Bibberend hondje

Iemand vertelde dat hij zich, nadat zijn vrouw was overleden, voelde als zo’n klein bibberend hondje. Zo’n keffertje dat in de winter een deken om moet, maar dan zonder de deken. We hadden niet eens een goed huwelijk, zei hij daarna.

Sindsdien is mijn eerste reactie bij het zien van weer zo’n klein keffertje, niet meer de ergernis die ik eerder voelde, maar de vraag hoe ontzettend groot, en hoe koud, de wereld voor hem moet zijn.

De mensen op de foto komen niet voor in de blogtekst.

 

 

In de Oorshop

Nog niet helemaal echt

Woensdag aanstaande komt de ventilatieman (m/v) langs, hier in huis – met de wind is Het Dingetje wedergekeerd, ’s nachts tikt en bonkt het
zo hard dat I. met muziek in zijn oren slaapt en ik met siliconen oordopjes in. ’s Ochtends vind ik die dopjes in mijn kruin, ze zijn knalroze en er nog moeilijker uit te krijgen dan kauwgom. We weten niet of Het Dingetje zich daadwerkelijk in het manke ventilatiesysteem bevindt, maar omdat we dat systeem niet begrijpen (en de bovenbuurman onschuldig is gebleken, zijn olifant moet zelfs pantoffeltjes aan) gaan we er vanuit dat daar de oorzaak ligt – een akelig analogietje met diverse actualiteiten slik ik even in, Het Dingetje drukt me andermaal met mijn neus in mijn menselijkheid, wat precies zo vies is als het klinkt.
Later die dag, ’s avonds, presenteer ik voor het eerst een roman. Een gebeurtenis die haast in het niet valt bij de mogelijke verlossing die ventilatieman kan brengen, desalniettemin heb ik ook daar zin in. Tegelijkertijd vrees ik ongemakkelijkheid, een beetje zoals het moment dat iedereen op je verjaardag voor je gaat zingen en je opeens niet weet waar je je handen en je waardigheid moet laten. Onlangs bevond ik me op een literaire avond over debuteren en werd ik steeds voorgesteld als ‘debutant’, wat klopt, maar wat tegelijkertijd gek is. Ik ben de halfschrijver – nog niet helemaal echt, maar wel helemaal een boek. Alsof ik weer zestien ben (half volwassen, nog niet helemaal echt, wel al een bh aan) en iemand me introduceert met ‘dit is Roos, ze is een puber’. En ik maar hopen dat niemand die jeugdpuist tussen mijn ogen opmerkt. Onbeholpen een slotjesbeugel bloot lachen.
Maar daar moet ik allemaal niet aan denken, woensdag. Ik moet gewoon blij zijn en proosten. Op een boek en hopelijk, allemachtig wat hoop ik dat, op een zalige stilte.

AAEAAQAAAAAAAASkAAAAJDViMDhlMWE4LTdmMWMtNGE4MC05ZDU2LTQ4NzNkMDU2MTM2Ng

 

Roos van Rijswijk (1985) is redacteur van Tirade, publiceerde verhalen in diverse literaire tijdschriften en is één van initiatiefnemers van de J.M.A. Biesheuvelprijs. Ze is columnist bij Advalvas. In februari verschijnt haar roman Onheilig(Querido).

Foto van Roos van Rijswijk
Roos van Rijswijk

Roos van Rijswijk is redacteur van Tirade. Ze publiceerde proza in diverse tijdschriften en de roman Onheilig (Querido, 2016).

Blijf op de hoogte, ontvang onze nieuwsbrief.

Lente – in de lente zit je in een vierkant ei

Het is bijvoorbeeld van belang je af te vragen of het een psychose was. Dat geeft weer houvast. Je wil, net als zijn (en jouw) vader, dat het niet zo was en hij dus zelf de keuze maakte om daar te lopen, om daar te dichtbij die razendsnelle trein te zijn. Maar dat spreekt het treinkaartje dan weer tegen. Want een week ervoor had hij een enkeltje gekocht naar Amsterdam en het toen toch niet gedaan, hij kwam huilend terug en vertelde aan zijn (en jouw) moeder niets en pas na een paar uur snapte ze met haar verstand wat ze natuurlijk meteen al wist maar niet wilde geloven, of voelen zelfs: dat hij het had willen doen. En hij stond huilend voor haar en schaamde zich, voelde zich schuldig. Kortom, je verwacht het niet, dat ‘ie het dan toch doet, een week later- volledig ongepland, met een retourkaartje Zwolle (een retourkaartje hè), hij wou vast gewoon even naar huis, alleen dat en ineens durfde ‘ie.

Er is een kubus die wit is en daar zit je dan in. Je kent dat raadsel wel. Je denkt daar aan terug en vindt dat warempel leuk om te doen, je vindt dat entertainment. Verrek – denk je, het klopt, dat raadsel over de dood, het is verdomme nog waar ook.

Stel je voor: je zit in een kubus, een hele grote witte vierkante kamer en die is leeg. Je zit er op de grond. Je weet niet hoe je er gekomen bent en hoe je er vandaan kan. Er zijn geen deuren en er is geen raam. Er is alleen jij en een wit plafond boven je hoofd, een witte vloer onder je billen en vier witte muren om je heen. Hoe reageer je? Wat doe je? Wat zou je dan gaan doen?

Je weet niet hoe lang het gaat duren hè. Just saying.

Het antwoord is natuurlijk, bedenk je nu trots, in de kubus zittend, dat je moet proberen de puzzel op te lossen. Want: het is een raadsel. En dus: zodra je weet waarom je er bent, weet je de weg naar buiten toe.

De kubus is dik en de witte verf die erop zit is mat. Er is niet langer iemand te zien. Zo werkt dat dan: je vergeet dat er een eventuele geliefde ergens is, laat staan je vrienden. Je vergeet zelfs dat je ouders hebt. Het is bijna een kermisattractie, het is raar joh, die kubus. Maar zo werkt het, zo werkt dat ding. Je zult vergeten dat er buiten nog een wereld is.
Natuurlijk – je kunt best dingen missen.
Wat ik bijvoorbeeld het meest mis is de natuur. Ik kan door het bos lopen en tussen de bomen staan, ze met mijn handen aanraken en voelen aan de schors, maar ik ben er niet. Ik ben, net als hij nu, overal afwezig.

Hoe je reageert op de kubus is hoe je reageert als je geconfronteerd wordt met de dood. Dat is de oplossing, dat is wat dat raadsel was.

En? Had je het goed?

Wat je bijvoorbeeld in de lente kunt doen: blijf dichtbij de dood, trek zijn kleren aan – het is er koud. En niet vergeten – nu goed nadenken, dan kom je er wel uit. Het begint gewoon met rustig nadenken en alles op een rijtje zetten – dat is wat er eerst moet gebeuren, dat is het eerste wat je moet doen.

 

picture062Sonja Schulte is kunsthistoricus. Ze presenteert Glasnost, een radioprogramma over kunst en wetenschap, recenseert beeldende kunst voor cultureel magazine 8WEEKLY en redigeert het Handboek voor een Optimistisch leven – de boekbundeling van literair magazine De Optimist, die deze zomer zal verschijnen. Ze schrijft essays voor De Gids en De Optimist en stukjes op sonjaschulte.com.

Zonder laptop

Midden in een aflevering van de geweldige nieuwe serie War and Peace van de BBC ging er een glas wijn over mijn laptop heen. Witte. Zittend dacht ik nog: die vliegt zo door de kamer en eindigt in twee stukken. Toen ik opstond pakte ik echter een handdoek om het apparaat mee af te deppen – blijkbaar gaat dat instinctief. Een nacht en een dag heb ik ‘m laten drogen op de verwarming, maar het mocht niet meer baten.*

Ik zat een tijdlang zonder, vanwege het gebrek aan zin om me in het aanbod te verdiepen. Het is net als met voelen dat je ziek wordt: komt altijd ongelegen en moet zo lang mogelijk worden ontkend dan wel uitgesteld. (Er zullen best veel mensen zijn die daar op dit moment last van hebben.) Zodoende was ik ongewild en onhandig langer dan nodig verstoken van… een tekstverwerker.

Nooit gedacht dat ik daar nog eens over zou beginnen. Op je telefoon kan je nu eenmaal niet fatsoenlijk een stukje tikken. Het liefst wilde ik een apparaat dat mijn gedachten leest en er dan zinnen in een bestandje van maakt. Dan denk je ‘nieuwe alinea’ en dan verschijnt er automatisch een nieuwe alinea (of: hij schrijft ‘nieuwe alinea’ als hij slim genoeg is om je echt te begrijpen). Aan de andere kant komt er nu al zo veel bagger uit al die laptops en pc’s, dat een volautomatische gedachte-tekstverwerker dat alleen maar erger zou maken. Moge die breindiarree ons allen bespaard blijven!

Ik nam mijn toevlucht maar weer tot het schriftje en de vulpen. Een typemachine heb ik helaas niet onder handbereik, maar dat was eigenlijk de betere optie geweest. Nu draait het er toch op uit dat ik, zodra ik weer een laptop heb, alles ga zitten overtikken. Meestal heeft het geschrevenen daar baat bij. Zo haalde ik uit een vertalinkje van Philip Larkin nog wat missers, en stuitte ik daarbij plotseling op de zinsnede: ‘Leven is traag sterven.’ Het stond er gewoon al, in mijn handschrift, maar pas op het scherm wordt het echt.

 

* De harde schijf kon ik gelukkig nog redden, en samen met de back-ups was de ramp toch minder groot dan aanvankelijk gedacht.

 

Marko van der Wal (1989) is opgeleid als classicus, redacteur van Tirade en werkt bij Uitgeverij Van Oorschot. Sinds twee jaar blogt hij wekelijks voor tirade.nu. Hij ziet er overigens anders uit dan hij eruitziet.

Marko van der Wal

Marko van der Wal (1989) is opgeleid als classicus, redacteur van Tirade en werkt bij Uitgeverij Van Oorschot. Sinds enkele jaren blogt hij (onregelmatig) voor tirade.nu.

De nachttrein – And just get funky list’nin’ to the train

Mijn eerste nachttrein nam ik in 1987 met twee vrienden van Amsterdam naar Praag. Het was kerstavond, ’s ochtends om een uur of 6 kwamen we aan in München. We moesten overstappen en er een uur of twee doorbrengen. Het had gesneeuwd op deze prachtige kerstmorgen, het was nog donker in de stad toen we over het maagdelijk wit naar de grote kathedraal sloften, heel langzaam bewoog de stad naar ontwaken toe, de essentie van gezelligheid binnen aanschouwden we vanuit de schoonheid buiten. Bij het station dronken zwervers grote pullen bier.

Als je aan de nachttrein verslingerd bent geraakt word je een verzamelaar van trajecten. Mijn mooiste zijn: 1 Moskou – Peking, de langste, zeven dagen acht nachten Siberië. 2 Nairobi– Mombassa in Kenia, de fraaiste, damast gedekte tafels en zilveren bestek, een heuse gerant die de maaltijd serveert, naast de trein een antilope die meehuppelt. 3 Kunming – Guilin in China, een lange tocht door paddy’s, gebergten, bamboepluimen. De nachttreinen in China hebben een plezierige sfeer, de couchettes zijn open, zes bedden per afdeling, veel thee drinken, veel lachen.

IMG_2564
Java, vanaf het Balkon.

Oslo–Bødø, duizend tunnels, Bandung–Yogjakarta het mooiste landschap van Java, Jodhpur – New Dehli, vechten voor je plek, Christchurch – Greymouth, New-Zealand, de Alpen down under. 

Wat nog spectaculairder is dan het uitzicht op de buitenwereld is het gegeven dat het ritme van de trein je net op een niveau onder diepe slaap houdt. Je droomt je eigen reis dus.  Steeds te slaperig om wakker te zijn en te diep weg om echt te waken voel je de kilometers. Als je slilstaat hoor je spoorwegpersoneel roepen, mensen klimmen op de trein. Wanneer je het gordijn een stukje oplicht, zie je lampen en schimmen. Je hoopt snel weer te vertrekken, want dat ritme, daar verlang je naar, ergens tussen slaap en dans.

Caspar van Gemund, van Club Interbellum deed het ongelofelijke. Als liefhebber van de nachttrein organiseerde hij een festival op een trein: ‘ Donderdagavond 30 juni 2016: de Europe Endless Express vertrekt vanaf Amsterdam Centraal Station. Een ontdekkingsreis op een nachttrein van drie dagen, twee nachten door zes Europese landen. Aan boord bevinden zich kunstenaars, filosofen, theatermakers, wetenschappers, schrijvers en muzikanten. De route blijft geheim. Op zaterdag 2 juli zet de trein haar reizigers weer af in Amsterdam.’ (Klik hier voor meer.) Wat een droom van een project. Nu dromen we door over een nachttreinboek. Een die uitkomt…

Wat een mooi idee! De trein verbindt het Europese continent al anderhalve eeuw, waarom zouden we dat niet vieren zolang het nog kan?

Railroad man, van Bill Whithers:

‘He rode across the plains
He rode on a fruit freight train
The hauled bananas to Savannah
And wore bandannas made in old Japan’

————–

IMG_9920Menno Hartman (1971) was vroeger redacteur van Tirade. Sinds 2008 werkt hij bij Uitgeverij Van Oorschot.

Foto van Menno Hartman
Menno Hartman

Menno Hartman (1971) is uitgever bij Van Oorschot.

Tirade dankt en begroet: Maartje Smits en Sonja Schulte

Maartje, dank voor je mooie een veelgelezen bijdragen op de zondagen van januari. We hebben ervan genoten! Goddank laat je ons in goede handen achter: Sonja Schulte zal in februari voor Tirade bloggen.

Sonja is kunsthistoricus. Ze presenteert Glasnost, het Gronings radioprogramma over kunst en wetenschap, recenseert beeldende kunst voor cultureel magazine 8WEEKLY en redigeert het Handboek voor een Optimistisch leven – de boekbundeling van literair magazine De Optimist, die deze zomer zal verschijnen. Ze schrijft essays voor De Gids en De Optimist en stukjes op haar blog (sonjaschulte.com) over leven, dood, liefde en alle kunsten.

Meer blogs

  • Afbeelding bij Zomerverlies

    Zomerverlies

    Alle ramen stonden open en toch was het warm in mijn keuken. Ik sneed knoflook in dikke plakken en liet die bruinen in de lekkerste olijfolie, hakte een paar rijpe vleestomaten en voegde die toe, dopte hulkgroene erwtjes. Als ik buiten de deur ga eten maak ik voor vertrek iets voor de thuisblijvers; je bent...
    Lees verder
  • Afbeelding bij De bekende weg

    De bekende weg

    Het Zeeuwse dijkhuisje van B’s tante is al een jaar of twintig in mijn leven. Het is er stil, er is veel licht en de zee voelt heel dichtbij, maar rond de dijk is geen toerisme. Het enige wat er verandert is de tuin: er zijn meer rozen dan voorheen. De wilg is groter, en...
    Lees verder
  • Afbeelding bij Zo alleen… Zo alleen 

    Zo alleen… Zo alleen 

    (beeld: Don Duyns) Uit de hengstebron gedronken hebben.   Ik schrijf over gegeven paarden en ogen van naalden.  Over brood op de keukenplank muizen die op tafel dansen en   klokjes die tikken.  Had het meisje geantwoord.  Hij had haar rode kapje gevolgd en zijn besluit genomen.  Ik ben een poëet, had ze piepend gezegd.  Aan de...
    Lees verder
Tirade bloggers
  • Foto van Fannah Palmer
    Fannah Palmer

    Fannah Palmer (1994) studeert momenteel online aan de Rijksuniversiteit Groningen. Ze schrijft zelf fictie, poëzie en af en toe een essay. Naast haar ambities in de uitgeverswereld hoopt ze in de nabije toekomst veel eigen werk uit te brengen.

  • Foto van Plonia Westendorp
    Plonia Westendorp

    Plonia Westendorp (1998) is verpleegkundige en student Nederlandse Taal en Cultuur aan de Universiteit van Amsterdam.

  • Foto van Kevin Headley
    Kevin Headley

    Kevin Headley (1983) is een Surinaamse documentairemaker, journalist en schrijver. Sinds een aantal jaar schrijft hij ook korte verhalen, welke onder andere gepubliceerd zijn in de Surinaamse krant de Ware Tijd, het opinieblad Parbode, het online literair tijdschrift Papieren Helden, het tijdschrift Wobby en Tirade. Kevin heeft ook de speciale uitgave van Tirade PRAKSERI met alleen Surinaamse verhalen samengesteld. Tweewekelijks leren we door zijn ogen verschillende aspecten kennen van Suriname.