Spel, spelen – #WU14

1) Mens Dier Ding

‘Hé, Martijn Knol! Haha, jij bent die gozer van die grappige stukken op de Tirade blog, haha! Die zijn zo goed, man! Jij bent zo… VRIJ!,’ aldus Alfred Schaffer als ik me aan hem voorstel. ‘Het is écht grappig wat je maakt en het is écht literatuur.’*

‘Nou, ik zat me in de trein al een beetje af te vragen waar ik het maandag over zou gaan hebben, maar dit is eigenlijk wel een heel goeie opening die jij hier uit je mouw schudt… ik denk dat ik mijn maandagblog maar ga beginnen met al die mooie, ware, wijze en scherpzinnige woorden die jij zojuist tot mij sprak.’

‘Haha, tuurlijk man, moet je doen! Ik lees het wel, maandag.’*

Spontane erkenning door een collega van het kaliber Alfred Schaffer: alsof je de jackpot wint terwijl je langs een fruitautomaat kuiert. Lekker! Bovendien bewijst bovenstaand – werkelijk naar waarheid opgetekend – dialoogje maar weer eens hoe weinig genreonderscheid ertoe doet. Fuck de hokjes en de definities. Had Multatuli in onze tijd geleefd, dan was hij de beste op één na beste blogger van Europa.

 

2) Vrijdag – Martijn, Sanneke, Walter, Lieke

Sanneke – Sanneke van Hassel – en ik zijn in Den Haag om in de bunkerachtige foyer van het Theater aan het Spui tirades af te steken uit Tirade 450. Omdat Walter van den Berg en Lieke Marsman zich ziek hebben gemeld, moeten Sanneke en ik alle vier de geprogrammeerde tirades voor onze rekening nemen. Een Shakespeareaans spel met identiteiten lijkt aan te breken: naamsveranderingen, sekseveranderingen… complete transformaties!

Het klinkt ingrijpender dan het is: dat spel met schijn en werkelijkheid is precies het soort tovenarij dat je achter je schrijftafel bedrijft. En wat de uitvoerende kant betreft: Sanneke heeft tien jaar bij het beste toneelgezelschap van Nederland gewerkt… tien jaar, dat betekent dat we, even snel uit het hoofd, vijf jaar podiumkunstervaring per persoon hebben! Moet lukken!

In het geval van onze eigen tirades – De wilde brede rivierstroom en Omdat ik het zeg – is het gewoon een kwestie van voorlezen*.. Daarna gaat het er om spannen… Sanneke mag/moet als eerste andermans tirade voorlezen… zij heeft de tekst van haar fondsgenoot Walter gekozen… een tirade getiteld tirade… Tijdens de eerste regels van zijn tirade begint Sanneke – tot verbijstering van het publiek – enorm te groeien… nog voor ze de openingsalinea heeft gelezen is ze vijftig centimeter groter… vijftig kilo zwaarder… Nog een alinea later staat er een grote, brede, volwassen vent op het podium… Hij draagt een donkerblauwe trui met een band van gekleurde haaienvinnetjes erop… Geen twijfel mogelijk: daar staat de auteur van Van dode mannen win je niet… onmiskenbaar, ten voeten uit… Hij grijnst tevreden als het slotapplaus klinkt en buigt nog even naar de microfoon om te vertellen dat zijn boek in de stand van Boekhandel Paagman ligt.

Mijn eigen transformatie – die tot Lieke Marsman, ik lees haar tirade Liefde in tijden van eenzaamheid – zet ik in gang door het elastiekje uit mijn staart te trekken en m’n haardos los te schudden… Na een paar woorden gaat mijn stem vanzelf de hoogte in… ik voel hoe mijn trekken verzachten… mijn handgebaren worden eleganter… Na de laatste punt trek ik mijn rokje recht en veeg met de rug van mijn hand een druppeltje speeksel van mijn onderlip – op mijn hand blijft een veeg lipstick achter. ‘Volgende week verschijnt mijn nieuwe bundel,’ zeg ik tot besluit van mijn lezing.

Schrijven, lezen, voorlezen, luisteren: witte magie.

3) Teacher (I)

There are three points of view from which a writer can be considered: he may be considered as a storyteller, as a teacher, and as an enchanter. A major writer combines these three – storyteller, teacher, enchanter – but it is the enchanter in him that predominates and makes him a major writer.

Vladimir Nabokov, Good Readers and Good Writers

4) Zaterdag – Rosan, Gilles, Simone, Marko

Ik ben in Den Haag om auteursexemplaren uit te delen aan de contribuanten van Tirade 452 en, vooral, om te kijken & luisteren naar de tirades van Marko van der Wal, Simone van Saarloos, Gilles van der Loo en Rosan Hollak. Iedereen doet het goed en een verbetering ten opzichte van de vrijdagavond is dat het voorlezen van de tirades nu meer een programmaonderdeel is dan een guerrilla-actie of een op rondlopende bezoekers gerichte entr’acte. Er wordt beter geluisterd, er is meer publiek. Aan één van de stamtafels ontdek ik Nelleke Noordervliet – als ik naar haar knipoog, kijkt ze verontwaardigd de andere kant op.

 5) Teacher (II)

Van Oorschot uitgever en oud-Tirade redacteur Menno heeft leren lezen en schrijven van een mevrouw met de naam Knol. Juffrouw Knol. Menno vroeg zich af of juffrouw Knol familie was. Dat is niet het geval. Maar dankzij Nabokov weet ik dat iedere schrijver een beetje een teacher moet zijn. Zo zacht, lief en charmant als ik vermoed dat Juffrouw Knol was, zal ik nooit worden, maar die kwaliteiten zijn vast niet intrinsiek verbonden met het begrip teacher. Juffrouw Knol en ik mogen dan geen familie zijn, verwant zijn we wel.

6) Lang haar – sterke verhalen

We staan aan de bar. Marko, Gilles en ik. Het is nog steeds zaterdag, nog net. Gilles haalt af en toe een zakflesje drank uit zijn herderstas waarmee hij de cola van Marko en die van hemzelf bijschenkt*. Ik onderhoud mijn conditie met een verse sinaasappelsap. Om de één of andere reden ben ik vanavond een paar keer aangesproken door Mooie Vrouwen. Het irriteert Gilles niet, maar intrigeren doet het hem wél. Hij is ervan overtuigd dat 1) alle mooie vrouwen zich tot mij aangetrokken voelen en dat 2) alle vrouwen zich tot mij voelen aangetrokken vanwege mijn lange haar. Wat hij godverdomme wel eens een keer heel precies zou willen weten: welke haarproducten gebruik ik nou eigenlijk?

Tja, nou… wat betreft dat lange haar… Ik denk dat het omgekeerd is: mannen die niet bang zijn hun vrouwelijke kanten te ontplooien en te tonen – en voor wie praten en lachen met vrouwen doel is en geen middel – laten, in onze cultuur, hun haar eerder lang groeien. Zelf moest ik – heteroseksuele, serieel monogame man* – tot mijn eigen verbazing een klein voorraadje moed aanspreken toen mijn haar voor het eerst op lengte begon te raken. Welke onbedoelde signalen zou ik nu kunnen uitzenden? Geborneerd maar waar.

Lang haar maakt een man feminien – het verandert je van een macho in een ‘vrouwelijke macho’. Die term is overigens van Joyce Roodnat. Afgelopen zomer, bij de zeventigste verjaardag van Mick Jagger, schreef ze in NRC Handelsblad:

‘Wat dat is, een vrouwelijke macho, zie je het best als Mick danst. Dat doet hij als een meisje, heupwiegend, wiebelend, zijn hals gebogen en zijn hand in zijn zij. (…) Katachtig als een griet, agressief als een kerel. Hij vervult voor vrouwen het ideaalbeeld: hij is een man en hij is als ikzelf.’

Maar wat betreft de haarverzorging, Gilles: de dos regelmatig blootstellen aan zee- of bergwind.

En één keer in de week je hoofd een paar uur in een teil met geitenzeik steken.

7) Van Heemstra

Zaterdag. Artiestenfoyer. Marjolijn van Heemstra – bekend van haar romancyclus De Tandeloze Tijd – vertelt me bij de kapstokken dat ze erg genoten heeft van mijn poëziedebuut Melktanden. Normaal gesproken reageer ik bij zo’n misverstand met een kwinkslag, maar nu spring ik om de één of andere reden uit mijn velletje… ik word zo Verschrikkelijk Kwaad dat Van Heemstra zich, zodra het misverstand is opgehelderd, subiet naar de stand van Boekhandel Paagman spoedt om mijn roman Alles kan kapot te kopen. Ik weet dat zo precies, omdat ik haar schuimbekkend volg… enigszins gekalmeerd door Van Heemstra’s geste, koop ik, op mijn beurt, haar roman De laatste Aedema*. All is well that ends well.

Maar, dus, want: er is blijkbaar toch een verschil tussen droom en werkelijkheid… Op papier is ’t heerlijk om te fabuleren – om te acteren – en om zo, spelend, soms op een hogere waarheid, soms op een alternatieve werkelijkheid en soms op klinkklare fantasie te stuiten. In ‘de werkelijkheid’ daarentegen is het doorgaans wel prettig om gezien of herkend te worden als de persoon die je bent. Schrijversparadox: in je strijd om erkenning als persoon eindeloos spelen met plot en personages, onvermoeibaar fantaseren over locaties en drijfveren.

8 Teacher (III) – de wijze les… van kwart voor zes

Alfred Schaffer: ‘Je bent zo… VRIJ!’

TiradeUnlimited.

Volgende week: ff een eredoctoraat ophalen.

Noten

* Zelden iemand zoveel ware beweringen in zo weinig woorden zien horen persen.

*Later op de avond kocht ik Alfreds nieuwe bundel en liet ’m signeren (de bundel). Ik las Alfreds opdracht, grijnsde en zei: ‘Ik maak er thuis een foto van, voor bij de blog.’ Alfred lachte, sloeg me op mijn schouder en zei: ‘Gaaf! Doen!’

* Eigenlijk had ik de tirade van Sanneke moeten voorlezen en zij die van mij – zulke dingen bedenk je soms pas na afloop.

* Weet Birre dat eigenlijk, Gilles? Van dat flesje drank? Of heb ik nu iets verklapt?

* Een harde klap voor alle homo- en biseksuele mannen die dit blog volgen: sorry, jongens, het is geen bekrompenheid, het is de natuur.

* Vorig jaar deed ik een dergelijke boekruil met Christine Otten. Althans… dat was de bedoeling… Ik gaf Otten een exemplaar van mijn roman Alles kan kapot, zij zou mij een exemplaar van haar roman Om adem te kunnen halen doen toekomen. Waarschijnlijk is Christine erg druk met het verbeteren van de wereld, want dat boek heeft me nooit bereikt.

Productinformatie

Alfred Schaffers nieuwe bundel is getiteld Mens Dier Ding en is verschenen bij de Weekblad Pers Groep.

In de Oorshop

kroon

Zes jaar geleden verdween mijn vaste tandarts. Zijn lege auto werd teruggevonden, aan de rand van een Duits woud.

Twee weken voor zijn verdwijning lag ik in zijn tandartsstoel. Wat ik nog weet van het bezoek is dat ik mijn mond opensperde en niet kon praten, dat hij een kapje voor zijn mond had en ook niet kon praten. Zijn ogen stonden somberder dan anders.

     Meer gedetailleerd herinner ik me die laatste consultatie niet meer, ik herinner me enkel mijn herinneringen. De sombere ogen heb ik misschien verzonnen, omdat ik aannam dat iemand die zeker weet dat hij zal verdwijnen, alvast begint met afscheid nemen.

Ik verhuisde naar Brussel. Ik wilde niet zomaar een vreemde tandarts in een telefoonboek opzoeken, vervolgens met open mond op zijn stoel plaatsnemen. Het Duitse woud spookte een lange tijd door mijn hoofd. Ik vroeg me af of mensen die met een touw een woud intrekken, hun auto op slot doen voordat ze deze achterlaten.

Het duurde twee jaar voor ik een andere, Marokkaanse tandarts bezocht. Iemand had me haar aangeraden. Zij droeg geen mondkapje. Ze zei: ‘dit ziet er niet goed uit, mademoiselle.’ Achttien gaatjes. Eerst dacht ik dat ze een grapje maakte.

     Deze tandarts kreeg ondanks verschillende injecties nooit het juiste plekje verdoofd. Mijn oorlellen tintelden, mijn aangezicht werd zo gevoelloos als een steen, maar eenmaal ze begon met boren sloeg elke zenuw alarm. Er hing een pluchen giraffe boven haar tandartsstoel. Als je te lang naar knuffeldieren kijkt, wordt zichtbaar hoe dun de lijn is tussen glimlach en grijns.

Dat mijn gebit er zo slecht aan toe was, probeerde ik niet in de schoenen van mijn eerste tandarts te schuiven.

Hoe relatief is een gaatje in iemands kies als je hele leven wegzinkt in een groot zwart gat? Misschien was hij bij onze laatste consultatie zodanig in de war, dat hij zweeg over de hoeveelheid gaatjes die hij zag.

     Hoe groot was de kans dat hij, turend in mijn donkere verhemelte, zijn plan nog eens overliep.

Een koord kopen, in de wagen stappen, blijven rijden tot de tank leeg is.

Hoe ver moet men rijden voordat men het gevoel heeft dat er geen weg terug is?

Op zoek naar een nieuwe tandarts googelde ik ‘goede Nederlandstalige tandarts Brussel’. Ik maakte een afspraak bij de eerste die ik tegenkwam. D.V., de naam klonk bekend. Ik ken al jaren een D. Ik ken al jaren een V.

     Zijn wachtkamer was smakelijk ingericht, met gevoel voor drama. Bombastische boekenrekken. Ik voelde me klein en nederig. Met verhaaltjes kan men geen tanden vullen.

Een tijdje geleden vertelde D. V. dat ik mocht beginnen sparen voor een kroon. Het klonk grappig. Sowieso zijn er tandartsen die mopjes maken als ‘de kroon op hun werk’.

     Op dinsdag begon hij te boren. Hij droeg geen mondlapje. Mijn linkerkies ging letterlijk in stof op. Het stonk, naar muffe zolderkamer. Ik schaamde me. Ik nam me voor dat tanden van jonge vrouwen minder hard stinken dan tanden van oude mannetjes.

Zes minuten lang bleef hij boren. Stukjes kalk en tandvlees spetterden vanuit mijn open mond in mijn aangezicht, alsof ik snel tegen de regen in fietste. Ik duwde mijn ogen tot spleetjes.

     Toen het boren ophield, taste ik met mijn tong naar de krater in mijn tandvlees. Ik schrok, de kies waarmee ik al twintig jaar mijn eten vermaalde, was helemaal verdwenen. Er was geen weg terug. Daar had D. V. me op voorhand niet voor gewaarschuwd.

Later, terwijl ik naar huis fietste met een mond vol bloed, regende het. Ik voelde geen pijn, de helft van mijn gezicht was hard als steen. Ik bedacht me dat het goed was dat de tand werd verwijderd zonder aankondiging, of ik had me er teveel op voorbereid. 

Lize Spit (1988) schrijft scenario’s, proza en poëzie. Ze publiceerde in Tirade, Kluger Hans, Het Liegend Konijn en Das Magazin; eerder dit jaar won ze de schrijfwedstrijd Write Now. In het zomernummer van Tirade, Tirade 449, publiceerde Spit het kortverhaal Jagersaus. Momenteel werkt ze aan een scenario voor een speelfilm en aan een roman. Deze maand publiceert Lize Spit ieder weekeinde een blogbijdrage op Tirade.nu

Blijf op de hoogte, ontvang onze nieuwsbrief.

Nu te koop: Tirade 452

Tirade 452 is verschenen.

Het nummer – de Writers Unlimited Special 2014 – bevat bijdragen van: Judith Uyterlinde (gastredacteur en programmacoördinator Writers Unlimited), Milo Manara, Herman Koch, Anne Vegter, Rudolf Kahl, Martijn Knol, Andries Samuel, Geling Yan, Anne Provoost, Fouad Laroui, Wende, Jan van Hooff, Theo van den Boogaard, Mathijs Deen, Noreena Hertz, Elsbeth Etty, Michel Krielaars, Antjie Krog, Tijs Goldschmidt, Lynne Leegte, Linda Christanty, Elisabeth van Nimwegen, Amin Maalouf, Ad van Liempt, Andrés Neuman, Roos Pollmann, Rodaan Al Galidi, Nihaad Siries, Marjolijn van Heemstra, Abdelkader Benali, Saskia De Coster, Oksana Chelsysheva, Miral al Tahawi, Alfred Schaffer, Ian Buruma, Typhoon & Blaxtar, Aminatta Forna, Huub van der Lubbe.

Verdere aanprijzing lijkt ons overbodig.

Tirade 452 is te koop in de serieuze boekwinkel, op festival Writers Unlimited en via deze site.

Een abonnement op Tirade regel je hier.

Tirade wordt uitgegeven door het zelfstandige Uitgeverij Van Oorschot.

TiradeUnlimited.

Een nieuwe straat

De Boekoestraat ligt in het zuiden van de stad. Een lange geasfalteerde straat met kleine huizen eraan, waarvan het mooiste, dat met die ruime veranda, te huur is.

Sinds mijn eerste (echte) veranda aan de Louiselaan, waar ik in 2010 een groot deel van Hier sneeuwt het nooit schreef, heb ik terugverlangd naar Paramaribo.

Nu lijkt het erop dat we écht – voor langere tijd – gaan. 

Een probleem dat zich meteen aandient is huisvesting. Het blijkt vreselijk belangrijk dat we het fijnste huis met de mooiste veranda vinden. Het moet een huis op palen zijn (vanwege de bries) en met dievenijzers (vanwege inbrekers) maar niet teveel dievenijzers (vanwege het ingesloten gevoel). Een huis aan de rand van de stad (voor natuur en uitzicht), maar niet zo ver buiten de bewoonde wereld dat we er helemaal alleen zitten. De buurt moet veilig zijn, maar niet zo’n particulier bewaakte expatcommune. 

Een woning bleek onmogelijk te kiezen vanachter het 11-inch scherm van mijn notebookje. Te meer omdat de meeste verhuurders in Suriname hun onroerend goed presenteren met behulp van één scheve, bij nacht en met flitslicht genomen foto van de badkamer. In vrijwel alle op internet te vinden huizen zijn de shutters dicht, ook al staat er ‘prachtig uitzicht’ in de beschrijving. Van het huis op de Boekoestraat waren heel mooie foto’s, ook van het uitzicht. Had ik al verteld dat ‘boekoe’ boek betekent? Hoe groter de keuzestress, hoe bijgeloviger ik word.

Uiteindelijk mailde ik vrienden die bij de Combémarkt in het centrum wonen. Gaby en Roy gingen de volgende dag kijken. Gaby vond het huis er gezellig uitzien. Roy vond de buurt niet veilig. Volgens Gaby viel dat wel mee, al zou ze er niet snel ‘s avonds laat gaan fietsen. Had het huis nu net genoeg, of net te weinig dievenijzers?

We waren weer terug bij af. 

‘Vroeger,’ zei ik tegen Birre. ‘Gingen we gewoon.’

‘Nu hebben we die kleine,’ zei ze. 

En dat was waar. Maar er was nog iets: één van ons was veertig geworden sinds de laatste keer dat we in Suriname waren. Voor een van ons was een half jaar Suriname zijn laatste te verwezenlijken droom. 

Foto van Gilles van der Loo
Gilles van der Loo

Gilles van der Loo (Breda, 1973) is schrijver en schrijfdocent. Tussen 2011 en 2015 was hij redacteur van Tirade. Bij Van Oorschot publiceerde hij de verhalenbundel Hier sneeuwt het nooit en de romans Het laatste kind, Het jasje van Luis Martín, Dorp en  Café Dorian. Meest recent verscheen Mens blijven aan het front bij Hollands Diep, dat hij samen met zijn Oekraïense vriend Andrii Kobaliia schreef.

Wanderlust. De ontdekking van het reizen

Wat is dit voor een foto? De zeventiende-eeuwse Grand Tour, die rijke jongelingen ter vervolmaking van hun studie mochten maken om de landschappen en kunstschatten van Zuid-Europa te zien, leverde een impuls op voor de schilderkunst, daar en hier. Van veel recenter datum is bijgaand type souvenirfoto, de zogenaamde photochrom afbeeldingen, een procedé dat in Zwitserland ontwikkeld werd en dat een combinatie is tussen fotografie en lithografie. Al deze foto’s stammen uit de periode 1890-1910. De periode ook dat rijke Amerikanen als de schrijfster Edith Wharton door Europa reisden. De photochrom vormt een stap in de massaproductie van de ingekleurde fotografie, dus machinaal en niet handmatig. Op deze wijze  staat de foto zelf symbool voor de tijd waarin de industriële revolutie al afgerond is, en het plezierreizen een grote vlucht nam.

LasteinWaarom speelt deze foto sterk in op mijn reisverlangen? In de eerste plaats is daar de weg en de verdwijnpunten in de foto, die van de weg die rechts langs het hotel gaat, en verderop, veel verder tussen de bergen waar het vergezicht nevelachtig wordt. Maar belangrijker kwaliteit van de photochrom foto’s is natuurlijk de kleur. Het ingewikkeld procedé van steendruk op foto levert een droomachtige feel good kleur die realistischer is dan een gemiddelde kleurenfoto, het is het soort licht, de soort kleuren die je wel kent van een wondermooie dag, maar nooit op enige andere soort foto gerepresenteerd zag. Ik heb voldoende zulke landschappen gezien, maar heel weinig van dit soort foto’s gezien, anders dan deze photochroms. Met andere woorden: deze kitsch souvenirfoto is dus zowel tranentrekkend nostalgisch, als gewoon extreem realistisch tegelijkertijd. Of heb ik een oogafwijking? Monet had ook een oogafwijking.

Gamle-Lastein-hotell_lightbox_image
Vanaf het water

De foto’s werden niet alleen gefabriceerd in Zurich, Zwitserland, maar ook in Detroit. Deze foto komt uit Detroit, en bevindt zich nu in de grote verzameling van de 6.500 Photochroms-tellende  Print Collection van het  Library of Congress in Washington.

De fantastische kwaliteit van het digitale bestand in de Library of Congress helpt me aan de informatie dat het hier om het Lastein Hotel gaat in het Noorse Telemark, Dalen, en met die informatie levert het internet hetzelfde hotel, maar nu vanaf het water gezien. En na even verder zoeken dan toch wat de wandelaar te zien krijgt als hij doorloopt, want deze foto is vanaf de ander kant. Maar in zwart wit. Zo reis ik per foto.

00930
Van de andere kant

Het blauw van het water blauw, dat veel weg heeft van het blauw dat door Japanse kunstenaars gebruikt werd in prenten, geeft beter het blauw van sommig water in Skandinavië weer dan ik een hedendaagse kleurenfoto ooit zag doen.  Je kunt elke foto zover uitvergroten dat er een paar blokjes overblijven, bij de photochrom gebeurt dit veel sneller: het geeft een beeld als een schilderspalet. Zo duik je in digitale realiteit van de kleur van het water. Photochrom.

Blaauw
uitvergroot water

Hier nog meer of andere photochroms: Zurich Central Library

 

 

Foto van Menno Hartman
Menno Hartman

Menno Hartman (1971) is uitgever bij Van Oorschot.

Verlangen naar verbinding

Voorplat tirade 452Aanstaande donderdag, 16 januari, verschijnt de Tirade Writers Unlimited Special – Tirade 452. Bij wijze van voorproef publiceren we vandaag het redactioneel van gastredacteur en WU programmamaker Judith Uyterlinde. Onder haar tekst vind je de inhoudsopgave van Tirade 452.

Ter inleiding van Tirade 452 – Writers Unlimited Special 2014

Door Judith Uyterlinde

‘Verlangen naar verbinding is de drijfveer,’ zegt dichteres des vaderlands Anne Vegter over de vraag waarom zij gedichten schrijft. Ik ben geen dichter, maar als programmamaker voor het Writers Unlimited Winternachtenfestival – en als gastredacteur voor de bijzondere festivalspecial van Tirade, Tirade 452 – heb ik diezelfde drijfveer.

Schrijvers uit alle delen van de wereld gaan tijdens het jaarlijkse Writers Unlimited festival met elkaar in gesprek en dragen voor uit hun werk; na afloop van de programma’s signeren, praten en drinken ze door in de foyer van het Haagse Theater aan het Spui.

Ook in de foyer kun je getuige zijn van bijzondere momenten. Tijdens het vorige festival zag ik er de Israëlische schrijver Amos Oz in een geanimeerd gesprek met schrijvers uit Irak en Syrië. Er werd gelachen en gezongen. Dat soort momenten, daar doe ik het voor.

Ik hoop dat festivalbezoekers en de lezers van Tirade net zo geïnspireerd raken als ik door de ontmoeting met schrijvers uit al die verschillende landen, die vanuit zoveel verschillende achtergronden, vakgebieden en interesses werken en naar de wereld kijken.

Het verbindende festivalthema is dit jaar ‘Like me: een knipoog naar sociale media waar mensen gelijkgestemden opzoeken en ongegeneerd om aandacht en erkenning vragen.

De Frans-Libanese schrijver Amin Maalouf, die dit jaar de Winternachtenlezing houdt waaruit we in Tirade 452 een klein voorproefje hebben opgenomen, buigt zich over de morele vraagstukken die achter een simpel verzoek als ‘Like me’ schuilgaan. Ook alle overige bijdragen in dit Tirade-nummer zijn afkomstig van auteurs die in januari 2014 op het festival te gast zijn, en die op ons verzoek een nog niet eerder in Nederland gepubliceerde tekst hebben aangeleverd.

Herman Koch opent met een hilarisch verhaal waarin hij de draak steekt met het belang dat mensen hechten aan het imago van de schrijver, waarbij het drankgebruik na afloop van een literair optreden een belangrijke graadmeter is.

De Britse econome Noreena Hertz schrijft over menselijk kuddegedrag en roept in haar essay managers op tot het aanmoedigen van kritische geluiden op de werkvloer. De Tirade festivalspecial weerspiegelt de diversiteit die we ook bij de programmering van het festival nastreven. Een romanschrijver als Martijn Knol staat zij aan zij met een historisch journalist als Ad van Liempt of een bioloog als Tijs Goldschmidt; nooit eerder in het Nederlands vertaalde auteurs als de Egyptische Miral al Tahawi of de Indonesische Linda Christanty naast de hier reeds bekende Aminatta Forna uit Schotland of de Nederlands-Amerikaanse Ian Buruma. Laatstgenoemde schreef een essay waarin hij vraagtekens zet bij de wenselijkheid van westerse interventie in een land als Syrië.

De Argentijnse Andres Neuman is de grote literaire ontdekking uit de Spaanstalige literatuur, van wie begin januari de schitterende roman Stille sprekers in Nederland verscheen. Van hem staan in dit nummer een paar zeer korte verhalen, een genre dat ook wordt beoefend door Matthijs Deen met zijn fascinatie voor eten in historische setting.

Ook is er aandacht voor De Rode ruiterij van Isaak Babel: bezoekers van het festival kunnen met NRC-redacteuren Michel Krielaars en Elsbeth Etty over dit boek in discussie; in Tirade 452 maken zij u vast deelgenoot van hun fascinatie voor deze Russische klassieker.

De indrukwekkende dichteres Antjie Krog was al eerder te gast bij ons festival; dit jaar introduceren we ook haar zoon Andries Samuel, die in Zuid-Afrika debuteerde met een sterk poëziedebuut waaruit enkele gedichten vertaald zijn. Moeder en zoon schreven samen een nieuw gedicht dat zangeres en multitalent Wende tijdens het festival zal zingen.

In Tirade 452 zijn bijdragen opgenomen die je niet zo gauw in een literair tijdschrift zou verwachten: songteksten van Huub van der Lubbe en de jonge rappers Typhoon en Blaxtar of tekeningen van striptekenaars Theo van de Boogaard en Milo Manara, die in vrolijke beeldtaal de kracht van de fantasie blootleggen.

Ik dank de redactie van Tirade hartelijk en in het bijzonder Menno Hartman voor de ruimte die zij mij – namens het Writers Unlimited festival – hebben gegeven dit gevarieerde festivalnummer samen te stellen. Schrijvers, dichters en tekenaars, bedankt! Lezers en festivalbezoekers: laat je inspireren!

Judith Uyterlinde, Programmacoordinator Writers Unlimited

Tirade 452 – inhoud: Judith Uyterlinde – Woord vooraf; Milo Manara – Nichi;  Herman Koch – Geachte heer M.; Anne Vegter – Representaties;  Rudolf Kahl – Duitse nationaalsocialistische uniformen ;  Martijn Knol – Amstelveen; Andries Samuel – Wanpraktijk ;  Geling Yan – De blinde vrouw met de rode appels; Anne Provoost – Back-up ; Fouad Laroui – ‘Zijn’ is het gevaarlijkste werkwoord;  Wende – Het kind, de stad, de wolf, de vrouw;  Jan van Hooff – Handig, die handen, zelfs voor een stampdraf;  Theo van den Boogaard – Nationale loterij;  Mathijs Deen – Twee zkv’s;  Noreena Hertz – Leiders moeten niet bang zijn voor tegenspraak;  Elsbeth Etty – De zoon van de rabbi;  Michel Krielaars – Babel; Antjie Krog – Twee gedichten en een lied;  Tijs Goldschmidt – Versteende boeken, een bibliotheek voor altijd; Lynne Leegte – Versteende boeken, beeld; Linda Christanty – Zakaria ;Elisabeth van Nimwegen – Kutwijven; Amin Maalouf – Like; Ad van Liempt – Een tragisch charmeoffensief ;Andres Neuman -Drie verhalen;  Roos Pollmann – Hetzelfde; Rodaan Al Galidi – Mijn verloren kansen; Nihaad Siries – Denken aan Na’iema; Marjolijn van Heemstra – Metafoor; Abdelkader Benali – De vrouw met de drie borsten;Saskia de Coster – Gedicht; Winnaar (m/v) PEN 2014 – Proza;  Miral al Tahawi – De tussendeur;Alfred Schaffer – Zomer; Ian Buruma -De helden van de interventie; Typhoon & Blaxtar – In harmony gebarend; Aminatta Forna – Het puntje van de landtong; Huub van de Lubbe – Schedel en knekels.

Tirade 452 is vanaf donderdag 16 januari verkrijgbaar via deze website, in de boekhandel en bij de stand van boekhandel Paagman op Writers Unlimited.

Meer informatie over Festival Writers Unlimited Winternachten vind je hier.

TiradeUnlimited.

Tirade wordt uitgegeven door het zelfstandige Uitgeverij Van Oorschot.

Meer blogs

  • Afbeelding bij De mens als biopic 3 - Hannie en Marinus

    De mens als biopic 3 - Hannie en Marinus

    ‘Daar! Kijk! Door dát raam is ie naar binnen geklommen, stiekem. En toen heeft ie de hele zaak in de fik gestoken!’ Ik geloofde er niks van. Omwille van het verhaal kraamde mijn vader vaker historische onzin uit. Dit robuuste gebouw is sinds die brand op 27 februari 1933  herbouwd en gerenoveerd. Vorige  week nog...
    Lees verder
  • Afbeelding bij Terugkeren

    Terugkeren

    Op de presentatie van zijn roman De handlezer mocht ik vriend Chris Polanen interviewen. Ik deed dat met plezier omdat Chris makkelijk praat en ik het boek al gelezen had. Als je iemands werk mooi vindt dan loopt zo’n gesprek vanzelf – dan hoef je eigenlijk geen vragen voor te bereiden. Toch doe ik dat...
    Lees verder
  • Afbeelding bij Ergens heel zuidelijk.

    Ergens heel zuidelijk.

    (beeld: Don Duyns) Ergens heel zuidelijk.In de straat Magellaan.In de bek van een bultrug. EénToen ik vier jaar en twee maanden was, vermoordde ik een parkiet.Zonder opzet,Maar wel met mijn gemene blote hand.Ik moest heel hard huilen.‘Hoe heeft dat kunnen gebeuren?’ vroeg mijn vader.‘Ik wist het niet,’ zei ik — en dat meende ik ook.Mijn...
    Lees verder
Tirade bloggers
  • Foto van Menno Hartman
    Menno Hartman

    Menno Hartman (1971) is uitgever bij Van Oorschot.

  • Foto van Menno van der Veen
    Menno van der Veen

    Menno van der Veen studeerde filosofie en wijsbegeerte. In 2019 publiceerde hij zijn tweede roman Ontweten bij Van Oorschot. Menno werkt ook als onderzoeker, consultant en trainer op het gebied van democratie, participatie en mensenrechten. Momenteel werkt hij aan zijn derde roman (werktitel Het profetenverbod). Die is naar verwachting klaar in 2022.

  • Foto van Anja Sicking
    Anja Sicking

    Anja Sicking schrijft romans en essays. In haar laatste boek, De visionair, onderzoekt ze via de verbeelding
    hoe de toekomst eruit zou kunnen zien.