Genoeg voor dromen

Iemand waar ik veel om geef verbrak na jaren twijfel haar relatie met een man die aan de andere kant van de wereld woont.

Niet alleen de man leek ideaal, maar ook zijn leefomgeving en wat hij daar doet. Op nog geen 24 uur vliegen lag er een heel leven voor haar klaar. Alles wat ze hoefde doen was instappen en een deur achter zich sluiten.

Ze ontmoette hem in de meest vormende jaren van een mensenleven, op haar eerste verre reis. Keuzes die je op die leeftijd maakt bepalen vaak de rest van je verhaal, en de bijkomende angst is dat de afslag die je neemt in het licht van later een zijspoor zal blijken.

Omdat er geen manier is om de gevolgen van zo’n keus te overzien, maak je hem op hoop van zegen. Je sluit je ogen en stapt. Of eerder: je laat je achterwaarts vallen, op hoop van armen.

Mijn overbuurvrouw, die de hongerwinter heeft meegemaakt, vertelde me dat er vroeger geen keus was. De verantwoordelijkheid om een leven te maken of breken lag in veel mindere mate in handen van het individu. God bestond toen nog. Waarom zijn we daar eigenlijk ooit vanaf gestapt?

Ik zie die opgepompte neocortex van ons niet per sé als evolutie. Hij geeft ons het vermogen vooruit te zien, maar zal ons als soort niet redden. Wie ooit de geboorte van een mens heeft bijgewoond weet dat zo’n hoofd groter is dan de natuur kan hebben bedoeld.

We zouden beter af zijn – gelukkiger – met wat minder grijze materie. Net genoeg, misschien, om als een dikke kat over verse vogeltjes te dromen.

__________________________________________________________

Optie 8Gilles van der Loo (Breda, 1973) was redacteur van Tirade. Sinds 2010 publiceerde hij online en in diverse bladen. Hij schreef de verhalenbundel Hier sneeuwt het nooit en de roman Het laatste kind. Op 23 oktober van dit jaar verscheen zijn nieuwe en sterk autobiografische roman Het jasje van Luis Martín.

 

Foto van Gilles van der Loo
Gilles van der Loo

Gilles van der Loo (Breda, 1973) is schrijver en schrijfdocent. Tussen 2011 en 2015 was hij redacteur van Tirade. Bij Van Oorschot publiceerde hij de verhalenbundel Hier sneeuwt het nooit en de romans Het laatste kind, Het jasje van Luis Martín, Dorp en  Café Dorian. Meest recent verscheen Mens blijven aan het front bij Hollands Diep, dat hij samen met zijn Oekraïense vriend Andrii Kobaliia schreef.

In de Oorshop

Treingeluiden

De jaren dat ik dagelijks met de trein reisde, liggen ver achter me. En ik mis ze niet. De bende, de drukte, de vertragingen, de kou op de stations. De rare kwiebussen die me aanspraken en van wie ik dan achterdochtig wegliep, steeds achterom kijkend om zeker te weten dat ze me niet volgden. Nee, ik geef de voorkeur aan de vertrouwde eenzaamheid van de auto.  Of ik nu kan doorrijden of stilsta in idioot lange files: een auto is als een kleine cocon. Je maakt deel uit van het gros en toch ook weer niet, veilig in de gemotoriseerde harnas.

Doorgaans zie ik nu alleen nog maar een trein van binnen als ik de Thalys naar Parijs neem, zoals afgelopen week. Bij binnenkomst op de heenweg, vroeg in de ochtend, wist ik meteen weer waarom ik nooit met treinen reis. Die drukte die je meteen vol in het gezicht pakt. En dan had ik nog het geluk dat de wildvreemde naast wie ik zat de reis slapend doorbracht. Met zijn hoofd tegen het raam, zijn jas over zijn gezicht gehangen.

De terugreis was ik omringd door tetterende vrouwen die een menu aan het samenstellen waren, filmkijkende passagiers met oordoppen in en passagiers die zo sociaal waren hun filmpjes zonder oordoppen te kijken.

Op een gegeven moment stond de bejaarde vrouw achter me op om haar Ipad ook te pakken, ze wilde dan ook maar een film kijken. Een film die ik woordelijk kon volgen. Om het feest compleet te maken, ging een vrouw schuin achter me met iemand Skypen zonder koptelefoon en zo hoorden we niet alleen haar, maar ook de persoon aan de andere kant van het gesprek.

Filmdialogen, luide gesprekken tussen vriendinnen die de persoonlijkste zaken bespraken, schuin voor me Eminem die met zijn tegenspeelster in 8 Mile krikte en achter me een Brits kostuumdrama -zo klonk het althans.

En ik vroeg me af of het nu asociaal was, al die films, of niet veel anders dan de gesprekken tussen gewone reizigers. Ik ben er nog niet helemaal uit.

hassnaebouazza-foto-annelies-verhelstHassnae Bouazza is journalist, columnist, vertaler en programmamaker. Ze was regisseur en eindredacteur van de zesdelige documentaireserie Seks en de Zonde en heeft haar eigen online glossy Aicha Qandisha.
Foto: Annelies Verhelst

Blijf op de hoogte, ontvang onze nieuwsbrief.

Turing

Marijke Schermer raadde me begin vorig jaar aan naar Turing te gaan. ‘Echt iets voor jou,’ vond ze deze theatermonoloog van Lowie van Oers. En dat klopte, al kon ik haar nadien niet uitleggen waarom. Ik zat er nog te dicht op en de korte lezing over Alan Turing en zijn algoritmes, aansluitend op het stuk, had me weer met beide benen op de grond gezet.

Afgelopen week, bijna een jaar later dus, ging ik nog een keer naar Turing. Onwillekeurig, zou je kunnen zeggen. ‘Je had het stuk niet begrepen?’ vroeg iemand. Juist wél had ik het begrepen (al zeg ik het zelf) en daarom wilde ik het nog eens zien.

In de monoloog grasduint Van Oers in het verhaal van zijn eigen (jonge) leven. Hij vertelt over zijn hoogbegaafde schoolcarrière, schaken, korte natuurkundestudie en overstap naar het toneel. Het ene moment verplaatst hij zich in de robot die hij was tijdens een verkleedpartij op de basisschool. Als enige was hij niet verkleed tussen alle piraten en prinsessen; hij redeneerde zich verkleed. En hij ontdekte een ander jongetje waarvan hij zeker wist dat het ook een robot was, maar dat kon hij logischerwijs niet vragen. Een robot zal immers altijd ontkennen dan hij er een is, en liegen als hij het zou toegeven.

Na verloop van tijd krijgt de wiskundige de overhand. Dan duikt ook Alan Turing op in de monoloog. Hij vertelt over zijn briljante carrière en ontdekking van de turingmachine, een fundament van alle moderne computertechnologie. Het liep niet goed met hem af, vertelt hij zelf, want hij werd in 1952 veroordeeld vanwege zijn homoseksualiteit. Uiteindelijk pleegt hij zelfmoord door het eten van een vergiftigde appel. Zo ver gaat Van Oers gelukkig niet in zijn autobiografische verhaal.

Wat deze twee personages met elkaar verbindt is een fascinatie voor de schoonheid van wiskunde. Turing zet helder uiteen hoe hij de ontdekking van de turingmachine heeft ervaren. Niet alsof alles op zijn plek viel, maar dat alles er al was en hij doorzag hoe het in elkaar zat. Een echte ontdekking dus, meer dan een uitvinding. Voor Van Oers schuilt er elegantie in het uitgangspunt dat wiskunde altijd klopt, net als de logische opdrachtjes die hij als extra schoolwerk kreeg. Of de uitspraak van Kurt Gödel: ‘Deze stelling is niet te bewijzen’, waarmee hij de wiskunde als wetenschap voor het blok wist te zetten.

De tweede keer klopte deze monoloog nog steeds. De twee levens worden niet in elkaar geschoven maar juist subtiel versneden. Op een onnadrukkelijke manier zeggen die twee levens in wiskunde en theater veel meer dan alleen maar over geekyness en de worsteling met jezelf. Turing is te vergelijken met de stukken van Bach: de noten zien eruit als een rekenkundig patroon, maar wat je hoort is puur gevoel.

Marko van der Wal (1989) is opgeleid als classicus, redacteur van Tirade en werkt bij Uitgeverij Van Oorschot. Sinds drie jaar blogt hij voor tirade.nu.

Marko van der Wal

Marko van der Wal (1989) is opgeleid als classicus, redacteur van Tirade en werkt bij Uitgeverij Van Oorschot. Sinds enkele jaren blogt hij (onregelmatig) voor tirade.nu.

Jazz beschrijven

Vrijwel dagelijks loop ik langs platenzaak Concerto in de Utrechtsestraat. Ze hebben een toptien in de etalage van de bestverkochte jazz in 2016.

Elders in diezelfde straat zit een wijnhandel met literaire aspiraties die de meest waanzinnige impressies van wijnproeven componeert. (‘Stront, turf en vanille, korstmossen, regen op komst, donkere lucht,’ dat werk – een gewone Bourgogne that is!) Een beetje bezopen is het meestal wel. Hoe zou zoiets met jazz gaan? Om u niet al te zeer te irriteren citeer ik voor mijn beschrijving van het geluidsfragment wel uit de poëzie van Lucebert (Verzamelde gedichten, Bezige Bij 2002), dan blijven we wat in een acceptabel register.

De lijst gaat zo (onder de link de muziek zelf):

Ben van Gelder – Among Veticals

‘Als een robuuste bloem om te geselen is
getekend daarop onze rug’

Jacob Collier – in my room

‘Onze meester de bedeesde middenman
schroomvallig met de bol naar boven’

Maya Mccraven – In the moment

‘vrienden vriendinnen
op de boulevard
danst de vlo
asfalt vol kippevel
en kleun kado’

Reinier Baas – Vs Princess Discombobulatrix

‘een heerlijke triomferende toekomst door rozen
en emoties omstrengeld en schaduwen’

Gogo Penguinh Man made object

‘verscheur van weerzin en waanzin het net
dat de ingeboren stijfheid nog beknelt’

Ben Webster / Piet Noordijk – Johnny come lately (live 1973)

‘in de bongerd een boerenbonte engel lonkt
en je legt aan achter de rozenstruik
uit de stal stroomt als vanzelf bloed als melk
de koe kreunt en je bent het zelf’

Cannonball Adderley – One for Daddy-O (A’dam 1960 & 66)

‘het van pijn starre gezicht stroop het af
doof dat koude vuur ook’

Avishai Cohen – Into the silence

‘met het gezicht op geleende nevels
smeert de kakkerlak buitenmoordboter
over de galmende zwaan opdat muziek
lakgekakt het te losse dansgewaad verstevigt’

Teus Nobel – Social Music

‘het lijkt alsof het in mijn weids schootsveld
het gaat wemelen van elastieke hazen
die allen opspringen naar een nieuwe maan’

Gidon Nunes Vaz – Night life

‘Ik haal de brug op
hef het hoofd naar mijn gevelsteen’

——————–

img_2482Menno Hartman (1971) is uitgever bij Van Oorschot en was redacteur bij Tirade. Hier een ander stukje over jazz.

Foto van Menno Hartman
Menno Hartman

Menno Hartman (1971) is uitgever bij Van Oorschot.

Aardappeleters

Afgelopen maandag keek ik voor het eerst in tijden tv. Aanleiding was het nieuwe programma De aardappeleters, waarin presentator Joris Vermeer (kende je al van zijn zwijgende bijrol in Wouter Klootwijks De wilde keuken) op zoek gaat naar de oorsprong van gerechten die hier in Nederland zijn ingeburgerd.

Heston Blumenthal deed iets dergelijks voor de Engelse keuken. Hij reisde de wereld af op zoek naar het origineel van een gerecht als de hamburger, en eindige een aflevering steeds met een over-the-top uitvoering (denk geluidseffecten, rook en etherische olie) die hij in zijn driesterrenrestaurant The Fat Duck op de kaart zou zetten.

Joris is een vriend van me. De leden van zijn filmploeg heb ik ontmoet toen we in Suriname woonden en zij daar voor opnamen waren. Zeggen dat ik De aardappeleters een prachtig programma vind is even waarheidsgetrouw als onbetrouwbaar.

Waar je niet onderuit kunt: de schitterende beelden. De goede research. Het geweldige gegeven van een presentator die zich ondanks zijn enorme postuur eerder klein maakt in beeld dan opblaast, en hierdoor geen spotlicht afvangt van de mensen die hij spreekt. Omdat ik weinig tv kijk heb ik misschien niet genoeg vergelijkingsmateriaal, maar het deed me denken aan hoe Ruben Terlouw Langs de oevers van de Yangtze presenteerde.

Eten is al twintig jaar hot. Chefs zijn sterren. Er worden ongelooflijk veel eet- en kookshows gemaakt. In een goed programma over eten is er ruimte voor het culturele kader van de gerechten, voor de oorsprong van een smaak.

Wij hebben in Nederland de vrijheid om vele culturen te plunderen en kunnen vrijwel alle grondstoffen bij. Straffeloos en in de volle overtuiging van zijn genie zet Henk uit Nieuw-Vennep op zaterdag een Thaise curry in elkaar. Die eet zijn gezin daarna met stokjes, want dat hoort bij Aziatisch eten. De boleten die hij tegenkomt op zijn wandeling met de hond laat hij links liggen, want paddestoelen zijn gevaarlijk.

Dit stukje staat op het punt negatief te worden over mijn medelanders. Ik wil dat liever niet.

Eten is verbinding en oorsprong. Die oorsprong kan cultureel of materieel zijn. Je moet de menselijke context van een gerecht en de herkomst van de ingrediënten kennen om het te doorgronden en uiteindelijk ook naar je hand te kunnen zetten.

Men wijt het wel eens aan de oorlog, maar ik vind die geen afdoende reden voor ons gebrek aan keukenroots. De enige culinaire authenticiteit waarop wij (als heel volk) kunnen bogen komt van onze immigranten. Lang leve de immigranten.

__________________________________________________________

Optie 8Gilles van der Loo (Breda, 1973) was redacteur van Tirade. Sinds 2010 publiceerde hij online en in diverse bladen. Hij schreef de verhalenbundel Hier sneeuwt het nooit en de roman Het laatste kind. Op 23 oktober van dit jaar verscheen zijn nieuwe en sterk autobiografische roman Het jasje van Luis Martín.

 

Foto van Gilles van der Loo
Gilles van der Loo

Gilles van der Loo (Breda, 1973) is schrijver en schrijfdocent. Tussen 2011 en 2015 was hij redacteur van Tirade. Bij Van Oorschot publiceerde hij de verhalenbundel Hier sneeuwt het nooit en de romans Het laatste kind, Het jasje van Luis Martín, Dorp en  Café Dorian. Meest recent verscheen Mens blijven aan het front bij Hollands Diep, dat hij samen met zijn Oekraïense vriend Andrii Kobaliia schreef.

Etnische azijnpisser

Zullen we er maar gewoon mee stoppen? Met de beroepsallochtonen, knuffelallochtonen en boe!-allochtonen.

Ze zijn een belediging voor de gewone allochtonen die gewoon hun leven leiden, niemand tot last zijn en niet aan media-geilheid leiden.

We kennen ze nu wel: zij die hun culturele achtergrond tot de laatste druppel uitmelken voor goedkoop effectbejag in matig geschreven en hevig geredigeerde boeken. Of nog erger: de allochtone opiniemakers die als een haan met Palmpasen door witte redacties worden geparadeerd. Zie je wel! Hij/Zij zegt het! Dus dan is het zo! Feit! Punt! #DaaromPVV

Als je als ambitieuze aspirant-schrijver of streberige columnist niet veel meer kunt dan jezelf ten koste van anderen profileren, ben je niet de moeite waard. Je ontbeert het talent volwaardig mee te draaien, je wordt alleen ingezet als etnische azijnpisser en zodra er een jongere, versere versie van je is opgestaan, word je ingeruild.

Het behaagzieke beroepsallochtoonschap is namelijk aanzienlijk lucratiever dan dat van de enge-moslim-met-het-rare-petje, dus het is dringen in de knuffelallochtonenkrabbenmand. Allemaal mannetjes en hier en daar een vrouw, die de autochtonen willen bewijzen dat zij toch zeker wel deugen.

Maar wie in de ogen van de ander wil deugen, zal er nooit komen. Stop nou maar gewoon met die knuffelcultuur van die allochtone jaknikkers.

hassnaebouazza-foto-annelies-verhelstHassnae Bouazza is journalist, columnist, vertaler en programmamaker. Ze was regisseur en eindredacteur van de zesdelige documentaireserie Seks en de Zonde en heeft haar eigen online glossy Aicha Qandisha.
Foto: Annelies Verhelst

Meer blogs

  • Afbeelding bij Zomerverlies

    Zomerverlies

    Alle ramen stonden open en toch was het warm in mijn keuken. Ik sneed knoflook in dikke plakken en liet die bruinen in de lekkerste olijfolie, hakte een paar rijpe vleestomaten en voegde die toe, dopte hulkgroene erwtjes. Als ik buiten de deur ga eten maak ik voor vertrek iets voor de thuisblijvers; je bent...
    Lees verder
  • Afbeelding bij De bekende weg

    De bekende weg

    Het Zeeuwse dijkhuisje van B’s tante is al een jaar of twintig in mijn leven. Het is er stil, er is veel licht en de zee voelt heel dichtbij, maar rond de dijk is geen toerisme. Het enige wat er verandert is de tuin: er zijn meer rozen dan voorheen. De wilg is groter, en...
    Lees verder
  • Afbeelding bij Zo alleen… Zo alleen 

    Zo alleen… Zo alleen 

    (beeld: Don Duyns) Uit de hengstebron gedronken hebben.   Ik schrijf over gegeven paarden en ogen van naalden.  Over brood op de keukenplank muizen die op tafel dansen en   klokjes die tikken.  Had het meisje geantwoord.  Hij had haar rode kapje gevolgd en zijn besluit genomen.  Ik ben een poëet, had ze piepend gezegd.  Aan de...
    Lees verder
Tirade bloggers
  • Foto van Jos Versteegen
    Jos Versteegen

    Jos Versteegen (1956) schreef zeven dichtbundels, waarin hij zich vooral liet inspireren door zijn familie en zijn jeugd in Limburg. Voor zijn debuutbundel werd hij genomineerd voor de C. Buddingh’-prijs. Zijn meest recente bundel is Woon ik hier, met herinneringen van oude mensen. In 2016 publiceerde hij zijn vertaling van de Duitse gedichten die Hans Keilson in 1944 in de onderduik schreef voor een geliefde: Sonnetten voor Hanna. Jos Versteegen werkt sinds begin 2017 aan de biografie van Hans Keilson.

  • Foto van Sybren Sybesma
    Sybren Sybesma

    Sybren Sybesma (2001) werd in Leiden geboren. Na de middelbare school deed hij een jaar vooropleiding klassiek piano aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag. Daarna studeerde hij Biomedische Wetenschappen in Leiden.  Hij volgde een cursus korte verhalenschrijven aan de Schrijversvakschool in Amsterdam bij Nico Dros. Bij de Mare kerstverhalenwedstrijd won hij twee keer de derde prijs. Ander werk verscheen op De optimistOp ruwe planken en in het Friese literaire tijdschrift Ensafh. Hij zit in de redactie van Babel en studeert in Amsterdam. Hij speelt nog veel piano.

  • Foto van Julien Ignacio
    Julien Ignacio

    De Nederlands-Arubaanse schrijver Julien Ignacio (1969) studeerde af als literatuurwetenschapper. Hij publiceerde theaterteksten, blogs en korte verhalen. In 2008 ontving hij de El Hizjraliteratuurprijs voor zijn toneelstuk Hotel Atlantis. Hij was redacteur van literair tijdschrift Tirade en is bestuurslid van de Werkgroep Caraïbische Letteren. In 2018 verscheen zijn debuutroman Kus (nominatie Bronzen Uil). Met collega-schrijvers Michiel van Kempen en Raoul de Jong stelde hij Dat wij zongen samen, een bloemlezing Caraïbische literatuur die in 2022 uitkwam bij uitgeverij Das Mag. In september 2023 verscheen zijn tweede roman Goudjakhals, een kralenketting van historische en futuristische migrantenverhalen, die zich afspelen in onder meer Amsterdam en Aruba, Beiroet en Lesbos.