Berichten uit Brandenburg (1)

De bruidswinkel

Wanneer je de brug oversteekt, en daarmee de rivier, kom je van de oude stad in de nieuwe. Vroeger, toen dit nog een houten brug was die in tweeën gesplitst kon worden en omhooggehaald, werd halverwege tol geheven. Nu is het een grauw betonnen brug die na een lichte welving in het midden uitmondt in de hoofdstraat waar nog altijd huizen leeg staan (de zogenaamde Herrenlose Häuser), maar waar zich ook een Vietnamees restaurant bevindt en een Vietnamese kleermaker, en een Russische winkel met de naam ‘Berjozka’. Daar weer naast een winkel met, hoe noem je dat, trouwbenodigdheden. Kleine bruiden en bruidegommen van plastic die je pront bovenop een taart kunt plaatsen. Vanuit de etalage staren ze je gelukzalig glimlachend aan. ‘Jaja,’ roep ik weleens als ik een slechte bui heb, ‘jaja’. Ze staan in een wolk van wit satijn tussen ragfijne en doorzichtige sluiers, zilveren kralen en roze confetti. ‘Aanstellers’, dat roep ik ook weleens. Maar de bête glimlach op het gezicht van iedere bruid, van iedere huwelijksman, verandert niet, alsof ze me willen vertellen dat het slechts een kwestie van doorzetten is: doorzetten en sereen blijven lachen.

Eens zag ik op een vroeg tijdstip (zo’n uur waar de dag nog even in besloten ligt voordat hij zich definitief ontvouwt) de eigenaresse van de winkel. Ze opende juist haar voordeur. Het was een wat oudere vrouw. Ze droeg een witte broek met een scherpe vouw, een witte blouse en daaroverheen een zachtroze spencer. Dat roze zette zich door op haar licht gepoederde wangen. Verder had de vrouw opmerkelijk dun haar, engelenhaar, en teerblauwe ogen onder zwaar aangezette wimpers. Ze paste wonderwel in haar eigen etalage. Jazeker! Ze zou er zonder pardon in plaats kunnen nemen en iedere voorbijganger betekenisvol toeknikken. Of zou ze dan iets van een prostituee krijgen, vroeg ik me af. Zou ze met deze handeling de etalage in één klap ironiseren?

Ik ben overigens nooit getrouwd met de man die ik al jaren mijn ex noem, ik heb nooit de behoefte gehad en hij naar eigen zeggen ook niet, alhoewel hij tegelijkertijd vond dat ik hem ten huwelijk moest vragen. Dan hief hij zijn handen ten hemel en danste met een onzichtbare bruid door de kamer. En altijd als ik daarnaar keek, dacht ik stomverbaasd: dat ben ik niet. Dat bén ik niet. Dus zijn we – gelukkigerwijs – nooit getrouwd.

Nicole Montagne studeerde Vrije Grafiek aan de kunstacademie in Utrecht en Cultuurwetenschappen aan de Open Universiteit. Zij debuteerde in 2005 met de essay- en verhalenbundel De neef van Delvaux. Onlangs verscheen bij Wereldbibliotheek haar nieuwste essay- en verhalenbundel: De verzuimcoördinator.

Foto van Nicole Montagne
Nicole Montagne

Nicole Montagne studeerde Vrije Grafiek aan de kunstacademie in Utrecht en Cultuurwetenschappen aan de Open Universiteit. Zij debuteerde in 2005 met de essay- en verhalenbundel De neef van Delvaux. Onlangs verscheen bij Wereldbibliotheek haar nieuwste essay- en verhalenbundel: De verzuimcoördinator.

In de Oorshop

Incognito

Afgelopen zaterdag stond mijn eerste restaurantrecensie in Het Parool. Dat ik nu wekelijks op de plek van Johannes en Hiske te zien ben heeft een derealiserende werking op me.

Ik werd meteen herkend op straat en kocht een pet die ik tot over mijn ogen kan trekken, maar ontdekte dat dit lastig is bij het fietsen. Mijn marginale bekendheid als schrijver (twee keer per jaar iemand die me aansprak over mijn laatste boek) ging me beter af.

Voor de lezer die niet in Amsterdam woont: Proefwerk is een 2-paginarecensie en is hier in de stad een big deal, helemaal als je – zoals ik – bent grootgekomen in de horeca. Ik las de stukken van Johannes van Dam elke zaterdag sinds de vroege jaren ’90, en aansluitend die van de voortreffelijke Hiske Versprille, die het van de oude baas overnam.

Afstand en nabijheid zijn een ding voor me. “Mijn onuitgesproken wens om alleen te zijn en vooral niet alleen gelaten te worden,” om mezelf even aan te halen. Schrijven vervult die wens, omdat je je kunt uiten bij (in potentie) velen zonder zelf aanwezig te hoeven zijn.

Heel benieuwd wat mijn nieuwe rol me gaat brengen. Zal die zichtbaarheid wennen, of moet ik naast mijn pet ook camouflagekleding kopen?

Maar genoeg, nu, over mij.

_____________________________________________________________

Optie 8Gilles van der Loo (Breda, 1973) was redacteur van Tirade. Sinds 2010 publiceert hij online en in diverse bladen. Hij schreef de verhalenbundel Hier sneeuwt het nooit en de roman Het laatste kind. In 2016 verscheen zijn sterk autobiografische roman Het jasje van Luis Martín.

 

Foto van Gilles van der Loo
Gilles van der Loo

Gilles van der Loo (Breda, 1973) is schrijver en schrijfdocent. Tussen 2011 en 2015 was hij redacteur van Tirade. Bij Van Oorschot publiceerde hij de verhalenbundel Hier sneeuwt het nooit en de romans Het laatste kind, Het jasje van Luis Martín, Dorp en  Café Dorian. Meest recent verscheen Mens blijven aan het front bij Hollands Diep, dat hij samen met zijn Oekraïense vriend Andrii Kobaliia schreef.

Blijf op de hoogte, ontvang onze nieuwsbrief.

Buitengesloten

Nu september begonnen is, is het tijd voor een evaluatie van de zomer. De twee punten die het langst bleven hangen:

1 De brandende avondzon op het gravelperron van Montabaur. Het was niet de bedoeling geweest dat de ICE van Frankfurt naar Amsterdam er zou stoppen, maar vertraagd als ‘ie was moest de trein er een kwartier wachten. De machinist besloot de deuren open te doen zodat we een luchtje konden scheppen. Toen ik buiten stond gingen ze weer dicht – en op slot.

Het was een naakt gevoel: mijn bagage was geamputeerd. Ik begon te anticiperen op het gezoem van elektrische motoren, op het langzame wegglijden van de trein. Op het moeten zoeken naar een ander vervoersmiddel, het terugkrijgen van de tas.

Ik ging zitten op een bankje en staarde naar de wagon. Deze treinreis was de laatste rit van een trip van vier weken in een tiental treinen, in een tiental steden, waarbij ik reisleider was geweest. Op elke kilometer wist ik wat er zou komen, wat er de komende uren zou gebeuren, of wat het schema was van de dag. In welke stad we over 3, 5 of 8 dagen zouden zijn, of waar we die middag zouden eten.

Nu, relatief dicht bij huis, dreigde er van de ene op de andere seconde iets te gebeuren waar ik vijf minuten geleden geen rekening mee had gehouden. Dat was ik bijna ontwend, maar het was het meest ontspannen gevoel van de reis. Je kan weken het overzicht houden, maar er is niets zo overzichtelijk als machteloosheid. Ik sloot mijn ogen en draaide mijn hoofd naar de zon – toen openden de deuren.

Binnen in de trein, terug op mijn plek, vroeg een reisdeelnemer wat de échte volgende halte zou zijn. Siegburg-Bonn, zei ik. Over een half uurtje.

2 Alsof de pont vanuit Wageningen schipbreuk leed en me uitspuwde op een onbewoond eiland: zo leeg was de Betuwe op zaterdag 14 juli. Ik fietste door drie dorpen en over twee spoorlijnen, maar ik herinner me geen ander persoon dan een blond tienermeisje dat in de verte een bakstenen hoek omschoot op een te grote omafiets.

De hele streek had de gedaante aangenomen van een niemandsland tussen grensposten, een soort buitengesloten buffer tussen Noord-, Oost- en Zuid-Nederland. Een orkaanoog waaromheen de rest van het land circuleerde, waar je even kon rusten voor je je weer écht in Nederland zou wagen.

Bij een verlaten tankstation hield ik pauze in de berm en genoot van het uitzicht op het drukke Wageningen in de verte – en dat het in de verte wás. Toen dacht ik aan het uurtje dat ik nog had om een eetafspraak in Nijmegen te halen. Fietsend in het midden van lange, rechte wegen fietste ik twintig minuten later langs een ronkende A50 de Waalbrug over, de streek weer uit.

Foto van Milo van Bokkum
Milo van Bokkum

Milo van Bokkum (Amsterdam, 1994)  is economieverslaggever bij NRC.

Kijken en klikken

Ga nooit zonder plan YouTube op, hoorde ik een standup comedian eens zeggen. Het klopt. Mijn ervaring is dat na een tijdje doelloos klikken zich er een grijs gat van verveling in me begint te vormen. Ik sluit niet uit dat wanneer ik langdurig en zonder plan op YouTube zou rondhangen, me iets overkomt als te zien is in Videodrome van David Cronenberg (te zien op Netflix).

Videodrome – 1983– David Cronenburg

Geen keuzestress maar een ervaring van zinloosheid van een dikte waar je bijna plakken van kan snijden, bekruipt me na het zien van kattenvideo’s, top 10s, epic fails, stunts, oude tv-fragmenten en vooral veel hyperirritante vloggers. Het lijkt ook te kloppen dat je bij doelloos klikken naar steeds extremere video’s wordt gelokt. Ik begon afgelopen week met zoeken naar een filmpje over het nieuwe station van Delft, kwam daarna bij een top 10 van meest bijzondere metrostations en vervolgens bij een aan elkaar gegroeide tweeling. Nee dat hoefde ik niet te zien. Voor mij geen automatische gegenereerde aanbevelingen graag.

Bij Netflix is het allemaal wat tammer maar niet minder irritant. Ook hier is willekeurig door het aanbod surfen meestal geen goed idee. De kans dat je zomaar iets vindt dat bevalt is na een paar weken of maanden rondsnuffelen al bijzonder klein. Hoe meer Netflix zijn best doet mijn aandacht vast te houden met op maat gesneden aanbevelingen en previews, hoe meer ik mij begin te ergeren.

mjansen2Maar laatst vonden we dan zomaar een oude film die we nooit gezien hadden en nog beviel ook: Network uit 1976. Een film die je verrassend actueel zou kunnen noemen…

Network gaat over de honger naar kijkcijfers bij een Tv-station. Faye Dunaway speelt de emotieloze programmamanager die begrijpt dat platheid, geweld en sensatie kijkcijfers trekken. Zij zet voor een klein en journalistiek Tv-station de nieuwe koers op weg naar groei uit, waarbij niets en niemand ontzien wordt. Wij herkennen in haar nu het vlees geworden algoritme, dat ook weet dat we massaal klikken als we seks, sensatie, geweld of Siamese tweelingen voorgeschoteld krijgen. Het algoritme heeft net als Faye in deze film, geen last van moraal of goede smaak en geen gevoel voor menselijke verhoudingen en overwegingen.

De aarde is plat. Alleen door moeite te doen kun je de wereld verheffen. Maar de verleiding om laag bij de grond te blijven is groot, vooral omdat het je zo makkelijk gemaakt wordt. Network is een film die duidelijk wil verheffen. Er wordt geen poging gedaan de morele boodschap te verbergen. Integendeel, in de vorm van lange, sterke monologen wordt de boodschap aangezet. De film doet wat zij predikt: verhef u zelf, en ook elkaar.

Toch vroeg ik me af of de film ook niet laat zien dat het effect van sensatiezucht op massale aandacht vluchtig, of in elk geval niet heel bestendig is. Je kunt er eigenlijk niet op bouwen. Al dat platte aanbod wordt op een gegeven moment voorspelbaar en saai. Nu is plat niet het woord dat me bij Netflix meteen te binnen schiet, maar voorspelbaar en saai zijn hun aanbevelingen voor mij vaak wel. Zonder plan zien ze me daar niet meer.

 

Machiel Jansen blogt voor Tirade incidenteel over zaken die ‘Big Data’ raken. Hij leidt het Scalable Data Analytics-team bij SURFsara Amsterdam. Machiel is gepromoveerd op Knowledge Engineering en heeft in 2007 bij verschillende bedrijven en universiteiten aan SURFsara gewerkt.

Foto van Machiel Jansen
Machiel Jansen

Machiel Jansen blogt voor Tirade incidenteel over zaken die ‘Big Data’ raken. Hij leidt het Scalable Data Analytics-team bij SURFsara Amsterdam. Machiel is gepromoveerd op Knowledge Engineering en heeft in 2007 bij verschillende bedrijven en universiteiten aan SURFsara gewerkt.

Maquette van de toekomst – Kingelez

Het begrip ‘land locked’ grijpt een mens eenvoudig naar de keel. Hoe groter een land hoe benauwender de landmassa’s voor wie van de zee houdt. Er zijn 49 landen in de wereld waarvoor geldt dat ze volledig door land omsloten zijn. The Democratic Republic of the Congo (DRC) is er net niet een van, zoals dit plaatje toont, het is alsof het land met een rietje de uitweg heeft gevonden, een begrijpelijke noodzakelijke uitweg uit het opgesloten zijn.

In het Museum of Modern Art in New York is nu een retrospectief te zien van de werken van Bodys Isek Kingelez (1948-2015), een kunstenaar uit DRC die een aantal aantrekkelijke kenmerken van de aansprekende kunstenaar in zich verenigt.

Kingelez maakt maquettes van niet-bestaande gebouwen, soms samengevoegd tot niet-bestaande steden of stadsdelen. Het zijn kleurrijke en fantastische werken die met grote precisie en vakmanschap en materiaalbeheersing worden uitgevoerd. Kingelez zocht een uitweg uit het omringd zijn door grauwe gebouwen en de niet erg aansprekende realiteit van Belgisch Congo en Zaïre ten tijde van Mobutu. Kingelez is dus het voorbeeld van de kunstenaar die een betere wereld droomt. In een film in het museum zegt hij erover dat het de opdracht van de kunstenaar is de dromen die hij heeft uit zijn hoofd en onzichtbaar voor anderen op tafel en zichtbaar voor iedereen te krijgen. Dat is hem goed gelukt.

180604_r32193De maquette is zo de oervorm van kunst en van hoop, zo zou het kunnen zijn. Ze zijn ook vrolijk makend, bontgekleurd, art-decoesk soms, en… hysterisch opgewekt bijna. Swingend ook.

Congo was ooit de achtertuin van koning Leopold van België en heeft een keiharde koloniale geschiedenis waar David van Reybroeck over geschreven heeft, maar ook Joseph Conrad in zijn Heart of Darkness. Kingelez is misschien nog niet helemaal een post-koloniaal kunstenaar wanneer hij beweert dat hij de Belgen dankbaar is omdat zij hem hebben geleerd een ‘gentleman’ te willen zijn. Want vreemd genoeg klonk dit uit zijn mond niet ironisch.

Kingelez vond een uitweg uit de grauwheid van zijn omstandigheden zoals zijn land een uitweg leek te zoeken uit die landmassa van dat insluitend continent en met een paar kilometer kust toch aan de zee grenst. Kingelez maquettes vormen een machtig voorbeeld van perfect uitgevoerde droomkunst, de droom van de wereld mooier te maken.

——-
 IMG_6285
Menno Hartman (1971) is uitgever bij Van Oorschot en was redacteur bij Tirade. Lees ook dit stuk in The New Yorker.
Foto van Menno Hartman
Menno Hartman

Menno Hartman (1971) is uitgever bij Van Oorschot.

Over voetbal

8cf018ba-f6ab-4156-90c2-f42de4cbca35Ik kon niet voetballen als kind – ik kan het nog steeds niet – en mijn oplossing voor dit sociaal dodelijke gebrek was een truc die ik op veel terreinen toepaste: om de pijn van falen uit de weg te gaan besloot ik het spel stom te vinden.

Als je dat eenmaal besloten hebt, kun je niet terug. De ophef op school wanneer Nederland speelde, de landelijke gekte, het oranjegeschreeuw dat klonk uit alle open ramen van de verlaten straat waar ik eindeloos rondjes fietste, hopend op verlies voor mijn land en en een terugkeer naar het normale voor mezelf…

Toen ik eenmaal barman was: de hordes in de Warmoesstraat op weg naar mijn werk, en later in de avond dezelfde mannen, lam nu, die in polyester clubshirts hun verdriet aan mijn bar verzopen, hun onderarmen in gemorst bier en de vingers van hun verslagen handen hangend in de spoelbak.

Het sterkte allemaal mijn idee dat de mens iets nodig heeft om zich druk over te maken – om het even wat – en zo even verlost te zijn van de leegte in zijn leven.

‘Ik ken geen van die elf gasten,’ zei ik jarenlang als Ajax speelde. ‘Waarom zou ik me opwinden over wie er wint?’

Naarmate de privélevens van de spelers meer zichtbaar werden in de media werd ook duidelijk dat dit soort mannen en ik nooit aansluiting zouden vinden. Al wilden we.

Mijn vrienden pestten me met mijn afkeer, wat ook een vorm van aandacht is, waardoor ik me tijdens wedstrijden minder eenzaam voelde. Ik haalde bier, leegde asbakken en leverde kritiek op alles aan de sport, en zo was ik er toch een beetje bij. Een fase die twintig jaar zou duren.

Ik begon pas echt te kijken toen Nadim een jaar of vier was, en in een Ajaxshirt van zijn opa de eerste helft wilde zien (daarna was het bedtijd).

Mijn jongen sprong en juichte en zong medleys van Ajax- en Feijenoordliederen. Als er gescoord werd rende hij rondjes door de kamer. Dat deed hij tot hij doorkreeg dat je alleen bepaalde doelpunten hoort te juichen. Ik zat op de bank, Nadim tussen mijn benen, en besefte dat voetbal een manier voor hem was om erbij te horen. Om mee te kunnen rijden op de golven van emotie, om te voelen dat hij meetelde in zijn soort.

Ik zag een ongecamoufleerd verlangen naar een plek in de groep en werd erdoor uit mijn tent gelokt. Toen ik voor het eerst juichte bij een doelpunt keek ik onmiddellijk om me heen, maar niemand leek met mij bezig. Alle ogen waren op de buis gericht.

En zo, beetje bij beetje, begon ik voetbal te begrijpen. Gisterenavond gingen mijn vrienden kijken bij Arie thuis. Vanaf een uur of drie begonnen de Appjes, de foto’s van voorpret. De pesterijen voor Gil, die niet van voetbal houdt.

Ik Appte dat ik niet kon komen omdat ik dit blog nog moest schrijven, dacht aan de koppen van mijn vrienden, aan armen over schouders op Arjans ribfluwelen bank. Terwijl ik schreef besefte ik dat ik tegen Boris’ benen op het kleed wilde zitten, om bij elk doelpunt van Ajax een rondje te rennen. Het zou mijn coming out worden, het moment waarop ik met angst en beven mijn eerste stappen zette in het leven van een voetbalman.

_____________________________________________________________

Gilles van der Loo (Breda, 1973) was redacteur van Tirade. Sinds 2010 publiceert hij online en in diverse bladen. Hij schreef de verhalenbundel Hier sneeuwt het nooit en de roman Het laatste kind. In 2016 verscheen zijn sterk autobiografische roman Het jasje van Luis Martín.

 

Foto van Gilles van der Loo
Gilles van der Loo

Gilles van der Loo (Breda, 1973) is schrijver en schrijfdocent. Tussen 2011 en 2015 was hij redacteur van Tirade. Bij Van Oorschot publiceerde hij de verhalenbundel Hier sneeuwt het nooit en de romans Het laatste kind, Het jasje van Luis Martín, Dorp en  Café Dorian. Meest recent verscheen Mens blijven aan het front bij Hollands Diep, dat hij samen met zijn Oekraïense vriend Andrii Kobaliia schreef.

Meer blogs

  • Afbeelding bij Warm

    Warm

    Hitte verbindt. Er wordt minder van je verwacht; je verwacht een stuk minder van anderen en veel minder van jezelf. Bij hitte doe ik alles langzaam en merk dan dat ik hetzelfde gedaan krijg – zelfs na vijf duiken in de gracht en anderhalf uur staren sluit ik mijn laptop in de middag met tevredenheid....
    Lees verder
  • Afbeelding bij Zomerverlies

    Zomerverlies

    Alle ramen stonden open en toch was het warm in mijn keuken. Ik sneed knoflook in dikke plakken en liet die bruinen in de lekkerste olijfolie, hakte een paar rijpe vleestomaten en voegde die toe, dopte hulkgroene erwtjes. Als ik buiten de deur ga eten maak ik voor vertrek iets voor de thuisblijvers; je bent...
    Lees verder
  • Afbeelding bij De bekende weg

    De bekende weg

    Het Zeeuwse dijkhuisje van B’s tante is al een jaar of twintig in mijn leven. Het is er stil, er is veel licht en de zee voelt heel dichtbij, maar rond de dijk is geen toerisme. Het enige wat er verandert is de tuin: er zijn meer rozen dan voorheen. De wilg is groter, en...
    Lees verder
Tirade bloggers
  • Foto van Greet Kuipers
    Greet Kuipers

    Greet Kuipers (1962) is psychiater. Onder het pseudoniem Minke Douwesz publiceerde zij bij uitgeverij Van Oorschot twee romans, Strikt en Weg. Voor de laatste ontving zij de Opzij Literatuurprijs 2009 en de Anna Bijns Prijs 2012.

  • Foto van Julia Buijs
    Julia Buijs

    Julia Buijs is theater- en filmschrijver en manusje van alles. Deze zomer studeert ze af aan de opleiding Writing For Performance aan de HKU, met het scenario voor een bemoedigende animatiefilm over een station waar het altijd regent en niemand een gezicht heeft. Met dit en haar toekomstig werk wil ze proberen de lezer stil te laten staan, adem te laten halen en zichzelf en anderen te omarmen. Haar teksten zijn fantasierijk, gelaagd, experimenteel en persoonlijk. Ze werkt door middel van sprokkelen, puzzelen en plakken en gelooft binnen vijf jaar een eigen genre gecreëerd te hebben. Verder zal je haar kunnen vinden als vleermuisveldwerker, regisseur, festivalprogrammeur, creatief producent, saunameester, kinderboekenschrijver en juist ook voorloper van de ‘Kinderlijke’ Verhalen voor Volwassenen.

  • Foto van Menno Hartman
    Menno Hartman

    Menno Hartman (1971) is uitgever bij Van Oorschot.