Economie en wat schrijvers daarvan vinden

De boekhandelaar die ik gisteren bezocht zegt dat het iets beter gaat met de economie. Iets. Mensen die drie boeken kochten, kopen er nu soms vier en iemand kocht een boek met de mededeling dat dat handig was voor als de ereader uitviel. Wat de boekhandelaar vooral opviel was dat het even-mee-grijp-boekje makkelijker gaat. De boekenkoper is weer even iets minder voorzichtig. Boekhandelaars hebben verstand van de economie, naar mijn idee iets meer dan groenteboeren of handelaars in koffie.

En schrijvers? In de briefwisseling Een manier van vriendschap  tussen J.M. Coetzee en Paul Auster,  schrijvers die ik graag lees, krijg je niet die indruk. Ze zijn in de briefwisseling aan het begin nog wat op zoek naar onderwerpen als de mondiale crisis uitbreekt, 2008. In een post scriptum  na een brief schrijft Coetzee dan dit:

‘Ps. Ik ben me er niet onbewust van dat ik, door voor te stellen een nieuwe ‘goede’ reeks getallen te verzinnen om de oude ‘slechte’ te vervangen en die nieuwe getallen in alle computers op de wereld te installeren, niets minder voorstel dan het oude, slechte economische systeem af te schaffen en te vervangen door een nieuw, goed systeem – met andere worden de intrede van universele economische gerechtigheid. Voor de uitvoering van dit plan ontbreekt het onze huidige leiders aan zowel de geschiktheid als de wil, en zelfs het verlangen. ‘

Het is maar goed dat ze daarna overgaan op sport, waar de beide heren wél wat over te melden hebben. Wat mij opvalt in de korte correspondentie over economie, is niet eens zozeer te totale onnozelheid, als wel de schaamteloosheid ervan. Het is alsof kokette gelaktenageldames hun vrouwelijkheid onderstrepen door bij een open motorkap kirrend over ‘die grote buis daar’ en dat vettige slangetje hier’ te gaan staan praten.

Verder lezend en bekend met hun werk zie je dat ze over zoveel zaken zoveel origineels te melden hebben dat hun afkeer van economie voor mij onbegrijpelijk wordt. Ook Coetzee leest vandaag in de krant dat de centrale bank van China de yuan gedevalueerd heeft en dat daardoor de Chinese economie een impuls krijgt.

Nee, dan de episodes over de guilty pleasure van sport kijken op tv en Austers en Coetzees inzichten in de correspondentie van Beckett. Lang leve de auteurscorrespondentie! Zolang de schrijvers maar geen economische onwetendheid etaleren.

————–

IMG_9920Menno Hartman (1971) was vroeger redacteur van Tirade. Sinds 2008 werkt hij bij Uitgeverij Van Oorschot. Houdt van economie en correspondenties.

Foto van Menno Hartman
Menno Hartman

Menno Hartman (1971) is uitgever bij Van Oorschot.

In de Oorshop

Stukkie SU

Een aantal Nederlandse Surinamers complimenteerde me met de stukjes die ik tijdens ons verblijf in Paramaribo schreef. Ik schijn de sfeer van het land goed te hebben weergegeven.

Fijn om te horen natuurlijk, maar het schrijven van mijn blog kostte me daar in de Marijkestraat heel weinig moeite. Hoewel ik niet zo veel gereisd heb, zou het me verbazen als ik ooit nog in een land kom waar de sfeer zich sterker doet voelen.

Gisteren begonnen Birre en ik (onafhankelijk van elkaar) Suriname te missen. Aan mezelf merkte ik het toen ik wat dromerig boodschappen deed en bij de kassa aangekomen zoutvlees, masoesa en selderij in mijn wagentje zag liggen.

Toen Birre een paar uur later uit haar werk kwam begon ze al halverwege de trap over De Gadri, het fijnste eetzaakje aan de Waterkant van Paramaribo, met een terras in de schaduw van een enorme boom. Ik hoefde alleen maar de deksel van mijn pan te tillen en haar op mijn borrelende moksi alesi te wijzen.

Het echte missen begint kennelijk pas wanneer de afstand groot genoeg geworden is. Hiermee doel ik niet op de duizenden kilometers zee die sinds januari tussen mij en de monding van de Surinamerivier liggen, maar op de tijd. Hunkeren naar een plek is alleen maar mogelijk als je dat speciale ‘ergens’ kunt romantiseren; als je positieve herinneringen de negatieve hebben verdrongen.

Waar ik vorige week schreef over de neiging van mijn geheugen om een hele vakantie tot een enkele dag samen te brengen, moet ik vandaag toegeven dat het ook nog de eigenschap heeft een periode van maanden met daarin zowel positieve als negatieve ervaringen over één kam te scheren. In het geval van ons verblijf in Suriname kan ik eigenlijk geen negatieve gebeurtenis meer noemen, waardoor het mogelijk wordt een lekker ongecompliceerd romantisch missen met me mee te dragen, dat met de dag sterker lijkt te worden.

Nooit eerder op Tirade.nu: een recept (voor moksi alesi)

Twee ons geweekt, kleingesneden zoutvlees en een kip (in stukken) in porties bruin bakken en apart houden. In het achtergebleven vet fruiten: een halve gerookte makreel, een gesnipperde ui, twee gehakte tenen knoflook, drie theelepels masoesapoeder, een theelepel tomatenconcentraat, vijf pimentkorrels, een maggiblokje en drie gele pepers (heel laten en oppassen dat ze niet stuk gaan tijdens het koken). Dan twee mokken gewassen witte rijst toevoegen, een halve mok kokosmelk, en water tot het vocht een vingerkootje (van een kleine oma-vinger, eventueel lenen) boven de rijst staat. Alle vlees terug in de pan, samen met twee handen geweekte en gekookte boontjes (bijvoorbeeld black eye peas). Vocht proeven en op smaak brengen met (palm)suiker en zout. Rijst zonder te roeren gaar laten worden met de deksel op de pan, dan doorscheppen en nog vijf minuten zonder deksel laten staan. Serveren met zuurwaar, peper (verse sambal), gestoofde bladgroente zoals tayerblad of daguwiri (waterkastanje), gebakken banaan en gesnipperde selderij.

________________________________________________________________________________________________

Optie 8Gilles van der Loo (Breda, 1973) is redacteur van Tirade. Sinds 2010 publiceerde hij online en in diverse bladen. Van hem verschenen in 2011 de verhalenbundel Hier sneeuwt het nooit en in 2013 de roman Het laatste kind. 

 

 

 

Foto van Gilles van der Loo
Gilles van der Loo

Gilles van der Loo (Breda, 1973) is schrijver en schrijfdocent. Tussen 2011 en 2015 was hij redacteur van Tirade. Bij Van Oorschot publiceerde hij de verhalenbundel Hier sneeuwt het nooit en de romans Het laatste kind, Het jasje van Luis Martín, Dorp en  Café Dorian. Meest recent verscheen Mens blijven aan het front bij Hollands Diep, dat hij samen met zijn Oekraïense vriend Andrii Kobaliia schreef.

Blijf op de hoogte, ontvang onze nieuwsbrief.

Simone van Saarloos als Zomergast

De gemiddelde Nederlander kijkt drie uur per dag naar de tv. Dat is genoeg om zondagavond het hele interview met Simone van Saarloos bij Zomergasten te gaan zien. Volgens het rapport Media: tijd in beeld wint het klassieke kijken, voor het toestel op het moment van de uitzending, nog steeds van andere kijkvormen. Ik had zelf de indruk dat het ouderwetse tv-kijken tanende was, zekere onder jongeren, maar niets blijkt minder waar. Zelf bezit ik geen tv, en als ik al iets zie dan is dat – weinig spontaan – online.

Laatst had ik het al borrelend over Zomergasten maar niemand van mijn kringetje leeftijdsgenoten had een goed idee van wat hij/zij zelf wilde laten zien. We hadden simpelweg te weinig tv gekeken in de laatste jaren. Simone van Saarloos is even oud als ik, en kijkt helemaal geen tv. Zou zij een net als ik (stel dat) een tv-avond samenstellen uit Villa Achterwerk en andere kinderprogramma’s? Vermoedelijk niet, want behalve dat ze tv onprettig vindt, heeft het voor haar ook geen nostalgische waarde: ‘Ik merk dat mijn oudere vrienden, 35 plus, nog een soort idyllische jeugdherinneringen hebben met betrekking tot televisie – ofwel over het gezamenlijke eraan met het gezin, ofwel over de programma’s die ze keken. De tv was er gewoon.’

Die constante aanwezigheid van het toestel is nog altijd aan de gang, al is er wel veel veranderd in wat er te zien valt. Volgens Van Saarloos is tv ook een medium geworden waarop mensen zich belachelijk wilden maken. Het omslagpunt ligt voor haar wellicht bij MTV-programma’s zoals Jackass (2000), of de talentenjacht Idols (2002). Toen kreeg het leedvermaak zwaar de overhand, toen zijn veel kijkers waarschijnlijk afgehaakt en uitgeweken. Ongeveer in de tijd dat MTV stopte met het uitzenden van muziek, stopte ik met televisiekijken; ik ging toen uit huis. Ik verwacht dan ook niet dat er snel iets in Zomergasten zal komen uit zo’n typisch jaren-nulprogramma, tenzij om discussie uit te lokken.

Televisie is zo langzamerhand een medium dat zorgt voor aangename verdoving. Van Saarloos noemt het ook wel: je kunt er gemakkelijk doorheen praten. ‘Bij theater bijvoorbeeld kan dat niet; je stelt je oordeel uit, wordt in een beleving gezogen. Een film tracht dat eveneens te doen. Volgens mij gaat dat over de intentie: een film ga je zien, in zijn gehele lengte – dat is althans meestal de opzet – terwijl het lijkt alsof televisie niet intentioneel wordt bekeken.’ Ook uit onderzoek blijkt dat tv-kijken in de eerste plaats een vrijtijdsbesteding is, en dat is het misschien wel vanaf het begin. Actief kijken doen we allang niet meer, zegt Van Saarloos. We gaan ‘nog even tv kijken’ om ons te bevrijden van zorgen en gedachten.

Naar ik hoop is dat zondag bij Zomergasten anders en is de avond van Van Saarloos gevuld met fragmenten die zij zelf bewust gekeken heeft. Ik verwacht dan ook een, waarschijnlijk op vele vlakken, leerzame avond. Net als bij het lezen van een boek wil ik er iets van opsteken, in die zin zijn beeld en papier vergelijkbaar. Hopelijk is de kijker straks bereid zich ook over te geven aan het interview, al dan niet in groepsverband aan de buis gekluisterd en in gesprek met anderen, als je je maar wilt laten leiden door een jonge geest.

 

Marko van der Wal (1989) is opgeleid als classicus, redacteur van Tirade en werkt bij Uitgeverij Van Oorschot. Sinds twee jaar blogt hij wekelijks voor tirade.nu. Hij ziet er overigens anders uit dan hij eruitziet.

Marko van der Wal

Marko van der Wal (1989) is opgeleid als classicus, redacteur van Tirade en werkt bij Uitgeverij Van Oorschot. Sinds enkele jaren blogt hij (onregelmatig) voor tirade.nu.

Van de zelfblik tot het schuldig buikje

In het landschap van de stad is er een opvallende blik bijgekomen, de zelfblik of de zelflach van de toerist in zijn op zichzelf gerichte camera. Dat is een andere blik dan de gelaatsuitdrukkingen die we kenden en het is een hele mooie, maar misschien ook een weinig oprechte, of tenminste een weinig echte. Het is het tegendeel van ‘zich onbespied wanen’het is zich bespied weten door zichzelf.
Wat zien we als we iemand naar zijn eigen camera zien lachen? We zien hoe diegene zichzelf wenst te zien in zijn of haar foto-album, we zien hoe zij gezien wenst te worden door wie haar lief zijn. We kijken daarmee langs de camera heen in de ziel van de gefotografeerde, we zien hoe zij zich toont aan zichzelf. Uniek. Nieuw. En vaak heel mooi, onverwacht veel mooier dan de blik kort voor of kort erna is. De zelfblik helpt de toevallige aanschouwer meteen meer sympathie op te brengen voor de ander.
Daarom zou een reeks gefotografeerde selfies, foto’s van mensen die naar zich zelf lachen een welkome tentoonstelling in een gerenommeerd fotomuseum opleveren.

Dit is iets anders: maar ook hierin zijn we iets in de gefotografeerden dat we niet eerder zagen: Annie Leibovitz maakte en reeks Updated Hitchcock stills. Deze vind ik het mooist.

We zien Seth Rogen in de still van de film Nort by Northwest waar we Cary Grant verwachten, het is een van de bekendste stills uit de filmgeschiedenis. Maar nu met een extra laag. De mooist gesneden filmacteur Grant vervangen door een jongeman met wat we nu maar een ‘schuldig buikje’ zullen noemen. Wat zien we dus door deze transparant gemaakte personage heen? We zien Rogen die zich bewust is van de muffin top die zijn postuur onderscheidt van dat van zijn iconische voorganger, we zien dat hij het weet, en dat zien we aan zijn blik zoals we bij de zelfblik zien hoe men zichzelf gezien wenst. Bent u er nog? Dit is tweemaal het bewustzijn van het opgeleverde beeld. Eenmaal voor zichzelf en eenmaal voor de ander.

 

————–

IMG_9920Menno Hartman (1971) was vroeger redacteur van Tirade. Sinds 2008 werkt hij bij Uitgeverij Van Oorschot. Houdt van Hitchcock en van fotografie.

Foto van Menno Hartman
Menno Hartman

Menno Hartman (1971) is uitgever bij Van Oorschot.

Op deze dag

Mijn geheugen, en vermoedelijk ook dat van vele anderen, werkt zo dat het met het verstrijken van de tijd gebeurtenissen die over meerdere dagen indruk op me hebben gemaakt samenbrengt in een enkele dag. Alsof het automatisch columns genereert.

In een column is de werkelijkheid je leidraad, maar ben je vrij om te manipuleren in tijd en plaats; breng je momenten en personen bijeen, waardoor het gebeurde dramatischer wordt. Wie ooit een opgenomen gesprek heeft moeten uitschrijven weet dat tachtig procent van het gezegde kan worden weggelaten zonder verlies van inhoud.

Er is zoveel wat ik me niet herinner. Mijn geheugen is nooit heel goed geweest, en het helpt niet als je dagelijks – al is het met enige mate – drinkt. Toch vertrouw ik erop dat wat me echt geraakt heeft zal blijven, en zo werkt een slecht geheugen als een filter: de interne lens stelt scherp op de informatie die beklijft. Hoewel ik met mijn gezin drie weken in Italië heb doorgebracht, zal daar met het verstrijken van de tijd waarschijnlijk één dag van overblijven:

In de ochtend: sporen van een lichte regen in het stof op de motorkap van de geleende BMW, die met panne stilstond voor de Italiaanse grens. Met mijn arm om de smalle schouders van Otis de Hond bood ik hem mijn excuus aan voor de emotionele verwaarlozing die hij in de voorgaande maanden had moeten doorstaan, terwijl Nadim Cinderella keek op Birre’s Ipad en droge hondenbrokken at alsof het borrelnootjes waren (de Touring Club Suisse liet lang op zich wachten en het snoep was op).

Na de lunch: B in de tuin van het huisje dat we huurden vlakbij San Donato, met losse haren en een bruine huid. Vlak onder mijn hart leek iets vrij te komen waarvan ik niet wist dat het was vastgeraakt.

Tijdens onze avondwandeling met Otis de hond: een verse witte streep op traag afkoelend asfalt, met een platgereden slak net naast het midden van die streep.

Bij het naar bed brengen van Nadim: bijna huilen door het besef dat hij op school zal leren om vandaag en morgen te zeggen in plaats van op deze dag en na deze dag.

________________________________________________________________________________________________

Optie 8Gilles van der Loo (Breda, 1973) is redacteur van Tirade. Sinds 2010 publiceerde hij online en in diverse bladen. Van hem verschenen in 2011 de verhalenbundel Hier sneeuwt het nooit en in 2013 de roman Het laatste kind. 

 

 

Foto van Gilles van der Loo
Gilles van der Loo

Gilles van der Loo (Breda, 1973) is schrijver en schrijfdocent. Tussen 2011 en 2015 was hij redacteur van Tirade. Bij Van Oorschot publiceerde hij de verhalenbundel Hier sneeuwt het nooit en de romans Het laatste kind, Het jasje van Luis Martín, Dorp en  Café Dorian. Meest recent verscheen Mens blijven aan het front bij Hollands Diep, dat hij samen met zijn Oekraïense vriend Andrii Kobaliia schreef.

Ga heen, schiet de spotvogel

Monsters van titels liggen er soms tussen de Nederlandse boeken in de boekhandel. Ik heb het niet over mega-bestsellers of monsterlijk goede thrillers, maar het gaat om de titels zelf van sommige boeken. Het lijkt af en toe wel of er een blinde koppenmaker van de krant actief is. Er komen al te vaak tenenkrommende woordcombinaties op boekomslagen terecht, maar bij vertaalde boeken is het helemaal erg.

De schrik sloeg me om het hart bij het werk van Harper Lee. Haar eerste (en tot voor kort enige) boek To Kill a Mocking Bird kennen we in het Nederlands als Spaar de spotvogel. De spotvogel mag inderdaad niet worden gedood in het boek. Maar waarom is de titel niet gewoon ‘Een spotvogel schieten’? Lee’s tweede boek verscheen onlangs als Ga heen, zet een wachter. Ontleend aan Jesaja (21:6) of niet, ik nomineer hem meteen voor kromste titel van het jaar. Oorspronkelijke heet het Go Set a Watchman, wat in het Engels natuurlijk goed loopt, maar de Nederlandse evenknie is krukkig. Moet er iemand weggaan en ergens een wachter neerpoten? Is een wachter een speciaal soort schaakstuk? Persoonlijk leek mij ‘Plaats een wachter’ afdoende, maar misschien kan de Bijbel in gewone taal hier uitkomst bieden.

Een andere vreselijke titel is bijvoorbeeld Een waanzinnig begin van Hans Fallada. In het Duits: Der Alpdruck, oftewel ‘De angstdroom’. Zijn boek Alleen in Berlijn heet eigenlijk Jeder stirbt für sich allein, daar is vast iets mooiers op te verzinnen. Mag de dood soms geen onderdeel uitmaken van een boektitel? Ook stuitend als je weet dat het origineel zo tot de verbeelding spreekt is: Een bijna volmaakte vriendschap van Milena Michiko Flasar. Dat prachtboek heet Ich nennte ihn Krawatte, dus ‘Ik noemde hem Stropdas’ of om iets verduidelijken ‘Ik noemde hem meneer Stropdas’. Ten slotte nog een voorbeeld van een wel goed vertaalde titel: Junichiro Tanizaki’s De liefde van een dwaas, dat boek heet in het Japans inderdaad zo. De Engelse vertaling luidt echter Naomi.

Wanneer je vraagt hoe dit zit begint men wel eens te sputteren over commerciële overwegingen en de almacht van de promotieafdeling van uitgeverijen. Tenzij op die afdelingen alleen maar incompetente figuren rondlopen geloof ik daar niets van. Bovendien zijn er genoeg vertalers die het heft in eigen hand nemen/houden. Ik denk bijvoorbeeld aan Bindervoet & Henkes en hun Joyce-vertalingen: eerst al Ulixes, straks Dublinezen, hopelijk ooit ‘Zelfportret als jongeman’. Dat zijn adequaat vertaalde en intrigerende titels, afwijkend maar niet uit de lucht gegrepen. Ik bedoel, als een Italiaan een boek schrijft dat ‘La villa’ heet, dan wordt dat toch niet ineens ‘De waterzuiveringsinstallatie’?

 

Marko van der Wal (1989) is opgeleid als classicus, redacteur van Tirade en werkt bij Uitgeverij Van Oorschot. Sinds twee jaar blogt hij wekelijks voor tirade.nu. Hij ziet er overigens anders uit dan hij eruitziet.

Marko van der Wal

Marko van der Wal (1989) is opgeleid als classicus, redacteur van Tirade en werkt bij Uitgeverij Van Oorschot. Sinds enkele jaren blogt hij (onregelmatig) voor tirade.nu.

Meer blogs

  • Afbeelding bij De bekende weg

    De bekende weg

    Het Zeeuwse dijkhuisje van B’s tante is al een jaar of twintig in mijn leven. Het is er stil, er is veel licht en de zee voelt heel dichtbij, maar rond de dijk is geen toerisme. Het enige wat er verandert is de tuin: er zijn meer rozen dan voorheen. De wilg is groter, en...
    Lees verder
  • Afbeelding bij Zo alleen… Zo alleen 

    Zo alleen… Zo alleen 

    (beeld: Don Duyns) Uit de hengstebron gedronken hebben.   Ik schrijf over gegeven paarden en ogen van naalden.  Over brood op de keukenplank muizen die op tafel dansen en   klokjes die tikken.  Had het meisje geantwoord.  Hij had haar rode kapje gevolgd en zijn besluit genomen.  Ik ben een poëet, had ze piepend gezegd.  Aan de...
    Lees verder
  • Afbeelding bij Geen weer

    Geen weer

    Omdat onze vriendengroep door aanvullende kinderen en huisdieren bijna alle vakantiehuizen ontgroeid is en de resterende vakantiehuizen hatelijk duur zijn geworden, bedacht ik een alternatief. We zouden een tentenkamp opslaan bij S en L, die sinds kort een boerderij met flink wat grond in Wardoe bewonen. Fikkie stoken, buiten koken, disco met de kinderen, sterrenstaren...
    Lees verder
Tirade bloggers
  • Foto van Michaël Van Remoortere
    Michaël Van Remoortere

    Michaël Van Remoortere (1991) is schrijver. Hij publiceert essays, verhalen en gedichten in een aanzienlijk aantal tijdschriften. Daarnaast maakt hij ook theaterperformances en installaties. Momenteel werkt hij aan de gedichtenbundel mythomaniën en de roman Autodafe.

  • Foto van Julien Ignacio
    Julien Ignacio

    De Nederlands-Arubaanse schrijver Julien Ignacio (1969) studeerde af als literatuurwetenschapper. Hij publiceerde theaterteksten, blogs en korte verhalen. In 2008 ontving hij de El Hizjraliteratuurprijs voor zijn toneelstuk Hotel Atlantis. Hij was redacteur van literair tijdschrift Tirade en is bestuurslid van de Werkgroep Caraïbische Letteren. In 2018 verscheen zijn debuutroman Kus (nominatie Bronzen Uil). Met collega-schrijvers Michiel van Kempen en Raoul de Jong stelde hij Dat wij zongen samen, een bloemlezing Caraïbische literatuur die in 2022 uitkwam bij uitgeverij Das Mag. In september 2023 verscheen zijn tweede roman Goudjakhals, een kralenketting van historische en futuristische migrantenverhalen, die zich afspelen in onder meer Amsterdam en Aruba, Beiroet en Lesbos.

  • Foto van Dünya Calikci
    Dünya Calikci

    Dünya Calikci (28) is een echte Amsterdammer en schrijver pur sang. Als student aan de opleiding Writing for Performance aan de HKU schrijft ze rauw, eerlijk en realistisch – altijd dicht op de huid. Haar werk draait om echte mensen en hun verhalen, zonder opsmuk of filter. Dünya zoekt de kwetsbaarheid op en vangt het alledaagse in woorden die blijven hangen.