De kinderen

Een man en een vrouw dronken koffie aan een lange houten tafel in de koffiezaak. Wanneer de man iets zei, lachte de vrouw, maar het was niet de lach die hij gewend was.
Ze vroeg hem: ‘Hoe gaat het?’
Hij zei: ‘Heel goed.’
Hij herhaalde dat. ‘Heel goed,’ zei hij.
‘Mooi,’ zei zij.
‘Maar,’ zei de man. Hij roerde door zijn koffie. Hij liet een korte stilte vallen.
‘Wat doen we met de kinderen?
Nu bukten zowel de man als de vrouw voorover en pakten uit grote leren tassen een agenda.
Ze bekeken de agenda’s. Fronsten.
Ze hadden allebei belangrijke dingen te doen. Belangrijkere dingen te doen.

In de Oorshop

Blijf op de hoogte, ontvang onze nieuwsbrief.

Mimicry

Fotograaf Judith van IJken heeft het boek Mimicry gemaakt waarin ze twee generaties in dezelfde kleding laat poseren. Een heel simpel idee eigenlijk: dochters in de (bewaard gebleven) jurken van hun moeder, zoons in de (oude) hemden van hun vader. (Sjaals, petjes, broeken, jassen, badjassen, truien, brillen, etcetera.) De beelden hebben een ontroerende uitwerking.
Op de foto’s zijn de ouders en de kinderen ongeveer van dezelfde leeftijd. Ze zijn naast elkaar afgedrukt in het boek. Soms zelfs overlappend. Af en toe krijg je het beangstigende idee dat de tijd niet bestaat. Dat identiteit niet bestaat.

In het voorwoord zegt Bas Haring: “Dat ik op mijn ouders lijk is niet eens mijn grootste frustratie. Dat ik op iemand lijk. Dat zit me dwars. Iemand die eerder dan ik leefde en die me het leven heeft voorgedaan.”

Eigenlijk zijn de foto’s waarin de kinderen zich zichtbaar niet gemakkelijk voelen in de kledij die hun ouders vroeger droegen het allermooist. Omdat in die beelden de bevrijding naar voren komt, of in ieder geval een opening naar iets anders. Iets nieuws. 23_153_386

Zelf zegt de fotograaf Judith van IJken op haar website over dit project:

Walking around in the New York neighbourhood of Williamsburg, I kept thinking I saw my father going past. Not the way he looks now, but as I know him from old photos. Nothing but young guys with great mops of black curls, moustaches and beards, 1980s-style training tops, tight jeans and often on racing bikes. Guys who looked like their fathers did in the 1980s.

In the first instance I saw this as a matter of fashion, the ‘retro’ trend that seems to move in parallel with my generation. Ten years ago I wore wide-legged slacks, today tight jeans. Just like my mother when she was twenty and later thirty. When I gave it some more thought, I realised that this everyday phenomenon raises interesting questions about the age we live in. Questions such as: “Why is it that this generation wants to look like its parents?”, “What does that say about our time?”, “What is the relationship between these generations?” and “What has happened in the meantime?”

Ja, wat eigenlijk?

M. Vasalis

images-3Gisteravond was in de Rode Hoed in Amsterdam een avond ter gelegenheid van het verschijnen van de biografie van M. Vasalis. (geschreven door Maaike Meijer.)

De avond was uitverkocht.

Ik was er niet bij, maar afgelopen zondag was de biograaf van M. Vasalis, Maaike Meijer te gast bij Wim Brands in het programma Boeken van de VPRO. U kunt het programma hier terugkijken.

SUB FINEM

En nu nog maar alleen
het lichaam los te laten-
de liefste en de kinderen te laten gaan
alleen nog maar het sterke licht
het rode, zuivere van de late zon
te zien, te volgen-en de eigen weg te gaan.
Het werd, het was, het is gedaan.

Het bankstel

images-2Leiden. Donderdag. Het was erg mistig. Ik was op zoek naar een hofje waar ik moest voorlezen.
Drie keer een half uur voor twaalf mensen op een studentenfestival. (Stukafest)
M. en ik hadden döner kebab en falafel gehaald bij een Turkse winkel vlakbij het station. We kregen er twee pakken koekjes bij in een grote plastic zak. (Bij welke Turkse winkel je ook komt: je krijgt altijd meer dan waar je om vraagt.) De zak rook naar uien en knoflook, toch bleven de mensen die we om de weg vroegen aardig. Alleen wisten ze de weg niet.

Ik was te laat in het huis in het hofje. Bijna meteen moest ik met voorlezen beginnen. Volgens mij wilden de mensen liever naar een optreden van Spinvis, maar Spinvis was al uitverkocht, logisch. Om toch te kunnen zeggen dat ze “erbij” waren geweest zaten de mensen nu bij mij. Omdat de kamer klein was zaten ze praktisch op mijn schoot. Ik kon bijvoorbeeld horen hoe de jongen naast me met zijn ogen knipperde. Het klonk als iets nats en zachts.

Tussen ieder optreden door had je tijd om te praten. Alsof je op een ongemakkelijk feestje zat waar je niemand kende. Iemand praat en de rest luistert mee. Iemand praat en de rest kijkt zogenaamd verveelt rond door het huis.

Bij de laatste voorleesronde waren er twee meisjes die voor mijn voeten op de grond zaten. Ik hoopte dat ik niets vies in mijn neus had zitten. Ik geloof het niet want die meisjes wilden na afloop wijn met me drinken.

Noortje en Josephine. Terwijl ik had voorgelezen hadden ze erg goed naar de spullen van de gastvrouw gekeken. Wat vertelde dat huis over haar?  Ze hadden een A4 volgeschreven, hoe ze dachten dat de bewoonster van de kamer in elkaar zat.
Ze zeiden dat ze dat bij alle kamers hadden gedaan. Dat het de bedoeling was dat de bewoners het briefje de volgende dag zouden vinden. In de bestekla bijvoorbeeld. Ze zeiden ook hoe ze dachten dat ik in elkaar zat.
‘Maar jullie hebben mijn huis nog niet gezien,’ zei ik.
Daar gingen ze verder niet op in.

Toen ik om vier uur ‘s nachts weer in mijn eigen woning was bedacht ik dat de bewoonster/gastvrouw behalve het briefje van Noortje en Josephine ook een gedeelte van het manuscript van mijn nieuwe boek zou tegenkomen. Ik had zo’n twintig pagina’s per ongeluk op de keukentafel laten liggen. Ik hoop maar dat Noortje en Josephine gelijk hadden toen ze zeiden: ‘de bewoonster leest ons briefje waarschijnlijk niet eens als ze ziet dat het niet van haar is. Ze is compleet te vertrouwen en niet zo’n nieuwsgierig type, dat zie je aan haar bankstel.’

Iemand dood

Mijn vriendin zei gisteren dat ze het liedje Iemand Dood van Torre Florim en Roos Rebergen wel op haar begrafenis zou willen horen. Op zondag denkt zij altijd aan begrafenissen.
Buiten regende het onafgebroken. Ze legde de cd in de speler en draaide het volume omhoog.

“Het is al vaker gebeurd /iemand dood/ iemand dood.”

Het liedje is gebaseerd op een tekst van iemand met een verstandelijke beperking. Torre Florim (De Staat) en Roos Rebergen (Roosbeef) hebben er muziek bij gemaakt.

U kunt het hier beluisteren. = 01 Iemand dood

Meer blogs

  • Afbeelding bij Veertien

    Veertien

    Bijna elk jaar is onze jongen jarig in de herfstvakantie. We zijn dan in Normandië, in een huis met een haard in de woonkamer en grasland voor de deur waar bonkige paardjes grazen. We wandelen er veel, ik koop voorraad op de markten en kook voor onze familie. Een man of tien, met kinderen en...
    Lees verder
  • Afbeelding bij Met de fiets naar de trein

    Met de fiets naar de trein

    Ik haastte me met flinke wind tegen naar het station. Terwijl ik zwoegend op de pedalen stond schoot me de titel van een gedicht van Obe Postma (1868-1963) te binnen: ‘Mei de auto nei de trein’ (Met de auto naar de trein), dat hij in 1927 publiceerde. De opeenvolging van de twee vervoersmiddelen, en vooral...
    Lees verder
  • Afbeelding bij Zwichten de varensmannen

    Zwichten de varensmannen

    Gezwicht ben ik, wist je dat wij varensmannen, de taal van de molenaars verstaan? Het is dan wel een andere taal, een landtaal maar de molenaars leven nu eenmaal ook van de wind. Met veel wind reven ze net als wij maar het minderen van de zeilen heet bij hen zwichten. Wat ik qua taal...
    Lees verder
Tirade bloggers
  • Foto van Plonia Westendorp
    Plonia Westendorp

    Plonia Westendorp (1998) is verpleegkundige en student Nederlandse Taal en Cultuur aan de Universiteit van Amsterdam.

  • Foto van Dünya Calikci
    Dünya Calikci

    Dünya Calikci (28) is een echte Amsterdammer en schrijver pur sang. Als student aan de opleiding Writing for Performance aan de HKU schrijft ze rauw, eerlijk en realistisch – altijd dicht op de huid. Haar werk draait om echte mensen en hun verhalen, zonder opsmuk of filter. Dünya zoekt de kwetsbaarheid op en vangt het alledaagse in woorden die blijven hangen.

  • Foto van Anna op de Weegh
    Anna op de Weegh

    Anna op de Weegh schrijft experimenteel theater over honger, onhoudbare transformatie en de (her)ontdekking van een lichaam. Haar teksten zijn vlezig, tactiel en poëtisch. In de afgelopen vier jaar werkte ze o.a. als dramaturg, liep ze stage bij Theater Utrecht als regieassistent voor de voorstelling Panic Room en zette ze samen met Maggie Thedinga het tweekoppige collectief Disgusted & Horny op.