M. Vasalis

images-3Gisteravond was in de Rode Hoed in Amsterdam een avond ter gelegenheid van het verschijnen van de biografie van M. Vasalis. (geschreven door Maaike Meijer.)

De avond was uitverkocht.

Ik was er niet bij, maar afgelopen zondag was de biograaf van M. Vasalis, Maaike Meijer te gast bij Wim Brands in het programma Boeken van de VPRO. U kunt het programma hier terugkijken.

SUB FINEM

En nu nog maar alleen
het lichaam los te laten-
de liefste en de kinderen te laten gaan
alleen nog maar het sterke licht
het rode, zuivere van de late zon
te zien, te volgen-en de eigen weg te gaan.
Het werd, het was, het is gedaan.

In de Oorshop

Het bankstel

images-2Leiden. Donderdag. Het was erg mistig. Ik was op zoek naar een hofje waar ik moest voorlezen.
Drie keer een half uur voor twaalf mensen op een studentenfestival. (Stukafest)
M. en ik hadden döner kebab en falafel gehaald bij een Turkse winkel vlakbij het station. We kregen er twee pakken koekjes bij in een grote plastic zak. (Bij welke Turkse winkel je ook komt: je krijgt altijd meer dan waar je om vraagt.) De zak rook naar uien en knoflook, toch bleven de mensen die we om de weg vroegen aardig. Alleen wisten ze de weg niet.

Ik was te laat in het huis in het hofje. Bijna meteen moest ik met voorlezen beginnen. Volgens mij wilden de mensen liever naar een optreden van Spinvis, maar Spinvis was al uitverkocht, logisch. Om toch te kunnen zeggen dat ze “erbij” waren geweest zaten de mensen nu bij mij. Omdat de kamer klein was zaten ze praktisch op mijn schoot. Ik kon bijvoorbeeld horen hoe de jongen naast me met zijn ogen knipperde. Het klonk als iets nats en zachts.

Tussen ieder optreden door had je tijd om te praten. Alsof je op een ongemakkelijk feestje zat waar je niemand kende. Iemand praat en de rest luistert mee. Iemand praat en de rest kijkt zogenaamd verveelt rond door het huis.

Bij de laatste voorleesronde waren er twee meisjes die voor mijn voeten op de grond zaten. Ik hoopte dat ik niets vies in mijn neus had zitten. Ik geloof het niet want die meisjes wilden na afloop wijn met me drinken.

Noortje en Josephine. Terwijl ik had voorgelezen hadden ze erg goed naar de spullen van de gastvrouw gekeken. Wat vertelde dat huis over haar?  Ze hadden een A4 volgeschreven, hoe ze dachten dat de bewoonster van de kamer in elkaar zat.
Ze zeiden dat ze dat bij alle kamers hadden gedaan. Dat het de bedoeling was dat de bewoners het briefje de volgende dag zouden vinden. In de bestekla bijvoorbeeld. Ze zeiden ook hoe ze dachten dat ik in elkaar zat.
‘Maar jullie hebben mijn huis nog niet gezien,’ zei ik.
Daar gingen ze verder niet op in.

Toen ik om vier uur ‘s nachts weer in mijn eigen woning was bedacht ik dat de bewoonster/gastvrouw behalve het briefje van Noortje en Josephine ook een gedeelte van het manuscript van mijn nieuwe boek zou tegenkomen. Ik had zo’n twintig pagina’s per ongeluk op de keukentafel laten liggen. Ik hoop maar dat Noortje en Josephine gelijk hadden toen ze zeiden: ‘de bewoonster leest ons briefje waarschijnlijk niet eens als ze ziet dat het niet van haar is. Ze is compleet te vertrouwen en niet zo’n nieuwsgierig type, dat zie je aan haar bankstel.’

Blijf op de hoogte, ontvang onze nieuwsbrief.

Iemand dood

Mijn vriendin zei gisteren dat ze het liedje Iemand Dood van Torre Florim en Roos Rebergen wel op haar begrafenis zou willen horen. Op zondag denkt zij altijd aan begrafenissen.
Buiten regende het onafgebroken. Ze legde de cd in de speler en draaide het volume omhoog.

“Het is al vaker gebeurd /iemand dood/ iemand dood.”

Het liedje is gebaseerd op een tekst van iemand met een verstandelijke beperking. Torre Florim (De Staat) en Roos Rebergen (Roosbeef) hebben er muziek bij gemaakt.

U kunt het hier beluisteren. = 01 Iemand dood

Bloody weekend

imagesDe vrienden uit Parijs die vrijdag zouden komen hebben een ongeluk gehad. Ze reden in de buurt van Utrecht, honderd kilometer per uur.
L. vroeg aan de anderen wat ze zouden gaan drinken wanneer ze in Amsterdam aangekomen waren. Nog een half uur te gaan.
‘Een bloody mary,’ zei P. en toen botste de oude Volvo tegen een kleine auto die vaart had geminderd omdat er van baan gewisseld moest worden. In de andere auto zaten een vrouw en een hond.

Op datzelfde moment was ik met I. en M. bij een afstudeerfeest in het VU ziekenhuis. De artsen hadden net een certificaat ontvangen. Er waren praatjes geweest over oudere echtparen die niet meer wilde eten. Ze hadden nog maar één wens: ze wilden dood. Er waren praatjes geweest over mensen in caravans, drugs, een vrouw met vijfentwintig katten die onbehandelbaar was omdat de katten een behandeling in de weg zaten met hun territoriumdrift, een echtpaar dat elkaar in elkaar sloeg, bolletjesslikkers, illegalen, aambeien, kanker, ongelukken. Er werd geklapt en gelachen. De zaal rook naar een mengeling van zweet en Chanel nr. 5. Aan het plafond bungelde een heliumballon.

Ik vond het gek dat we bier en champagne stonden te drinken in een ziekenhuis. In hetzelfde ziekenhuis waar mijn broer ooit bijna dood lag te gaan. Ook dat. Niemand anders vond dat vreemd, ik was geheel alleen in dat standpunt. De anderen vonden het best, als ze maar bier kregen en met cocktailprikkers ondefinieerbare hapjes uit kleine ronde glaasjes konden eten.
‘In het ziekenhuis gebeuren ook leuke dingen,’ zei M.
Ze bedoelde dat er ook kinderen geboren werden. Ik wil kinderen niet persé leuke dingen noemen, maar ik hield mijn mond en glimlachte naar een arts die blauwe adidas gympen droeg.
‘Zullen we gaan?’ zei ik tegen M. ‘Ik hou niet van ziekenhuizen.’

Toen we buiten stonden (frisse lucht) kregen we een sms dat de Franse vrienden een ongeluk gemaakt hadden. Ze waren naar het Antonius Ziekenhuis in Utrecht gebracht. I. had gelukkig niet veel bier gedronken, we reden er meteen naartoe.
We zaten in de wachtkamer folders te lezen over agressie tegenover het ambulancepersoneel en over varkensvee in de EU. We rookten sigaretten en keken op onze telefoons.
L. kwam als eerste tevoorschijn achter de zwaarbeveiligde deuren van de polikliniek. ‘Je provoqué,’ zei ze. Ze zag er mooi uit, niet als iemand die schuld droeg.

Met twee van de vrienden was er niets aan de hand omdat de Volvo een sterke oude auto is (was!) met een forse bumper. P. die achterin zat was gewond in haar gezicht. Haar neus was gescheurd en de rechterhelft van haar gezicht lag aan gort.’Ik vind het niet erg,’ zei ze, ‘ik kan mezelf toch niet zien.’ De rest van het weekend dronk ze bloody mary’s en whisky door een rietje. ‘Ik ga mijn plannen niet wijzigen,’ zei ze.
Hoe het met de vrouw en de hond afgelopen is weten we niet. Daar kregen we geen antwoord op van de politie.

Parijs

images-1Vandaag komen er vrienden uit Parijs. In eerste instantie was het de bedoeling dat we voor een weekend van huis zouden ruilen. Dat ging op het laatste moment niet door omdat ik het veel te druk had.
‘Als je niet meer zomaar naar Parijs kunt dan doe je iets niet goed,’ zei mijn vader.

Tennisballen

tennisbalVorig jaar woonde ik een paar maanden bij een vriendin in huis omdat ik zelf geen huis had. Ze zei dat ze het gezellig vond en ik geloofde haar. Die vriendin werkte destijds op de eerste hulp, meestal had ze nachtdienst. Als ze terugkwam van haar werk dan maakte zij mij wakker om een verhaal te vertellen.

Praktisch al die ziekenhuisverhalen gingen over seks. Er kwam bijvoorbeeld minstens één keer in de week een man met een tennisbal in zijn kont naar de polikliniek. Hij wilde nooit zeggen wat de toedracht van het “ongeluk” was. Hij wees alleen aan waar het pijn deed.
In het begin werden er nog röntgenfoto’s gemaakt om te kijken wat er aan de hand was, maar als de uitkomst steeds een tennisbal is, laat je die röntgenstraling al snel achterwege.
Dus trok die vriendin bij wie ik in huis woonde netjes een lange witte rubberen handschoen aan en verwijderde de bal uit de anus van de man. Dat ging natuurlijk moeilijker dan hoe ik dat hier nu schets, dat ging diep, met klemmen en tangen en zo, anders had die man de tennisbal zelf wel uit zijn kont kunnen trekken. Na afloop kreeg hij de bal in een plastic zakje mee terug naar huis zoals anderen een niersteentje meekrijgen.

Ik vroeg me af of de man die verwijderde tennisballen spaarde. Ik vroeg me af of hij die tennisbal naar binnen schoof voor een bepaald seksueel genot of dat hij iets aan zichzelf wilde bewijzen. En of bepaald seksueel genot en jezelf iets bewijzen niet één en hetzelfde ding is. Ook vroeg ik me af of hij met de ballen die hij mee naar huis kreeg zou gaan tennissen. Misschien was hij bijgelovig, dat hij alleen wedstrijden kon winnen met een bal die in zijn kont had gezeten.

Die vriendin van me hoefde niet te proberen om met vragen aan te komen. De man kwam gewoon langs met een tennisbal in zijn reet alsof het de normaalste zaak van de wereld was. En volgens die vriendin bij wie ik in huis woonde was dat het ook.
‘Ik zie veel ergere dingen,’ zei ze. Waarover misschien later meer.

Meer blogs

  • Afbeelding bij Lief

    Lief

    Gil omhelsde me, alsof hij er even in slaagde om in vijf seconden zijn hele bestaan om me heen te vouwen. We stonden in zijn woonkamer en ik was de eerste, omdat ik ook als eerste weer weg moest voor een optreden, al was ik liever als laatste gebleven. Ik liep naar het grote raam,...
    Lees verder
  • Afbeelding bij Dat hoeft niet in je stukje

    Dat hoeft niet in je stukje

    Ze liep naast me, maar leek dat soms al te zijn vergeten, alsof ze al voorbij ons afscheid was. Met elke zorgvuldige stap die ze zette leek ze verder weg. Ik bracht haar naar het station, dat ze prima wist te liggen, maar toch wilde ik haar het station in zien gaan, toekijken hoe ze...
    Lees verder
  • Afbeelding bij Dansen

    Dansen

    Er stond een bord pasta voor me klaar. Vriend J., die deze avond ook spreekstalmeester was, begroette me even warm en bemoedigend als altijd en schoof naast me aan. In de ruimte galmden de opgewekte stemmen van leden van de organisatie van de Nacht van de Literatuur tot het plafond en weer terug, weerkaatsingen die...
    Lees verder
Tirade bloggers
  • Foto van Jack de Boer
    Jack de Boer

    Jack de Boer (1966) is leerkracht in het speciaal basisonderwijs. Zijn meer dan vijfentwintig jaar aan onderwijservaring heeft hij opgedaan in Amsterdam en Franeker, en vormt een belangrijke bron voor zijn schrijverschap.

    Zijn fraaie, essayistische  De gelukkigste klas toont wat het betekent basischoolkinderen door een jaar heen te begeleiden, op weg naar een betere toekomst.

     

  • Foto van Willemijn Kranendonk
    Willemijn Kranendonk

    Willemijn Kranendonk (1994) is schrijver en dichter, voor zowel kinderen als volwassenen. Haar werk verscheen o.a. in Tirade, DW B, Liegend Konijn en op Lilith Magazine, Revisor, De Internet Gids, Hard//Hoofd en De Optimist. Momenteel werkt ze aan haar debuutroman die dit jaar nog uit zal komen bij Uitgeverij Van Oorschot en volgt ze de master Jeugdliteratuur aan de Universiteit van Tilburg. Mei 2022 verschijnt haar eerste kinderboek bij Uitgeverij Billy Bones.

  • Foto van Anne Steenhoff
    Anne Steenhoff

    Anne Steenhoff (1996) schrijft fictie en voor films. Ze studeerde in 2019 af aan de master Beroepsspecialisatie Film aan de UvA. Ze werkt momenteel als parttime leerkracht en schrijfster van kortverhalen bij Ella Global. Eerder verscheen haar werk bij De Optimist, Writenow en het NRC.