradiootje terwijl Sasja en ik met een slakkengangetje langs een moerassig berkenbos hobbelen. Als hij ziet dat ik naar de klok kijk in plaats van naar eventuele elanden schrikt hij op.

‘Hoe laat was je trein ook alweer?’

 

 

Eline Helmer (1993) begon na een BA Antropologie (University College Utrecht) en MSc Russische en Oost-Europese Studies (University of Oxford) in 2017 aan een PhD (University College Londen). Ze woont en werkt sinds 2015 in Rusland; eerst één jaar in Pskov, daarna in Sint-Petersburg en portretteert voor Tirade mensen die ze ontmoet.

Foto van Eline Helmer
Eline Helmer

Eline Helmer (1993) begon na een BA Antropologie (University College Utrecht) en MSc Russische en Oost-Europese Studies (University of Oxford) in 2017 aan een PhD (University College Londen). Ze woont en werkt sinds 2015 in Rusland; eerst één jaar in Pskov, daarna in Sint-Petersburg en ze portretteerde voor Tirade mensen die ze ontmoet.

Aarde, bodem, grond, Herman de Vries

Ik zie de rode bauxietwegen in Suriname waar een jongen op de middelbare school van vertelde, jaren later reed hij zich dood op een vroege ochtend na een feest. De bosgrond nabij Doorn was wellicht het laatste wat hij zag toen het leven langzaam uit zijn ogen verdween. Uit de permafrost in Rusland halen ze stukken kakelverse mammoet, als je er een mes in steekt gulpt het bloed er uit, de Chinezen zijn met klonen begonnen. Een stoffig dorp in midden China is een van de levendigste herinneringen aan maanden reizen daar, de stof die opwolkt als je je zool over de bodem wrijft. Stof, grond, bodem.

De humuslaag is een vruchtbaar psychologisch symbool: rottenis verandert langzaam in vruchtbare aarde: composteren: troep erboven in: mooie rijke zwarte aarde er onder uit.

The River’s tent is broken; the last fingers of leaf
Clutch and sink into the wet bank. The wind
Crosses the brown land, unheard.

T.S. Eliot The Waste Land

Herman de Vries is een in Duitsland woonachtige kunstenaar die grond verzamelt en rustig uitwrijft op papier.  Een meditatieve handeling verwacht ik, elementair tekenen, kleurproeven van de aarde, een palet van grondsoorten, elementen. In Museum Alkmaar is een mooie kleine tentoonstelling van zijn werk. Vaak heel direct opsparen van natuur, planten, grassen, grond en dat inkaderen, betekenis geven. Mooi!

[…]

Al het kraken van de wieg, al het zingen van de moeders die hun kinderen sussen
al het hijgen van geliefden, de ogen bloeddoorlopen,
al het sneeuw van het oranje ochtendgloren in de bergen
zijn nog in mij. Nog even zijn ze er,
tot ik in de afgrond van de zwarte zenit stort.

Hier overwint een mensheid, vruchtbaar en verbeten,
die niet dorst naar het geheim, die zich vermeerdert en bestaat.
In weerwil van haar wilde ik de bodem raken,
hoewel het gelijk aan haar kant staat, want alleen zo
raakt men aan de bodem.

Zo toont Miłosz het ‘bodemverlangen’ van Witkiewicz, een Poolse schrijver die aan de opeenvolging van dictaturen bezweek, zelf de aarde in vluchtte. Grond is schoonheid en gruwel ineen, geur en dood, voedsel en honger. Je ziet hem neergaan. Miłosz  prachtige autobiografie heet Geboortegrond.

De Vries werd geboren in Alkmaar. De grondpaletten van Herman de Vries jagen deze gedachten door je brein in de fraaie opstelling in het Alkmaars museum.

——-

 IMG_6285Menno Hartman (1971) is uitgever bij Van Oorschot. Hier een verwant stukje over De fenomenen van Jean Dubuffet.
Foto van Menno Hartman
Menno Hartman

Menno Hartman (1971) is uitgever bij Van Oorschot.

Meer blogs

  • Afbeelding bij De mens als biopic

    De mens als biopic

    Aflevering 1 Samuel Sarphati Amsterdam zou een andere stad zijn als daar niet op 31 januari 1813 Samuel Sarphati was geboren. Niet alleen moest de stad het dan stellen zonder Amstel Hotel, De Pijp en sociale woningbouw, de arts Sarphati zorgde ook voor de eerste vuilophaal, gezondheid in arme wijken, schone grachten, nijverheidsonderwijs én tippelzones....
    Lees verder
  • Afbeelding bij Eerste zwaluw

    Eerste zwaluw

    Vanuit het ruim kijk ik op. Door een van de dekramen zie ik de mast in de avondzon; het zonlicht schijnt op de nog ingepakte witte zeilen. Het is voorjaarslicht dat ik zie. ‘Voorjaarslicht’, zeg ik, ‘maatje’. We zijn weer thuis op de klipper in Middelburg, ons andere schip. We schilderen het dek dat het...
    Lees verder
  • Afbeelding bij Leven en laten leven – wat we kunnen leren van de BaMbuti

    Leven en laten leven – wat we kunnen leren van de BaMbuti

    Larousse 18 Er zijn veel wonderlijke zaken die Colin Turnbull beschrijft in zijn prachtige boek over de pygmeeën in de Congo. Door algemene depressie aangaande de toestand in de wereld merk ik een vergaande neiging tot escapisme in mijzelf op. Het werkelijk naar-binnen-drinken van antropologische studies als The Forest People van voornoemde Turnbull is er...
    Lees verder
Tirade bloggers
  • Foto van Inez van de Ven
    Inez van de Ven

    Inez van de Ven is een schrijfster van Nederlands-Surinaamse afkomst. Haar focus ligt vooral op geschiedenis en fictie, waarin ze altijd op zoek is naar het sociaal maatschappelijk knelpunt. Naast haar schrijfwerk is ze freelance model en IT consultant.

  • Foto van Jan Lodewijckx
    Jan Lodewijckx

    Jan Lodewijckx (1990) had het wel even gehad op kantoor. Hij kocht een zware fiets en een kleine tent en zegde zijn werk op en zijn appartement.

  • Foto van Mira Aluç
    Mira Aluç

    Mira Aluç (1993) schrijft korte verhalen en beschouwingen. Haar werk is sinds 2015 onder andere verschenen op Mister Motley, in Streven, De Revisor en De Gids en werd meermaals gepubliceerd op DIG (De Internet Gids) en in Tirade. In 2020 werd haar verhaal Backspace opgenomen in Rebel, Rebel, de bundel van Uitgeverij Prometheus ter gelegenheid van de Boekenweek. Ook maakte zij de podcast Balkon voor Sprekende Letteren.