Het boek waar ik momenteel aan werk heet Une rencontre en is geschreven door Milan Kundera. Ik ben zijn vaste vertaler, dit is mijn vierde boek van hem na de romans Identiteit en Onwetendheid en het essay Het doek. Voor wie het nog niet wist: de in Tsjechoslowakije geboren Kundera woont sinds 1975 in Frankrijk en heeft inmiddels acht boeken in het Frans geschreven, twee meer dan de zes Tsjechische titels die hij tot zijn officiële oeuvre rekent (zijn jeugdwerk, met name drie toneelstukken en drie poëziebundels, heeft hij afgezworen). Hij is dus geen Tsjechische schrijver meer en wil ook geen Franse schrijver zijn, maar een Europese schrijver die toevallig het Frans hanteert.

Kundera heeft de reputatie vertaleronvriendelijk te zijn, wat hij te danken heeft aan de bezetenheid waarmee hij na zijn emigratie de vertalingen van zijn werk is gaan herzien. Op een gegeven moment was hij daar haast meer tijd aan kwijt dan aan het schrijven zelf, zegt hij met gevoel voor zelfspot in het nawoord bij de derde, definitieve Franse versie van De grap.
De reden is eenvoudig: toen hij zich in Frankrijk had gevestigd, ontdekte hij dat de vertaler van zijn eersteling de kale, nauwkeurige stijl had opgesmukt met bloemrijke beelden (want dat zou de Franse traditie vereisen). Voorbeeld: de zin uit De grap die door Jana Beranová in het Nederlands is vertaald als: ‘De hemel was blauw en het was een schitterende oktobermaand’, luidde in de eerste Franse vertaling: ‘Onder een helblauwe lucht hees oktober zijn weelderige vlag.’ In andere vertalingen stuitte de argwanend geworden auteur op vergelijkbare of nog ergere aanpassingen (de eerste Engelse vertaler van De grap had het boek zelfs ingekort en de volgorde van de hoofdstukken veranderd), en hij besloot nieuwe vertalingen in het vervolg zoveel mogelijk te controleren.
De componist Ligeti verbood Ronald Brautigam zijn pianoconcert te spelen omdat hij zich niet herkende in de uitvoering. De romancier Kundera wees diverse vertalingen af omdat ze zijn esthetiek geen recht deden. Waar ligt de grens tussen terecht ingrijpen en misplaatste bemoeizucht?
Het antwoord op die vraag valt niet in algemene termen te geven. Of liever gezegd, er zijn meerdere antwoorden mogelijk, die afhangen van de manier waarop je aankijkt tegen literatuur, taal en werkelijkheid. Zelf geloof ik niet in de volledige beheersbaarheid van taal: als de woorden eenmaal op schrift staan, gaan ze hun eigen leven leiden. Overigens is dat een van de hoofdthema’s uit Kundera’s romans: de onvoorziene en ongewilde gevolgen die onze woorden of daden kunnen hebben (en de vergeefse pogingen die we doen om de geest weer in de fles te krijgen). Het is misschien wel zijn persoonlijke paradox dat hij, die dit proces scherper beschrijft dan wie ook, zozeer een illustratie van zijn eigen these is geworden.
Ik mag hem graag, we zijn inmiddels vrij goed bevriend. Met mijn vertaalkeuzes bemoeit hij zich nooit, op mijn vragen geeft hij altijd voorbeeldig helder antwoord. Soms betrap ik hem op een foutje of een inconsequentie. Dan verzucht hij: ‘Waarom zijn niet meer vertalers zo kritisch?’
Martin de Haan

























Afwisseling moet er zijn, dus laat ik maar eens voor wat kleur en beweging zorgen terwijl mijn medeblogger Rokus met vrouw en kind door Frankrijk fietst (hopelijk niet door het onweer dat nu boven de Morvan hangt).
Campert, Kousbroek en Keller maakten van gedicht en wandeling een film van ruim een uur, die op 24 september 1978 werd uitgezonden door de VPRO. Wijzelf hebben ons noodgedwongen beperkt tot foto’s, waarbij de taakverdeling als volgt was: Rokus las een paar verzen uit het gedicht voor, we zochten de beschreven plaatsen op en ik zorgde voor de vereeuwiging. Als de beschrijving niet direct duidelijk was gingen we te rade bij een buurtbewoner, zoals hier in de Rue du Dr Finlay, waar op nummer 3 de helderziende madame Sacco heeft gewoond over wie André Breton schrijft in Nadja. 

Een aantrekkelijk idee, vind ik, de vertaler die ‘krediet’ opbouwt bij de lezer, maar bij nader inzien vraag ik me af of er geen tegenstrijdigheid sluimert tussen de woorden ‘direct’ en ‘opbouwen’. Zoals schrijvers hun lezers ook pas geleidelijk aan voor zich winnen – of verliezen – zo lijkt mij het krediet dat de lezer een vertaling bereid is te geven geen deal die vanaf de eerste bladzijden wordt gesloten maar een beloning voor de volgehouden stilistische inspanning, de overtuigende toon, de visie van de vertaler (ook een woord dat Martin in deze context graag bezigt, zie zijn vorige blog).
Veel werk maakte Draulans van het thema van de gedragsverschillen tussen mannen en vrouwen. De 



