AFSCHEID

Zo nam Ida Gerhardt (83 jaar) afscheid van haar stervende zus Mia (70 jaar):

Gisterenmiddag hebben we elkaar nog telefonisch gesproken. Toen vroeg ze nog: “Zus, hoe lang kan het nog duren? Ik kom al veertien dagen niet meer uit mijn bed, eet alleen nog wat soep.” Wat moest ik zeggen? “Zus, als dit dan misschien ons laatste gesprek is, dan is het ook voor het laatst geweest dat ik ‘Met Gerhardt’ heb gehoord. Dan zeggen wij nog eenmaal ‘Met Gerhardt’”, stelde Mia voor. En Mia zei: “Met Gerhardt” en ik “Met Gerhardt, lieve zus” en herhaalde toen nogmaals het onsterfelijke “Gerhardt”, waarop wij vervolgens de hoorn op de haak legden.

(Ad ten Bosch, Gebroken lied. Een vriendschap met Ida Gerhardt.)

In de Oorshop

TJIELP TJIELP

Ik heb een Engelse vertaling gemaakt van het gedicht ‘De Mus’ van Jan Hanlo:


THE SPARROW


Chirpy chirpy – cheep cheep

chirpy chirpy – cheep cheep

chirpy chirpy – cheep cheep


Chirp


Hier volgt de originele tekst:


DE MUS


Tjielp tjielp – tjielp tjielp tjielp

tjielp tjielp tjielp – tjielp tjielp

tjielp tjielp tjielp tjielp tjielp tjielp

tjielp tjielp tjielp


Tjielp

etc.


De tekst van de vertaling komt toevallig woordelijk overeen met de tekst van het refrein van de zomerhit ‘Chirpy Chirpy, Cheep Cheep’ (1971) van de Schotse groep Middle of the Road. Van de oorspronkelijke tekst van Jan Hanlo bestaat ook een gezongen versie, door Tom America (1997).

Blijf op de hoogte, ontvang onze nieuwsbrief.

SLEEP CYCLE









“Zo te horen slaap jij met je iPhone onder je kussen” zei Ruud. Ik had hem verteld over de vele handige mogelijkheden van het apparaat. Hij draaide zich weg, om met iemand anders te gaan praten. “Nou”, riep ik, “niet ónder mijn kussen, maar wel náást mijn kussen. Kijk maar.” Ik trok hem aan zijn schouder terug en dwong hem mijn Sleep Cycle Applicatie te bekijken.

Sleep Cycle is een programma (€ 0,79) dat de hele nacht kijkt hoe ik slaap. De volgende morgen vertelt het mij dan hoe ik geslapen heb, met een fijn grafiekje van het in slaap vallen, de droomslaap, de uren lichte slaap, de uren diepe slaap, de afwisseling daartussen en het uiteindelijke ontwaken.

Ruud was niet echt geïnteresseerd, maar ik wel. Ik wilde hem graag vertellen dat Sleep Cycle gebruik maakt van de gevoelige accelerometer van de iPhone. Sleep Cycle meet mijn nachtelijke bewegingen via de door mij veroorzaakte matrastrillingen en stelt aan de hand daarvan vast of ik in lichte of in diepe slaap ben. Daartoe hoeft de iPhone alleen maar in de bovenhoek van het bed te worden gelegd, op de matras. “Dus niet onder het dekbed of deken. En dus ook niet onder het kussen. Wel ernaast.”

Sleep Cycle valt zelf nooit in slaap. Het is voor Sleep Cycle een kleine moeite om mij te wekken, ’s morgens. Hij doet dat met synthesizersfeermuziekjes van ‘een open plek in het bos’ of ‘een ochtendnevel’ of ‘een zonsopgang’ of ‘een warme bries’ of ‘vage herinneringen’ of ‘een nachtegaal’ of ‘een stadsaubade’ – of met een riedel op basis van de Gymnopédies van Satie.

Ik stel een wektijd in, en Sleep Cycle bepaalt dan zelf, in het half uur voor de wektijd, wat het beste moment is om mij uit mijn slaap te halen. Geef ik weinig matrastrillingen af, dan weet Sleep Cycle dat ik nog in diepe slaap ben, en laat hij mij nog even slapen. Maar voelt hij met zijn gevoelige accelerometer aan dat ik in lichte slaap ben gekomen, dan gaat hij mij wekken met een door mijzelf gekozen aanzwellend wekmuziekje. Sleep Cycle weet dat je iemand het best wakker kan maken als hij in lichte slaap is, want dan staat hij gemakkelijk op, zonder te vloeken en zonder op het apparaat te slaan, en dan zit hij de rest van de dag in een enorm goed bioritme.

Vannacht schrok ik midden in de nacht wakker omdat mijn iPhone met een harde klap op de grond viel.

DAMESGEUR






De kassabon van de drogist vermeldde niet de aankoop van een flacon 4711 Eau de Cologne, maar van één stuks artikel uit de categorie ‘damesgeuren’.

HERSENGYMNASTIEK

Emily Dickinson
Emily Dickinson











Ik las dat Lucebert aan het eind van zijn leven gedichten van Emily Dickinson had vertaald. Verrassend. Bij mijn weten was Lucebert geen vertaler. En wat een verrassende combinatie: de kleine en strakke gedichten van Dickinson in handen van de uitbundige en breedvoerige dichter Lucebert. Ik had die vertalingen graag gelezen. Maar ze zijn er niet meer. “Ook toen hij ziek werd, en in het ziekenhuis belandde, bleef hij lezen. Niet over zijn ziekte, helemaal niet, maar wel over techniek. Hij was eveneens geïnteresseerd in boeken over de werking van de hersenen. Luceberts weduwe vertelt dat hij in het ziekenhuis, toen hij zich nog vrij goed voelde, gewoon verderging met het vertalen van de poëzie van Emily Dickinson, bij wijze van hersengymnastiek. Hij moest op een gegeven moment halsoverkop naar intensive care en toen is zijn oude kamer opgeruimd: alle papieren, de vertalingen, de boeken bleken weggegooid.” (Lisa Kuitert, in De lezende Lucebert. Bibliotheek van een dichter)


MIDDENMOOTMEESTER

Er zit veel vooruitgang in het leven. Maar toch is het jammer dat in het voetbal de oude tweepuntenregel is afgeschaft. Met de invoering van de nieuwe driepuntenregel kreeg een club niet meer twee, maar drie punten voor een overwinning. Voor een gelijkspel bleef de beloning net als daarvoor één punt. Het was de bedoeling dat dit tot meer levendigheid zou leiden: als er meer te halen viel (drie punten in plaats van twee) zou er meer risico worden genomen, dus meer strijd geleverd, dus aanvallender worden gespeeld. En dat zou dan weer meer plezier voor de toeschouwers moeten opleveren. Het is moeilijk te meten. In het algemeen hebben wij nog niet de indruk dat er door de invoering van deze nieuwe regel nu erg veel is veranderd.

Intussen ben ik door deze wijziging wel van mijn wekelijkse middenmoothoogtepunt beroofd. Op maandag ging ik in de nieuwe ranglijsten altijd op zoek naar de voorbeeldige middenmoter. Dat was de club die evenveel punten had verzameld als wedstrijden gespeeld. De cijferfetisjist in mij vond dat altijd mooi om te zien: elf gespeeld, elf punten. Nog mooier: als ze daarbij evenveel wedstrijden gewonnen als verloren hadden. Allermooist: als, in het geval van een even aantal gespeelde wedstrijden, ook het aantal gelijke spelen gelijk was aan het aantal overwinningen en verliespartijen. Ultiem middenmootgeluk: en dan ook nog een gelijk doelsaldo erbij.

In de voetbalranglijst volgt na de naam van de club altijd eerst het aantal gespeelde wedstrijden, dan het aantal overwinningen, dan het aantal gelijke spelen, dan het aantal nederlagen, dan het aantal behaalde punten, dan het aantal gemaakte doelpunten en (na een kort streepje) het aantal doelpunten tegen. Op maandag tuurde ik dan naar de lijsten en de rijtjes, en dan hoopte ik altijd zoiets te vinden:

(…)

FC Flutjebroek 11 7 1 3 15 24-10
FC Nergenshuizen 11 4 3 4 11 12-12
FC Gaskachelternijveen 11 2 5 4 9 8-14

(…)

Zie de cijfers van FC Nergenshuizen. Wat een regelmaat, wat een symmetrie, wat een fijne spiegeling van de twee vieren om de ene drie. Zo’n club ging ik dan volgen. Want het kon nog mooier. Hopen dat ze een week later met 0-0 gelijkspeelden. Dan zouden ze zo in de tabellen verschijnen:

FC Nergenshuizen 12 4 4 4 12 12-12

Hier diende zich een hogere regelmaat aan. De harmonie der cijfers.

Het hoogtepunt voor de middenmootvolger bevond zich natuurlijk niet aan het einde van het seizoen, ergens in mei of juni, maar juist precies in het midden, in december: de eerste helft zit erop, de Herbstmeister is bekend, de sneeuw gaat vallen en de winterstop begint. Dat was voor mij altijd het ideale moment om mijn beker uit te reiken aan de meest middelmatige club: de kampioen van het midden, de Middenmootmeester. Je hoopte op een club met een gespiegelde naam, en dan volmaakt gespiegelde cijfers erachter. Bijvoorbeeld zo:

VVV 17 5 7 5 17 17-17

Wie hier lang naar kijkt wordt vanzelf rustig. Het is een kalme cijferzee zover het oog reikt. Het water blak. Een uitgeveerde balans, een uitgetrilde trilling, een uitgewogen afweging. “Een uitgerolde bal: zo wil ik liggen.” (Hans Faverey) Dit was zen. Zo mooi kon voetbal zijn.

Er is niets meer van over sinds de invoering van de driepuntenregel. Zie nu:

VVV 17 5 7 5 22 17-17

Een doorn in het oog. Een nagel op het schoolbord. Spelbederf.

Meer blogs

  • Afbeelding bij Vooruitkijken / De dood

    Vooruitkijken / De dood

    Met vriendin Y spreek ik meestal af in het soort koffiezaak waar ik op eigen houtje niet kom. Ik ben klaar met specialty coffee; dat mag wel eens gezegd worden – die zure Ethiopische bonen waardeer ik niet, de honderden opties qua herkomst, branding, melk. Al het gelul. De recente verheerlijking van opgietkoffie stoort me...
    Lees verder
  • Afbeelding bij Het Grote Voordat

    Het Grote Voordat

    Ik ben altijd een minuut of vijf te vroeg op afspraken; als ik mijn best doe om te laat te komen dan ben ik exact op tijd. Dit heeft allemaal te maken met het Voordat. De omvang van zo’n Voordat is verbonden aan hoe alledaags de afspraak is, hoezeer ik er tegenop zie en hoe...
    Lees verder
  • Afbeelding bij Nog niet voorbij te zijn

    Nog niet voorbij te zijn

    We waren vroeg opgestaan, Ada (8) en ik. Vandaag zou ze gaan logeren op de Parade in Utrecht. Ada’s nichtje woont daar in een pipowagen op de personeelscamping. Als Ada op bezoek gaat dan krijgen de kinderen passen met Paradekind erop en mogen ze eindeloos in de zweefmolen, onbeperkt dierenpannenkoeken, snoep van de snoepmeisjes en...
    Lees verder
Tirade bloggers
  • Foto van Julien Ignacio
    Julien Ignacio

    De Nederlands-Arubaanse schrijver Julien Ignacio (1969) studeerde af als literatuurwetenschapper. Hij publiceerde theaterteksten, blogs en korte verhalen. In 2008 ontving hij de El Hizjraliteratuurprijs voor zijn toneelstuk Hotel Atlantis. Hij was redacteur van literair tijdschrift Tirade en is bestuurslid van de Werkgroep Caraïbische Letteren. In 2018 verscheen zijn debuutroman Kus (nominatie Bronzen Uil). Met collega-schrijvers Michiel van Kempen en Raoul de Jong stelde hij Dat wij zongen samen, een bloemlezing Caraïbische literatuur die in 2022 uitkwam bij uitgeverij Das Mag. In september 2023 verscheen zijn tweede roman Goudjakhals, een kralenketting van historische en futuristische migrantenverhalen, die zich afspelen in onder meer Amsterdam en Aruba, Beiroet en Lesbos.

  • Foto van Anna op de Weegh
    Anna op de Weegh

    Anna op de Weegh schrijft experimenteel theater over honger, onhoudbare transformatie en de (her)ontdekking van een lichaam. Haar teksten zijn vlezig, tactiel en poëtisch. In de afgelopen vier jaar werkte ze o.a. als dramaturg, liep ze stage bij Theater Utrecht als regieassistent voor de voorstelling Panic Room en zette ze samen met Maggie Thedinga het tweekoppige collectief Disgusted & Horny op.

  • Foto van Anja Sicking
    Anja Sicking

    Anja Sicking schrijft romans en essays. In haar laatste boek, De visionair, onderzoekt ze via de verbeelding
    hoe de toekomst eruit zou kunnen zien.