Bontjas in de zomer

Architectuurhistoricus Thomas A.P. van Leeuwen maakt bijzondere boeken over de elementen. Zijn waterboek ging onder meer over zwembaden. Zijn luchtboek over wolkenkrabbers. En nu is hij bezig met vuur.

Kort geleden maakte ik een radioprogramma met hem naar aanleiding van een essay dat hij schreef voor het Amerikaanse culturele tijdschrift Cabinet. Over brandtrappen in New York. Cultuurgeschiedenis zoals cultuurgeschiedenis behoort te worden geschreven: je ziet een vliegenvanger en denkt, wie is de uitvinder. Dan volg je het spoor terug. Deze week sprak ik Thomas A.P. omdat er binnenkort weer een verhaal van hem in Cabinet verschijnt. Hij was net terug van vakantie, vertelde hij, en had de ketelploeg over de vloer. Ketelploeg? Hij woont in een pand aan een Amsterdamse gracht en de ketel is daar stokoud. Stel je een paar mannen voor die met beroete hoofden in het binnenste van een oceaanstomer verdwijnen. Een tafereel uit de negentiende eeuw.

De architectuurhistoricus vertelde van de vele mannen die klussen doen aan zijn oude huis en zei dat hij wel eens heeft overwogen om een boek over hen te maken, een portrettengalerij.Goed idee, ik wil het boek hebben maar ik vind het ook goed als het een gedroomd boek blijft. Waarom was de ketelploeg trouwens nu over de vloer? ‘t Is zomer, de ketel hoeft niets te doen voorlopig. Oktober, november, dan meldt mijn servicedienst zich. ‘Dan is het te laat’, zei Van Leeuwen, ‘Een bontjas koop je ook in de zomer’.

In de Oorshop

Auden

Voordat ik m’n eerste stukje voor dit Tirade-blog schreef heb ik eerst gebladerd in A Certain World, a commonplace book. Het is gemaakt door W.H. Auden en het bestaat uit citaten die de dichter bijeendrijft in hoofdstukken. Zo staat in het hoofdstuk Face, The Human een mooie uitspraak van Malcolm de Chazal over oren.

Overigens, en dat is mijn punt, de beste bloggers bestonden al lang voor het internet. (Ach ja, verzucht mijn andere ik dan, vroeger was alles beter, vooral de toekomst.)

Nu de oren: ‘The ears are the last feature to age’.

Blijf op de hoogte, ontvang onze nieuwsbrief.

Eenzame uitvaarten

Voor twee eenzame uitvaarten schreef ik gedichten. De ene dode zonder kind of kraai kwam uit Polen, de andere uit de Oekraïne. De Pool liet een horloge na, de Oekraïner niets. Soms sta ik in gedachten weer even bij hun kisten. Gisteren nog, toen ik in de telefoonwinkel getuige was van een wonderlijk tafereel: een Afrikaanse man die een abonnement probeerde af te sluiten, zichtbaar geïntimideerd door een landgenoot van hem. Ergens in deze stad leidt hij een verborgen bestaan, hopend op een beter leven.

Zoals de Chinese vrouw van wier kamer de kunstenaar Jan Rothuizen een tekening maakte. Ze woont illegaal in het centrum, werkt bijna dag en nacht en probeert elke dag tenminste even via skype met haar dochter te praten die in China achterbleef. Zoals de Rus die ik elke dag zie zitten op de kade waaraan ik woon. Dromend kwam hij hier, inmiddels imiteert hij pistoolschoten als ik hem groet. Wel met een glimlach op zijn gezicht, dat nog wel.

Vorige week vergaderden mijn medebewoners over de vraag of een restaurant een terras mag neerzetten op die kade. Ze hadden het liever niet. Voor je het weet, zei een vrouw pinnig, trek je tuig aan. Wie zal dit soort mensen duidelijk maken dat zij zich, met al hun beschaving, soms als tuig gedragen.

Ik heb het gedicht voor de Oekraïner voor u opgediept:

In Memoriam

Oleksandr Polishchuk

Diep in de nacht schiet ik wakker; een van mijn kinderen komt niet lang daarna thuis.

Ik ben op mijn hond gaan lijken

die ruim voor onze komst aanslaat. Ik denk aan jouw laatste nacht, in het ziekenhuis, werd er op je gewacht? – en die nacht dat je jezelf

het leven probeerde te benemen,

werd er toen aan je gedacht, door je grootvader bijvoorbeeld met wie je – zo verbeeld ik me – in het voorjaar naar de veulens ging kijken?

Misschien vroegen jullie je wel af hoe het zou zijn om tussen de paarden te slapen in een warme zomernacht.

Ik denk aan een landgenoot van je die ik ken. Hij slaapt in auto’s die hij openbreekt, soms rijdt hij op en neer naar een naburige stad

om het idee te hebben dat hij iemand anders is, iemand van wie iets wordt verwacht, een man op wie wordt gewacht.

Diep in de nacht schiet ik wakker, hoe je jezelf door het achterhoofd schoot, het leek alsof niet jijzelf, maar een ander je had gedood.


Spijkers & Zwaluwen

Waarom is het zigeuners toegestaan te stelen?

Het antwoord vond ik in een portret van een Amerikaanse zigeunerkoning, gemaakt door New Yorker-verslaggever Joseph Mitchell. Vlak voordat Jezus werd gekruisigd waren het zigeuners die probeerden de spijkers te stelen.

In ‘Het ondankbare verleden van Santiago Herrero’, het literaire debuut van de filmer Ramon Gieling kom ik een minstens zo mooi verhaal tegen: zigeuners moeten het leven van de zwaluwen eerbiedigen, omdat deze vogels geprobeerd hebben Jezus van zijn doornen te verlossen.

Sebald

Vanochtend vond ik een gedicht van W.G. Sebald dat zich direct liet vertalen; een gedicht als een oude stuiver die je ‘s avonds vindt in een zomerjack dat na een jaar weer uit de kast moest worden gehaald:


Het was alsof ik
onder een lage

hemel lag en ademde
door

het oog van
een naald

Vrije Geluiden

In Z, tweewekelijks Amsterdams straatmagazine, lees ik een stukje over het beste radioprogramma dat ik ken: Vrije Geluiden. Het werd tientallen jaren gemaakt door grafisch vormgever Piet Schreuders, en gepresenteerd door Albert Ballintijn. Vrije Geluiden duurde vijf minuten. In die korte tijd deed Schreuders nauwgezet onderzoek naar onder meer de achtergrondmuziek bij stomme films, de stemmen van tekenfilmfiguren en de muziek die in Amerikaanse liften werd gedraaid.

In Z lees ik over aflevering 3 van de 2e jaargang die ik nooit heb gehoord. Schreuders liet zijn presentator door de Kalverstraat lopen. ‘Onderweg beschreef hij een aantal winkels. Wat waarschijnlijk maar weinig luisteraars opviel, is dat die winkels destijds al lang niet meer bestonden: Gersons modepaleis, de Hoofdstad Boekhandel, de Corso Cinema…’

Meer blogs

  • Afbeelding bij Warm

    Warm

    Hitte verbindt. Er wordt minder van je verwacht; je verwacht een stuk minder van anderen en veel minder van jezelf. Bij hitte doe ik alles langzaam en merk dan dat ik hetzelfde gedaan krijg – zelfs na vijf duiken in de gracht en anderhalf uur staren sluit ik mijn laptop in de middag met tevredenheid....
    Lees verder
  • Afbeelding bij Zomerverlies

    Zomerverlies

    Alle ramen stonden open en toch was het warm in mijn keuken. Ik sneed knoflook in dikke plakken en liet die bruinen in de lekkerste olijfolie, hakte een paar rijpe vleestomaten en voegde die toe, dopte hulkgroene erwtjes. Als ik buiten de deur ga eten maak ik voor vertrek iets voor de thuisblijvers; je bent...
    Lees verder
  • Afbeelding bij De bekende weg

    De bekende weg

    Het Zeeuwse dijkhuisje van B’s tante is al een jaar of twintig in mijn leven. Het is er stil, er is veel licht en de zee voelt heel dichtbij, maar rond de dijk is geen toerisme. Het enige wat er verandert is de tuin: er zijn meer rozen dan voorheen. De wilg is groter, en...
    Lees verder
Tirade bloggers
  • Foto van Alexander Baneman
    Alexander Baneman

    Alexander Baneman (Amsterdam, 1986) publiceerde in o.m. Tirade, De Revisor en De Parelduiker. In november verschijnt zijn debuutroman De schim van Raamswolde bij Van Oorschot.

  • Foto van Kevin Headley
    Kevin Headley

    Kevin Headley (1983) is een Surinaamse documentairemaker, journalist en schrijver. Sinds een aantal jaar schrijft hij ook korte verhalen, welke onder andere gepubliceerd zijn in de Surinaamse krant de Ware Tijd, het opinieblad Parbode, het online literair tijdschrift Papieren Helden, het tijdschrift Wobby en Tirade. Kevin heeft ook de speciale uitgave van Tirade PRAKSERI met alleen Surinaamse verhalen samengesteld. Tweewekelijks leren we door zijn ogen verschillende aspecten kennen van Suriname.

  • Foto van Jos Versteegen
    Jos Versteegen

    Jos Versteegen (1956) schreef zeven dichtbundels, waarin hij zich vooral liet inspireren door zijn familie en zijn jeugd in Limburg. Voor zijn debuutbundel werd hij genomineerd voor de C. Buddingh’-prijs. Zijn meest recente bundel is Woon ik hier, met herinneringen van oude mensen. In 2016 publiceerde hij zijn vertaling van de Duitse gedichten die Hans Keilson in 1944 in de onderduik schreef voor een geliefde: Sonnetten voor Hanna. Jos Versteegen werkt sinds begin 2017 aan de biografie van Hans Keilson.