Requiem voor een droom

Requiem for a dream kopt het artikel van Larissa MacFarquhar in The New Yorker van 11 maart 2013. Het is een reconstructie van de zelfgekozen dood van internetactivist Aaron Schwartz. Na zijn zelfmoord heeft er een kleine heiligverklaring van deze man op het internet plaatsgevonden, Jong, slim, rijk, knap, idealistisch. En dan in de hoek gedreven worden door starre mogendheden. Een quetzal, de beroemde Midden-Amerikaanse vogel die befaamd werd omdat hij in gevangenschap weigert te leven.

Aaron werd gevonden in zijn appartement nog tijdens het proces dat de Amerikaanse overheid tegen hem had aangespannen vanwege een grote hoeveelheid informatie die hij illegaal verzameld had van JSTORE.

Schwartz was een erg intelligente jongeman die van zijn ouders zijn school niet hoefde afmaken. Hij ontwikkelde naast een grote begaafdheid als programmeur een opmerkelijk sterk idealisme ten aanzien van vrijheid op het internet. Maar hij was ook zoals sommige in het artikel zeggen, verwend en overgevoelig (wilde alleen zaken eten die wit of geel waren.)

Vroeg rijk geworden wegens zijn aandeel in Reddit  had hij ruimte voor idealisme. Teveel ruimte misschien? Een vriend zegt: “He was constantly trying to figure out how to be more effective and what he should be working on. He had a beautiful willingness to change his mind completely.’ Waarna de schrijfster van het artikel sterk duidend vervolgt: ‘It is a vertiginous  thing to have so much freedom – to be always selfskeptical, always testing the reasons for your beliefs, always prepared to abandon them for something better. If you can do anything you want, then every day becomes an existantial problem – an empty space of possibillity that has no ceiling but also no walls and no floor.’

Hoewel MacFarquhar  een gedegen journalistieke reconstructie maak en een tiental mensen aan het woord laat, is haar psychologische interpretatie van het drama toch overwegend: ‘To think continuesly about changing the world is to spend your life looking at what is bad in it. To be attached to the world is to be attached to the world as it is, and not for any reason, because reasons can always be countered. To consider the world from first principles, to think about how well it would work if everything were different, is to be ready to throw away everything you know. Radical idealism and a sense of limitless possibility are brighter facets of absolute rejection.’

Vrijheid is dodelijk meent MacFarquhar , daar zou Schwartz vroeger of later toch achtergekomen zijn.

Foto van Menno Hartman
Menno Hartman

Menno Hartman (1971) is uitgever bij Van Oorschot.

In de Oorshop

Tender is the Night

Mijn vriendin was een paar maanden lang in de ban van Tender is the Night van F. Scott Fitzgerald, en ze vond dat ik het ook maar moest lezen. Daar had ik aanvankelijk niet zoveel zin in. Hemingway beschreef Fitzgerald in A Moveable Feast als een aansteller die niet tegen alcohol kon. Bovendien is een van mijn beste vrienden een fervent Fitzgerald-hater, wat me in een lastige positie bracht. Mijn vriendin vindt Fitzgerald geweldig en een goede vriend vindt het zo’n beetje de ergste vorm van sentimentele kitsch. Het lezen van Tender is the Night stelde ik nog even uit om niet in een loyaliteitsconflict terecht te komen.
            Een paar weken geleden vroeg ik die vriend waarom hij Fitzgerald eigenlijk zo haatte. De Amerikaanse uitgeverij Modern Library stelde een lijst van 100 beste Engelstalige romans uit de twintigste eeuw samen, en zette The Great Gatsby op twee, achter Ulysses en vlak voor A Portrait of the Artist as a Young Man.
            We zaten in een café en hij citeerde uit het hoofd de laatste zin van The Great Gatsby: ‘So we beat on, boats against the current, borne back ceaselessly into the past.’
            ‘Oh jezus,’ zei ik.
            ‘Ja.’
            Wat me ook niet lekker zat, was dat deze zelfde jongen die tegenover me zat mij eens vergeleken had met Fitzgerald, en wel vanwege het manco dat Hemingway aanstipte: diens gebrekkige weerstand tegen alcohol.
            Toch begon ik afgelopen weekend in Tender is the Night te lezen. Of liever gezegd: in Teder is de nacht, want volgens mijn vriendin was het Engels in het boek enigszins lastig. Dat wil zeggen: voor mij. Zelf had ze er geen moeite mee.
            Via Marktplaats kocht ik een Nederlandse vertaling uit 1969. De verkoper vond het nodig om mij het boek opengeklapt toe te sturen. Boekenverbranding is erg maar ook voor boekenverkrachting moet je een zekere PVV-achtige lompheid bezitten.
            Ik begon in mijn uit elkaar vallende exemplaar.
            Al in de eerste pagina’s kwam ik enkele alinea’s tegen die ik, ook na een paar keer herlezen, niet kon begrijpen. Ik pakte het Engelse origineel erbij, in de hoop dat het in de woorden van Fitzgerald zelf duidelijker zou worden. Tot mijn verbazing sloeg ik een heel ander boek open. Tender is the Night begint zo: ‘On the pleasant shore of the French Riveira, about half way between Marseilles and the Italian border, stands a large, proud, rose-colored hotel.’
            En Teder is de nacht: ‘In het voorjaar van 1917, toen dr. Richard Diver voor het eerst in Zürich kwam, was hij zesentwintig jaar oud; dat is een mooie leeftijd voor een man, het eigenlijke hoogtepunt van zijn vrijgezellenbestaan.’
            Nader onderzoek leerde dat er in 1951 een herziene editie van dit boek uit 1934 was verschenen. Aanvankelijk begon de roman met een beschrijving van het echtpaar Dick en Nicole Diver, vanuit de ogen van de zeventienjarige actrice Rosemary. Na honderd pagina’s volgde een lange flashback waaruit bleek hoe Dick en Nicole elkaar hadden leren kennen, namelijk in een psychiatrische kliniek in Zwitserland waar zij was opgenomen.
            Op deze lange flashback later in het verhaal had Fitzgerald veel kritiek gekregen. En naderhand heeft hij aantekeningen gemaakt voor een reorganisatie van zijn boek, zodat de roman chronologisch werd en begon bij de ontmoeting tussen Nicole en Dick.
            Ondertussen is het begin van de oorsprónkelijke versie van Tender is the Night veel beter. Bijzonder scherpzinnig worden de sociale verhoudingen binnen een groep (voornamelijk) Amerikanen in Zuid-Frankrijk weergegeven. Bovendien was het de bedoeling van Fitzgerald om in het begin een schijnbaar gelukkig echtpaar neer te zetten, wier feesten aan de Riviera het drukst bezocht werden. Terwijl in de loop van het boek de schaduwzijde van hun relatie steeds duidelijker wordt. Het is daarom veel krachtiger om te beginnen met de wereld van de schijn in plaats van de lezer meteen duidelijk te maken dat Nicole uit het gesticht kwam.
            Dat vond men bij Penguin ook, want op een gegeven moment is men weer de oorspronkelijke versie gaan uitgeven.

Op de achterkant van mijn Marktplaatsexemplaar staat een citaat van Hemingway: ‘Gek genoeg wordt Teder is de nacht achteraf gezien hoe langer hoe beter.’ Toen het boek uitkwam, was hij er niet enthousiast over. In Hemingway & Fitzgerald. A dangerous friendship staat een brief van die eerste aan hun gemeenschappelijke redacteur Maxwell Perkins, van 30 april 1934, over het boek: ‘In spite of marvellous places there is something wrong with it and, as a writer, this is what I believe is wrong.’ Waarna een lange verhandeling volgde.
            Ondertussen was Fitzgerald in gespannen afwachting van Hemingway’s oordeel: ‘Did you like the book? For God’s sake drop me a line and tell me one way or another. You can’t hurt my feelings.’ Dat bleek wel te kunnen. Hemingway stuurde een brief met zijn kritiek van Key West naar Baltimore, en Fitzgerald was, volgens de bezorger van de brieven, ‘clearly hurt’.

Blijf op de hoogte, ontvang onze nieuwsbrief.

Tailor made

‘Today, skilled tailors can be found in Rome as well as Richmond, VA, Paris and Pittsburgh, Hong Kong, Kansas City, Rio and Dallas — as well of course as Milan, London, and New York.

They are the fitters and pattern drafters, the stitchers of the handmade buttonholes, the cutters of the fine worsted and cashmere and heathery tweed. And they are all standing in the long shadow of tradition and craftsmanship that is the art of tailoring’ schrijft G. Bruce Boyer in  The History of Tailoring: An Overview.

En zo is ook onze vaste en gewaardeerde vormgever Emiel Efdée voor het nieuwe nummer van Tirade zeer programmatisch bezig.

Het nieuwe nummer, 447,  is verschenen en de nieuwe redactie legt een patroon uit: internationaal, handmade,  fijne materialen, en staande in de schaduw van een lange traditie, en toch: steeds op nieuw op maat gemaakt: uw nieuwe Tirade.

Foto van Menno Hartman
Menno Hartman

Menno Hartman (1971) is uitgever bij Van Oorschot.

Courir avec nous – en daarrr… komt Tirade 447!

 Courir avec Tirade

Over 2 dagen verschijnt: Tirade 447.

Mocht het nummer nou net zo snel uitverkocht raken als nummer 446…  dan wil Uitgeverij van Oorschot vast wel weer een tweede druk opleggen.

Tirade – begint al best lekker te lopen.

On speaking terms: Detlev van Heest

De spiegel van mijn eigen blogje mag weken rimpelloos blijven zonder dat iemand aan mijn brievenbus komt snuffelen om te checken of ik misschien al een tijdje dood op de bank lig (and rightly so), maar verzuim ik hier één f***ing weekeinde een stukje te posten, dan melden wildvreemden zich aan de achterdeur van mijn datsja om genoegdoening te eisen voor het uitblijven van nieuw leeswerk op Tirade.nu. Goed. Nou. Hier dan:

In Tirade 447 vind je de weerslag van een gesprek dat Detlev van Heest voerde met Joost van Oostijmuiden.

‘Een interview?’

‘Zo zou ik het toch niet durven noemen.’

 

Tirade – sinds 1957 aan het woord.

 

‘Net als m’n schoonmoeder.’

‘Schoonmoedergrappen vallen buiten de bladformule van Tirade. In principe.’

‘Sorry.’

‘Geen enkel probleem.’

Meer blogs

  • Afbeelding bij Zomerverlies

    Zomerverlies

    Alle ramen stonden open en toch was het warm in mijn keuken. Ik sneed knoflook in dikke plakken en liet die bruinen in de lekkerste olijfolie, hakte een paar rijpe vleestomaten en voegde die toe, dopte hulkgroene erwtjes. Als ik buiten de deur ga eten maak ik voor vertrek iets voor de thuisblijvers; je bent...
    Lees verder
  • Afbeelding bij De bekende weg

    De bekende weg

    Het Zeeuwse dijkhuisje van B’s tante is al een jaar of twintig in mijn leven. Het is er stil, er is veel licht en de zee voelt heel dichtbij, maar rond de dijk is geen toerisme. Het enige wat er verandert is de tuin: er zijn meer rozen dan voorheen. De wilg is groter, en...
    Lees verder
  • Afbeelding bij Zo alleen… Zo alleen 

    Zo alleen… Zo alleen 

    (beeld: Don Duyns) Uit de hengstebron gedronken hebben.   Ik schrijf over gegeven paarden en ogen van naalden.  Over brood op de keukenplank muizen die op tafel dansen en   klokjes die tikken.  Had het meisje geantwoord.  Hij had haar rode kapje gevolgd en zijn besluit genomen.  Ik ben een poëet, had ze piepend gezegd.  Aan de...
    Lees verder
Tirade bloggers
  • Foto van Jasmijn Kenselaar
    Jasmijn Kenselaar

    Jasmijn Kenselaar studeert in de zomer van 2025 af als toneel- en filmschrijver. Het samenbrengen van mensen en het aanbieden van nieuwe perspectieven kenmerken haar signatuur. Ze schrijft veel voor en over jongeren en plaatst haar verhalen vaak in werelden die een beetje – of heel erg – verschillen van de onze. Haar eindwerk De Ongewilden is een komische, sciencefiction-dramafilm over een zestienjarige wees die zich staande probeert te houden in een wereld die niet voor haar gemaakt is. Haar afstudeerscriptie As if! is een praktijkgericht onderzoek naar hoe schrijftechnieken kunnen worden ingezet om films en series te creeëren met een positieve impact op tieners. Voor afstuderend regisseur Julija Filipović schreef ze daarnaast De Golven – een vrije bewerking van de gelijknamige roman van Virginia Woolf. Haar korte film GENIUS is in juni 2025 te zien tijdens het Rotterdams Open Doek Filmfestival.

  • Foto van Jan Lodewijckx
    Jan Lodewijckx

    Jan Lodewijckx (1990) had het wel even gehad op kantoor. Hij kocht een zware fiets en een kleine tent en zegde zijn werk op en zijn appartement.

  • Foto van Bibi Roos
    Bibi Roos

    Bibi Roos studeert in 2025 af van de opleiding Writing for Performance aan de HKU en is de eerste in de reeks Tiradeblogs van afstudeerders. Ze schreef een scriptie over schaamte en humor en maakt daarnaast als Funny Bergman de explosieve solo ‘Ik ben Funny’, waarmee ze deze zomer op de Parade staat. Ze maakt het liefst werk over Bijzonder Vreemde Personen en Dingen en is entertainer, winnaar en performer in vele opzichten.
    (portret: Lin Woldendorp)