Mij was een paard beloofd,
maar wat ik kreeg was een staart –
met daaraan vast een bijna dood paard.
PALLADAS
(Grieks dichter, 360-430 na Chr.)
Mij was een paard beloofd,
maar wat ik kreeg was een staart –
met daaraan vast een bijna dood paard.
PALLADAS
(Grieks dichter, 360-430 na Chr.)
In 1610 stuurde Galileo Galilei een brief naar Leonardo Donato, de doge van Venetië. Hij wilde hem vertellen over de vier ‘sterren’ die hij met zijn nieuwe kijkinstrument dicht bij Jupiter had ontdekt. Hij voegde schetsjes van zijn waarnemingen toe. Daar zien we ze dan voor het eerst in de geschiedenis verschijnen, op papier: een ontroerend tekeningetje van een wagenwieltje (dat is Jupiter) en daarnaast, in verschillende constellaties, vier kruisjes. Dat zijn de nieuwe ‘sterren’. Wij noemen ze nu manen.
Het is een belangrijk moment in de geschiedenis van de wetenschap, mogelijk gemaakt door deze belangrijke nieuwe uitvinding. Maar eerst begint Galileo Galilei over het allerbelangrijkste:
“Ik verzeker U dat deze nieuwe uitvinding een groot geheim zal blijven. Ik zal haar alleen aan Uwe Hoogheid tonen. De verkijker is gemaakt om uiterst nauwkeurig afstanden te bestuderen. Deze verkijker heeft het voordeel dat hij de schepen van de vijand kan ontdekken twee uur voordat zij met het blote oog kunnen worden gezien en zo al het aantal en de soort schepen kan onderscheiden en hun sterkte beoordelen en klaar zijn om ze te achtervolgen, tegen ze te vechten of ze te ontvluchten; of, in het open veld, alle kleinigheden te zien en elke beweging en voorbereiding al te onderscheiden.”
First things first. Dat van die sterren, of manen, die nog nooit iemand heeft gezien is mooi – maar nu eerst even over het praktisch nut: de nieuwe vinding is verdomd interessant met het oog op de oorlogsvoering. Als jij je vijand twee uur eerder kan zien dan hij jou, dan is de kans dat jij de slag gaat winnen veel groter. Gaan we daarna wel lekker achterover leunen – en ’s avonds een beetje naar de sterren en de planeten kijken door dat nieuwe kijkding.
Zo nam Ida Gerhardt (83 jaar) afscheid van haar stervende zus Mia (70 jaar):
Gisterenmiddag hebben we elkaar nog telefonisch gesproken. Toen vroeg ze nog: “Zus, hoe lang kan het nog duren? Ik kom al veertien dagen niet meer uit mijn bed, eet alleen nog wat soep.” Wat moest ik zeggen? “Zus, als dit dan misschien ons laatste gesprek is, dan is het ook voor het laatst geweest dat ik ‘Met Gerhardt’ heb gehoord. Dan zeggen wij nog eenmaal ‘Met Gerhardt’”, stelde Mia voor. En Mia zei: “Met Gerhardt” en ik “Met Gerhardt, lieve zus” en herhaalde toen nogmaals het onsterfelijke “Gerhardt”, waarop wij vervolgens de hoorn op de haak legden.
(Ad ten Bosch, Gebroken lied. Een vriendschap met Ida Gerhardt.)
Ik heb een Engelse vertaling gemaakt van het gedicht ‘De Mus’ van Jan Hanlo:
THE SPARROW
Chirpy chirpy – cheep cheep
chirpy chirpy – cheep cheep
chirpy chirpy – cheep cheep
Chirp
Hier volgt de originele tekst:
DE MUS
Tjielp tjielp – tjielp tjielp tjielp
tjielp tjielp tjielp – tjielp tjielp
tjielp tjielp tjielp tjielp tjielp tjielp
tjielp tjielp tjielp
Tjielp
etc.
De tekst van de vertaling komt toevallig woordelijk overeen met de tekst van het refrein van de zomerhit ‘Chirpy Chirpy, Cheep Cheep’ (1971) van de Schotse groep Middle of the Road. Van de oorspronkelijke tekst van Jan Hanlo bestaat ook een gezongen versie, door Tom America (1997).
“Zo te horen slaap jij met je iPhone onder je kussen” zei Ruud. Ik had hem verteld over de vele handige mogelijkheden van het apparaat. Hij draaide zich weg, om met iemand anders te gaan praten. “Nou”, riep ik, “niet ónder mijn kussen, maar wel náást mijn kussen. Kijk maar.” Ik trok hem aan zijn schouder terug en dwong hem mijn Sleep Cycle Applicatie te bekijken.
Sleep Cycle is een programma (€ 0,79) dat de hele nacht kijkt hoe ik slaap. De volgende morgen vertelt het mij dan hoe ik geslapen heb, met een fijn grafiekje van het in slaap vallen, de droomslaap, de uren lichte slaap, de uren diepe slaap, de afwisseling daartussen en het uiteindelijke ontwaken.
Ruud was niet echt geïnteresseerd, maar ik wel. Ik wilde hem graag vertellen dat Sleep Cycle gebruik maakt van de gevoelige accelerometer van de iPhone. Sleep Cycle meet mijn nachtelijke bewegingen via de door mij veroorzaakte matrastrillingen en stelt aan de hand daarvan vast of ik in lichte of in diepe slaap ben. Daartoe hoeft de iPhone alleen maar in de bovenhoek van het bed te worden gelegd, op de matras. “Dus niet onder het dekbed of deken. En dus ook niet onder het kussen. Wel ernaast.”
Sleep Cycle valt zelf nooit in slaap. Het is voor Sleep Cycle een kleine moeite om mij te wekken, ’s morgens. Hij doet dat met synthesizersfeermuziekjes van ‘een open plek in het bos’ of ‘een ochtendnevel’ of ‘een zonsopgang’ of ‘een warme bries’ of ‘vage herinneringen’ of ‘een nachtegaal’ of ‘een stadsaubade’ – of met een riedel op basis van de Gymnopédies van Satie.
Ik stel een wektijd in, en Sleep Cycle bepaalt dan zelf, in het half uur voor de wektijd, wat het beste moment is om mij uit mijn slaap te halen. Geef ik weinig matrastrillingen af, dan weet Sleep Cycle dat ik nog in diepe slaap ben, en laat hij mij nog even slapen. Maar voelt hij met zijn gevoelige accelerometer aan dat ik in lichte slaap ben gekomen, dan gaat hij mij wekken met een door mijzelf gekozen aanzwellend wekmuziekje. Sleep Cycle weet dat je iemand het best wakker kan maken als hij in lichte slaap is, want dan staat hij gemakkelijk op, zonder te vloeken en zonder op het apparaat te slaan, en dan zit hij de rest van de dag in een enorm goed bioritme.
Vannacht schrok ik midden in de nacht wakker omdat mijn iPhone met een harde klap op de grond viel.
De kassabon van de drogist vermeldde niet de aankoop van een flacon 4711 Eau de Cologne, maar van één stuks artikel uit de categorie ‘damesgeuren’.