Afasie

Naar: Aphasia – Dorianne Laux

Het enige wat ze na de verlamming nog
zeggen kon was Venezuela, wijzend naar
de waterkan met de lichtblauwe rand,
haar éénwoordsbevel. En als ze
het heldere water opdronk en het glas
terug gaf was het opnieuw Venezuela,
dankbaarheid, wellicht, of het woord
nu niets meer dan een zucht, zoals de lucht
in het raam, de kussens een mistige betekenis
onder haar hoofd gelegen. Roze rozen
stierven af op haar nachtkastje, elk blad
een snipper in de vorm van een land
waar ze nooit was geweest, nooit ook maar
enige interesse in had getoond en nu
was het overal, in de perzik die ze optilde,
druipend, aan haar lippen, het witte doekje
in de tissuebox, haar kinderen wanneer ze
op bezoek kwamen, gedoopt met hun
nieuwe naam na iedere kus. En ’s nachts
fluisterde ze het, donker verdovend
in het oor van haar man als hij
voorover boog om te luisteren,
haar handen friemelend aan
haar knopen, haar borsten,
die ze omhoog naar het licht hield
als een geschenk. Venezuela, zei ze.

 

— 

Wanneer ik ooit zo dement ben dat ik nog maar één woord uit kan brengen, zal ik zo vaak als ik kan een busreis maken. Dat lijkt me heerlijk: drie meter boven de weg omringd door mede-bejaarden Europa voorbij zien komen. Een activiteit waar ik nooit ook maar enige interesse in had getoond opeens overal laten zijn. Ik weet nog niet welk woord ik zou willen zeggen als ik nog maar één woord kon zeggen, maar het zou iets moeten zijn dat even willekeurig en melodisch klonk als Venezuela. ‘Appelstroop’ is een kanshebber, hoewel het waarschijnlijk helemaal niet uit maakt welk woord ik nog zou kunnen zeggen – hoe zou ik immers mijn vreugde of onvrede over het betreffende woord tot uiting brengen? De uitroep ‘appelstroop, appelstroop, appelstroop’ zou me in alle gevallen onbegrip en een buslading vol appelstroop opleveren.

Komt dat laatste even goed uit. Ik ga alvast klaar zitten naast de lucht in het raam. Ik denk niet dat het ooit mogelijk zal zijn om vanaf hier een busreis naar Venezuela te maken, maar onderweg naar de Moezelvallei zullen wij, bijna-gecremeerden, alvast een wolk van as achter ons uit strooien.

In de Oorshop

18 april

De spieren beginnen te ontbinden – Jillian Clark

(Naar: The muscles begin to decompose)

18 april is een van mijn favoriete gedichten van sylvia plath
en ook een gedicht van mij
het is ook de dag waarop einstein doodging
het is ook de dag waarop virginia woolfs lichaam werd ontdekt in 1941
we werden allebei op 25 januari geboren

ik kan niet geloven dat dit een goede dag voor mij zal zijn
ik kan niet geloven dat mensen willen zijn waar ze zijn wanneer ze in een menigte zijn
ik wil niet geloven dat er niets is waarover ze zich zorgen maken


‘You’re’ is een van mijn favoriete gedichten van sylvia plath. De laatste regel, ‘A clean slate, with your own face on’ is een regel waarbij ik me verschillende dingen voor kan stellen. Eigenlijk is ze alleen mogelijk als ‘je eigen gezicht’ een leeg gezicht is, tegelijkertijd denk ik dat het onmogelijk is ergens je eigen gezicht in te herkennen (zelf zie je nooit hoe anderen jouw gezicht zien, en het enige waar een gezicht uit bestaat lijkt mij datgene dat het door anderen krijgt toebedeeld) en tegelijkertijd vind ik dat deze zin en dit gedicht veel hoopvoller klinken dan dit alles. De schone lei wil zeggen: Ik kan niet geloven dat dit geen goede dag zal zijn voor mij. Dit is een machtig gevoel: onderaan de wereld staan en een wereld hebben om tegenop te kijken, niet langer tegenop te zien. Tegelijkertijd: De spieren beginnen te ontbinden. Wanneer ik ‘s ochtends, in mijn bed, onder een deken kruip, voel ik ze trillen in mijn bekken, soms in mijn vragende handen.

Blijf op de hoogte, ontvang onze nieuwsbrief.

Die Blende vom Gesicht!

Peter Rühmkorf  Ich butter meinen Toast von beiden Seiten

Schön, wenn einer mit Sprüchen vor euch hintritt, nichtwahr,
wo ihr bloss noch mit’m Kopf nicken braucht?!

Hier zum Beispiel haben wir unser PROGRESSIVES
THEATER ZUM MITSPIELEN, (wo die Selbstdarstellung
der Menschen wieder einmal voll greift –
Wäre das nicht ein echtes Freizeitangebot an Dich?)

Hier, gleich nebenan, entsteht ein INDIVIDUELL GEPLANTES
FERTIGHAUS,
(Kommunikationszentrum für alternative Lebensformen –
Sie müssen natürlich Ihre ganze Persönlichkeit mit einbringen!)

– Zu unserm Konzert für schöne Stimmen begrüssen wir heute ausserdem:
UDO JÜRGENS!
Udo, der bei uns so viel Erfolg hat wie in der DDR,
fasst auch heisse Eisen an, –

Manchmal glaube ich allerdings, diesen Schleim
kann die Menschheit auf Dauer gar nicht einschlürfen,
ohne dass sich ihr das Bewusstsein umdreht.
Deine Augen haben schon gar keinen Inhalt mehr,
so seh ich das. 

Manchmal dagegen scheint mir die Welt auch wieder ganz wirklich.
HIN! HIN! kuck doch hin, der Tag:
wie geht er so schön und flüssig über in andere
Zustände, während du ihm gesammelt aufs Blattgrün blickst –
Wie so gewaltig
schäumt ein Morgen an die Brüstung.

Auf die Knie vor diesem Augenblick!

Die Blende vom Gesicht!

Nicht, dass du erst auf grosse Gedanken kommst,
wenn deine Zeit schon vorüber ist –
Ideen rauschen so ran und fliegen vorbei, es stehn
aber gar keine richtigen Menschen mehr dahinter,
nur noch Betriebstankwarte,
nur Petroleumschwengel.

Was du machst, ist nicht jedermanns Sache, dies unter uns.

Und du hast irgendwie eine Meise, die keiner hat,
für die suchst du ein Weibchen.
In einer bekannten Gaststätte für Geistesgestörte
hältst du um Klartext an –
Ich aber sage dir: in einem Kopf passen viele Widersprüche.
Der verrückte ist immer im Dienst.
Ein Tragöde steht mitten im Leben.
Anders gesagt, ich persönlich butter meinen Toast
am liebsten von beiden Seiten.

Klar bin ich Kommunist bei diesem meinem Berufsrisiko.
Ich will das Glück für alle Anwesenden.
Bloss immer nur pfennigweise kommt die Arbeiterklasse
ganz bestimmt nicht vom Fleck!
Aber diese Flügelkämpfe im sozialistischen Lager
schau ich mir nicht länger mit an.
Über den Gram wird gelacht.
Melancholie erleidet Verfolgung.


— —

Het is heel lastig om rust in je hoofd te krijgen wanneer je structuur in je leven probeert te krijgen om rust in je hoofd te krijgen. Waar ik aan denk: of ik ontbijt in huis heb, of ik iedereen terug heb gebeld, of ik op tijd ga komen bij afspraken. Waar ik aan denk wanneer ik een kwartier te vroeg ben: of ik fruit heb gegeten, of er een kans bestaat dat ik op tijd op zal staan, morgen, de dag daarna – of ik de dag daarna nog iets te doen heb. Of ik genoeg boeken lees, en wanneer ik een boek lees, of ik het al terug moet brengen naar de bibliotheek, en wanneer ik het op tijd terug breng naar de bibliotheek: of het erg is dat ik het niet uit heb gekregen, welke niet erg is, want als ik het uit had gekregen, dan las ik vast tot vier uur door, in de ochtend, en als ik tot vier uur door las, kon ik in de ochtend niet op tijd het ontbijt, dat er was, opeten. En als ik het op tijd opat, had ik geen tijd om op te zoeken of op eten aan elkaar wordt geschreven, maar als zo ik aardig ben voor mezelf dat ik het niet erg vond als ik iets niet af of uit kreeg, dan kwam er vast niets uit mijn handen. Maar ik zal zo aardig zijn voor mezelf: als er van alles uit mijn handen kwam, dan waren ze vast ruw en eeltig. Was ich mache, ist nicht jedermanns Sache, dies unter uns.

Atmosfeer en Deur

Atmosfeer en Deur
Naar: Anne Heide – Atmosphere and Door

Sta me toe te lijden. Sta me toe mijn huis te bouwen van verbrande bakstenen en
dan. Sta me een weide van Hier toe.

Sta me de eens in twijfel getrokken Gratie toe. Want als het ooit het antwoord is
dat ik zou willen, zou ik nooit.

Sta me Goed Nieuws toe.


— —


Atmosfeer

Een grijze eend duikt met zijn hoofd het water in en zijn staartveren lijken op een scène uit Jaws. Een drietal koeien rent in draf door de weide en lijkt op een drietal Mustangs. Ik zeg Mustangs, omdat ik niet op een ander paardenras kan komen. Ik heb geprobeerd deze dingen zinloos te krijgen, maar het lukt me niet.


Deur

Ik wil niet dat er iemand aan het hardlopen is om 23.37 aan de overkant van mijn straat. Ik wil niet dat er iemand wegfietst van mijn huis. Ik wil niet steeds hetzelfde liedje luisteren, ook al klinkt het steeds anders. Ik wil alleen kunnen zijn. Ik wil sbs6 kijken. Ik wil hamburgers eten, en hotdogs, en heel lang heel hard bellen, maar niet in de trein. Ik wil naar de supermarkt. Ik wil alleen kunnen zijn, en een hotdog, en steeds een ander liedje luisteren, maar steeds hetzelfde voelen. Ik wil hardlopen, maar niet weg van iets, thuiskomen, maar steeds op de fiets van iemand anders, ook al is iedereen hetzelfde. Ik wil de telefoon ophangen, heel hard, omdat ik sbs6 kijk. Ik wil mijn mening verkondigen, maar niet op een website, en dat ik steeds iets anders voel, bij steeds dezelfde persoon. Ik wil naar Alaska, maar niet omdat het er koud is, omdat ik er warm genoeg voor ben. En als ik zeg dat ik de deur voor je ga sluiten, dan wil ik dat beamen, en blijven beamen, en dat de muziek hard staat, want alles is hard en op de televisie, waar ik niet ben, omdat ik er te warm voor ben, maar niet van het hardlopen. Ik wil niet vluchtig zijn.

Een dichters gedicht

Naar: A poet’s poem – Brenda Shaughnessy

Als het de hele dag gaat duren,
haal ik het woord opgefrist uit dit gedicht.

Ik heb het al in de eerste regel gezet, verplaatste het toen naar de tweede,
en nu komt het niet uit.

Het zit vast. Ik ben zo gefrustreerd,
dus ik ging naar buiten, mijn kleine ondergesneeuwde veranda op

en keek naar de druipende ijspegels, terwijl ik
een sigaret rookte.

Uiteindelijk rekte ik me uit en brak met blote handen een grote,
heldere punt van het dak.

En gebruikte het om een woord in de sneeuw te schrijven.
Ik schreef het woord sneeuw.

Ik kan mezelf niet uitstaan.


Heerlijk, een gedicht over niet goed uit je woorden komen. Daar heb ik niets aan toe te voegen.

Wat we als menselijke tederheid definiëren zit ieder van ons op een andere manier dwars


Ada Limón | Vijftien verenballen 9

Naar: Ada Limón | Fifteen balls of feathers

9.

De Azteken geloofden dat de vader
            van Huitzilopochtli een bal van veren was.

Dit is waar: een verenbal kwam uit de lucht gevlogen en maakte zijn moeder,
            Coatlicue, zwanger.

Hij werd een zonnegod. Een trotse god van oorlog. Mesvechter van obsidiaan.
            Zijn broers en zussen: de maan en de sterren.

Er was eens een bal van veren…

Misschien is dat hoe alle liefde komt,
            onverwacht en op een stoot van gemetamorfoseerde lucht.

Wat we als menselijke tederheid definiëren zit ieder van ons
            op een andere manier dwars.

Legendes spartelen wat na en wij gaan door ons aan te bieden
            aan de gewoontes van iedere dag.

Hier is mijn offer: mijn zangvogel in de handpalm van een vreemde.

 

Volgens Hannah Arendt is dat wat de mens bij uitstek tot mens maakt het vermogen om steeds opnieuw te kunnen beginnen. Zelfs wanneer we door een totalitair regime zoals dat van het nationaalsocialisme met de grond gelijk zijn gemaakt, kunnen we volgens haar onze restanten bijeenrapen en ze een andere ingeslagen weg op dragen. Door te beginnen met handelen, worden we opnieuw geboren en omdat de mens in staat is tot spontaan handelen, mogen we van mensen het onverwachte verwachten. Misschien is dat hoe alle liefde komt, onverwacht en op een stoot van gemetamorfoseerde lucht.

Maar waar Hannah Arendt hiermee de pluraliteit onder mensen grondt in het onvoorspelbare dus verschillend handelen van individuen, denk ik dat Limóns ‘wat we als menselijke tederheid definiëren, zit ieder van ons op een andere manier dwars’ misschien wel een nog definitiever verschil maakt. Hier zijn wij het niet die onszelf onderscheiden door actief te handelen, maar wordt er onderscheid gemaakt tussen ons op basis van hoe we behandeld zijn. Ik durf geen vergelijking met totalitaire regimes te maken.

Ondertussen spartelen de legendes van Huitzilopochtli wat na en gaan wij door ons aan te bieden aan de gewoontes van iedere dag. Dit is waar: we beginnen iedere dag opnieuw – met hetzelfde.

Meer blogs

  • Afbeelding bij Warm

    Warm

    Hitte verbindt. Er wordt minder van je verwacht; je verwacht een stuk minder van anderen en veel minder van jezelf. Bij hitte doe ik alles langzaam en merk dan dat ik hetzelfde gedaan krijg – zelfs na vijf duiken in de gracht en anderhalf uur staren sluit ik mijn laptop in de middag met tevredenheid....
    Lees verder
  • Afbeelding bij Zomerverlies

    Zomerverlies

    Alle ramen stonden open en toch was het warm in mijn keuken. Ik sneed knoflook in dikke plakken en liet die bruinen in de lekkerste olijfolie, hakte een paar rijpe vleestomaten en voegde die toe, dopte hulkgroene erwtjes. Als ik buiten de deur ga eten maak ik voor vertrek iets voor de thuisblijvers; je bent...
    Lees verder
  • Afbeelding bij De bekende weg

    De bekende weg

    Het Zeeuwse dijkhuisje van B’s tante is al een jaar of twintig in mijn leven. Het is er stil, er is veel licht en de zee voelt heel dichtbij, maar rond de dijk is geen toerisme. Het enige wat er verandert is de tuin: er zijn meer rozen dan voorheen. De wilg is groter, en...
    Lees verder
Tirade bloggers
  • Foto van Ida Hondelink
    Ida Hondelink

    Ida Hondelink is schrijver en performer. Ze studeert momenteel af aan de studie Writing For Performance aan de HKU. Reeds is ze actief als dichter en essayist op verschillende platforms en podia, waaronder Notulen van het Onzichtbare, Hard//hoofd, Dichters in de Prinsentuin, de U-Slam en de Nacht van de Literatuur. Haar werk is fantasierijk, maatschappijkritisch en heeft doorgaans een poëtische ondertoon.
    (portret: Lin Woldendorp)

  • Foto van Roos van Rijswijk
    Roos van Rijswijk

    Roos van Rijswijk is redacteur van Tirade. Ze publiceerde proza in diverse tijdschriften en de roman Onheilig (Querido, 2016).

  • Foto van Machiel Jansen
    Machiel Jansen

    Machiel Jansen blogt voor Tirade incidenteel over zaken die ‘Big Data’ raken. Hij leidt het Scalable Data Analytics-team bij SURFsara Amsterdam. Machiel is gepromoveerd op Knowledge Engineering en heeft in 2007 bij verschillende bedrijven en universiteiten aan SURFsara gewerkt.